Toespraak van vice-premier Asscher op maandag 15 april in het Concertgebouw Amsterdam bij gelegenheid van 65 jaar Israël

Mr. Ambassador, dames en heren, geachte aanwezigen,

U moet er geen diepere betekenis achter zoeken dat juist de minister van Sociale Zaken voor u staat om de Joodse staat te feliciteren met het bereiken van wat kortgeleden nog de pensioengerechtigde leeftijd was. Het is als vice-premier dat ik u namens het kabinet mijn gelukwensen mag overbrengen, aan Israël en aan de Israëli’s.

Israël was en is uniek: een volk dat eeuwenlang over de wereld uitgezworven was, heeft na de grootste misdaad in de wereldgeschiedenis en na een verbeten strijd een land gekregen. Wij vieren vandaag dat op 5 Ijar 5708 (14 mei 1948) David Ben Goerion de Joodse staat in Palestina heeft uitgeroepen, Medinath Israel genaamd, de staat Israël. Een daad die kon voortvloeien uit VN-resolutie 181 over de deling van Palestina in een onafhankelijke Joodse en Arabische staat.

Nederland was relatief laat in het formeel erkennen van Israël (op 16 januari 1950). Dit is een achterstand die we snel hebben ingehaald. Nederland is verknocht aan Israël. Het blijkt uit onze solidariteit met Israël, op de momenten dat het land moest vechten voor zijn voortbestaan, uit de effectieve steun tijdens de oorlogen die Israël moest voeren. Het blijkt uit de nauwe economische en maatschappelijke banden tussen onze landen. Het blijkt uit de grote maatschappelijke belangstelling die in Nederland bestaat voor heden, verleden en toekomst van Israël.

Israël is nog steeds blootgesteld aan existentiële uitdagingen. Zijn onbedreigde voortbestaan is niet vanzelfsprekend. Nederland zal Israël blijven steunen in zijn inspanningen om onomstreden deel uit te maken van de wereldgemeenschap, om samen te werken met Europa en om te integreren in de regio, om in vrede en veiligheid te leven naast zijn buren.

William Faulkner schreef ooit (in Requiem for a nun): “The past is never over. It is not even past”. In die geest sprak president Obama in Jeruzalem, ik parafraseer: verantwoordelijkheid eindigt niet wanneer het beloofde land is bereikt; dan begint zij pas[1].

De lotgevallen van de Joodse gemeenschap in Nederland tijdens de oorlog blijven ons waarschuwen voor de gevolgen van rassenwaan, onderdrukking en terreur. Dat verleden gaat niet over, het is niet voorbij. Wij moeten ervoor waken dat zoiets zich herhaalt, waar dan ook ter wereld.

Wellicht ten overvloede: Ook de gebeurtenissen in de regio zijn gebaseerd op patronen uit het verleden, die gevolgen voor de toekomst hebben. De Arabische lente, hoe verschillend die ook uitpakt in landen als Tunesië, Egypte en Syrië, vloeit voort uit ongelijkheid, onderdrukking en nepotisme ter plaatse. Wat in het ene land gebeurt, blijkt daarnaast te werken als inspiratiebron, ten goede of ten kwade, in buurlanden.

De missie waarmee Ben Goerion en de zijnen Israël heeft gesticht, grijpt verder terug in het verleden en refereert aan beginselen van vrijheid, rechtvaardigheid en vrede, zoals opgevat door de profeten van Israël, aldus de onafhankelijkheidsverklaring. Ook daarin lezen we dat verleden is niet voorbij gaat, maar verantwoordelijkheden voor de toekomst schept.

Nederland zal Israël blijven helpen die toekomst vorm te geven. Een toekomst die wat Nederland betreft onlosmakelijk verbonden is aan vooruitgang in onderhandelingen van Israël met de Palestijnen, leidend tot een tweestatenoplossing.

In die geest bevat het Regeerakkoord de passage dat Nederland waar mogelijk bijdraagt aan vrede en veiligheid in het Midden-Oosten en daarbij de goede banden met zowel Israël als de Palestijnse autoriteit benut om hen te bemoedigen tot duurzame vrede in het Midden-Oosten te komen. Ons staan samenwerkingsfora voor ogen die ons in staat moeten stellen de bilaterale betrekkingen met Israël, en ook met de Palestijnse autoriteit, nog verder te verstevigen op onderwerpen die voor ons allen van belang zijn. Het meest voor de hand liggende thema hierbij is innovatie.

Ik put daarbij inspiratie uit de ondernemingslust, de creativiteit, de nieuwsgierigheid en de leergierigheid van de Israëli’s. Uit de fenomenale onderwijs- en onderzoekscultuur die heeft geleid tot 10 Nobelprijzen.

Ik put inspiratie uit voorbeelden van samenwerking tussen Joden en Arabieren. Ik denk aan Yotam Ottolenghi, een Joodse Israëli uit West-Jeruzalem, die samen met Sami Tamimi, Palestijn uit Oost-Jeruzalem, in Londen is uitgegroeid tot een culinair fenomeen. Samen verbeelden zij de gedeelde rijkdom van de Joodse en Arabische kooktradities.

Wat Ottolenghi en Tamimi laten zien in Londen, zou ook in Tel Aviv of Jeruzalem of Jericho vanzelfsprekend moeten zijn. Ook hier zou ik president Obama willen aanhalen: vrede vloeit niet voort uit politieke processen, maar uit dagelijkse contacten[2]. Dat is een missie waarvoor Nederland zich van harte inspant. Want het verleden gaat niet voorbij, het schept verplichtingen voor de toekomst.

Voor de gemiddelde Nederlander is vijfenzestig jaar niet meer het einde van het werkzame leven. Voor landen daarentegen kan men zeggen dat daarmee de kleutertijd nauwelijks is afgerond. Ga maar na: de Nederlandse onafhankelijkheid begon met de aanname van het Plakkaat van Verlatinghe in 1581. Pas vijfenzestig jaar later – in 1646 – lag de Vrede van Munster – en daarmee de definitieve volkenrechtelijke erkenning van de Republiek - binnen handbereik. Het is mijn diepgevoelde wens dat Israël een soortgelijk toekomstperspectief beschoren is.

Daarmee rond ik af en nodig ik u uit met mij het glas te heffen. [Op het leven - LeChaim]


[1] “Over the last 65 years, when Israel has been at its best, Israelis have demonstrated that responsibility does not end when you reach the promised land, it only begins.”

[2] “That's where peace begins - not just in the plans of leaders, but in the hearts of people. Not just in some carefully designed process, but in the daily connections.”