Verantwoorde hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst

Staatssecretaris Martin van Rijn informeert op 25 april 2013 de Tweede Kamer over een verantwoorde hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg. Deze uitwerking is gebaseerd op een nieuwe toekomstvisie. Het doel van het kabinet is om voor mensen met lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen een waardevolle toekomst te bieden. Om dit voor elkaar te krijgen, moeten kwaliteit, houdbaarheid en meer zorg voor elkaar hand in hand gaan. Op dit moment maken 800.000 mensen gebruik van langdurige zorg. En 2,6 miljoen mantelzorgers zetten zich in voor hun kwetsbare naasten.

Van Rijn: “Deze brief is het beginpunt van een verantwoorde hervorming van de langdurige zorg en niet het eindpunt.”

Betere kwaliteit van ondersteuning en zorg

De hervormingen zijn nodig omdat de eisen die aan de organisatie van de langdurige zorg zijn gesteld, veranderen. Mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en niet eenzaam zijn. In de visie van de staatssecretaris zal er vaker een beroep worden gedaan op het eigen sociale netwerk van mensen. Indien nodig zijn thuiszorgvoorzieningen via de gemeente beschikbaar. En als het thuis wonen niet meer haalbaar is, dan moet er goede zorg in een instelling zijn waar oog is voor het individu en de kwaliteit van leven.

Houdbaar en betaalbaar

Hervormingen in de langdurige zorg zijn noodzakelijk, omdat bij de huidige uitgavengroei het stelsel financieel onhoudbaar is. De AWBZ heeft een sterke groei van de uitgaven gekend van €275 miljoen bij aanvang naar € 25,1 miljard in 2011. De groei van de AWBZ kosten is drie keer zo hoog als bruto nationaal product. Door de maatregelen van het kabinet wordt de groei afgevlakt in de periode 2014-2017 en blijft de langdurige ondersteuning en zorg beter houdbaar voor toekomstige generaties. Conform het Regeerakkoord leidt de hervorming tot structureel minder uitgaven ter grootte van €3,5 miljard.

Meer voor elkaar zorgen

De hervorming van de langdurige zorg kan niet los worden gezien van de wijze waarop mensen in Nederland samen leven. Niet terug naar de tijd dat participatie afhankelijk was van liefdadigheid, maar ook niet naar een samenleving, waarin het tegengaan van eenzaamheid afhankelijk is van betaalde en verzekerde zorg.

Dialoog met partijen

Het kabinet is zich ervan bewust dat een hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg op een zo groot mogelijk draagvlak moet steunen. Om die reden is er bij de uitwerking van het Regeerakkoord intensief gesproken met cliëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, werkgevers en werknemers, deskundigen en politieke partijen. Deze dialoog heeft geleid tot maatregelen voor een verantwoorde hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg. Met werkgevers en werknemers (uitgezonderd Abvakabo) zijn zorgafspraken gemaakt. Het overleg met de partijen zal in de toekomst worden voortgezet.

Samenvatting maatregelen langdurige ondersteuning en zorg per 2015

In de nieuwe Wmo:

• wordt mogelijk gemaakt dat meer mensen dan nu met ondersteuning en zorg thuis kunnen blijven wonen.

• zijn gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning van burgers, zodat die kunnen participeren. Deze ondersteuning is voor verschillende doelen beschikbaar, zoals verzorging, begeleiding en participatie.

• blijft meer budget beschikbaar dan eerder voorzien, zodat gemeenten op maat huishoudelijke ondersteuning kunnen bieden: 60% (€530 mln extra) in plaats van 25% van het budget

• komt een recht op het persoonsgebonden budget, onder stringente voorwaarden en fraudebestendig

• wordt er €50 miljoen uitgetrokken om sociale wijkteams in te richten

• blijft cliëntondersteuning bestaan, zodat een cliënt zich kan laten bijstaan bij de aanvraag. De AWBZ-middelen hiervoor worden overgeheveld naar gemeenten (MEE)

• is er een vangnet waarmee gemeenten steun kunnen bieden, ofwel via Wmo-voorzieningen ofwel inkomenssteun via de bijzondere bijstand. Het budget hiervoor loopt op tot ruim €700 miljoen in 2017. De huidige landelijke regelingen voor inkomenssteun verdwijnen.

In de Zorgverzekeringswet (Zvw)

• komt een nieuwe aanspraak thuisverpleging, zodat mensen die naast verpleging ook verzorging nodig hebben die van dezelfde hulpverlener kunnen krijgen en mensen langer in eigen omgeving kunnen blijven.

• wordt de rol van de wijkverpleging versterkt: de wijkverpleegkundige is een spil in de zorg van mensen en verbindt het medische en sociale domein. Het kabinet trekt €200 miljoen uit voor meer wijkverpleegkundigen.

• wordt de op behandeling en begeleiding gerichte intramurale geestelijke gezondheidszorg ondergebracht.

In de nieuwe kern-AWBZ:

• is en blijft de zorg in een instelling een verzekerd recht

• wordt mogelijk gemaakt dat mensen in een instelling zorg kunnen krijgen als zij niet langer met steun van hun omgeving thuis kunnen wonen. De drempel voor instellingszorg wordt ten opzichte van het Regeerakkoord verlaagd.

• komt een recht op het persoonsgebonden budget, onder stringente voorwaarden en fraudebestendig

• de verhoging van de eigen bijdrage voor mensen die in een instellingen verblijven, wordt verzacht.

• wordt meer zorg op individuele maat geboden en wordt (in plaats van standaard zorg) gekeken met welke zorg iemand het best geholpen is. In de indicatiestelling wordt bepaald of er een recht op zorg is en hoe zwaar die moet zijn. En bepaalt de zorgverlener in overleg met de cliënt welke zorg het beste past.

• ligt bij de zorgkantoren de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een meer doelmatige uitvoering.

Voor 2014 betekent dat:

• extramurale dagbesteding beschikbaar blijft, net als de extramurale persoonlijke verzorging.

• huishoudelijke hulp ook voor nieuwe cliënten beschikbaar blijft.