Hulpverlenersaward 2013

Toespraak door minister Opstelten tgv de uitreiking van de Hulpverlenersaward 2013. Enkhuizen, De Nieuwe Doelen.

Dames en heren, jongens en meisjes!

En in het bijzonder: waarde genomineerden voor de Hulpverlenersaward!

Goed om hier vandaag in uw midden te zijn! Ik ben blij, dat ik het deze keer wél heb gered. Vorig jaar, sommigen van u zullen dat nog wel weten, lukte het ons niet om door de files heen te komen. Maar zie: het Kabinet heeft hard gewerkt aan het terugdringen van die files - en met resultaat: hier sta ik dan, in het prachtige, historische Enkhuizen!

Ik weet niet of u al in de gelegenheid bent geweest om even rond te kijken in deze trotse, voormalige Zuiderzeehaven. Maar het beroemdste gebouw, op een steenworp afstand hier vandaan, is de Drommedaris. Een oud vestingwerk, dat in de loop van de eeuwen tal van bestemmingen heeft gehad. Uiteenlopende bestemmingen, maar ze hadden altijd wel iets te maken met bescherming. Zo zong Astrid Nijgh in 1979, op een wijsje uit Mozarts Zauberflöte:

Welterusten Enkhuizen

Enkhuizen, slaap maar zacht

En de oude Drommedaris

Houdt over ons de wacht

En laat dat nou precies datgene zijn wat ook al die tienduizenden hulpverleners in ons land drijft. Wij houden de wacht. Leef uw leven en als het onverhoopt fout gaat, dan zijn wij er om u uit de brand te helpen, altijd – 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. 

Voor die instelling, dames en heren, mogen wij als samenleving onze hulpverleners wel dankbaar zijn. Daarmee bedoel ik niet dat we, het jaar rond, als een knipmes voor ze moeten buigen. Daar zouden ze zich vermoedelijk hoogst ongemakkelijk bij voelen. De meeste hulpverleners, zo weet ik uit ervaring, willen het liefst - in alle rust en bescheidenheid - gewoon hun werk kunnen doen. Belangrijk werk, dat ook zeker niet altijd makkelijk is. En soms is het onze hulpverleners niet eens gegund om dat goede, waardevolle werk op een veilige manier te doen. Nog steeds zijn er idioten – excusez le mot, maar er schiet me zo snel geen beter woord te binnen - die hulpverleners uitschelden, bedreigen of zelfs geweld aandoen.

Ik heb het vaker gezegd en ik zeg het hier wéér: dit soort gedrag pikken wij niet langer! Dat moeten we – elke keer opnieuw als het zich voordoet - keihard aanpakken!  

Eigenlijk, dames en heren, heb ik daarmee gelijk de twee redenen opgenoemd, waarom deze Hulpverlenersaward zo belangrijk is:

  • Met die Award willen we – ten eerste - alle hulpverleners in het zonnetje zetten en hen vertellen, hoe trots wij als samenleving op hen zijn.
  • Ook willen we - ten tweede - nog eens met kracht benadrukken, dat we onze hulpverleners met respect moeten behandelen. Voor geweld tegen hulpverleners, verbaal of fysiek, bestaat geen enkel excuus! 

Dit gezegd hebbende, wil ik overgaan tot het feestelijke hoogtepunt van deze dag: de uitreiking van de Award voor de Hulpverlener van het jaar. Want ik begrijp dat de spanning voor u – en dan met name voor de genomineerden, hun familieleden en collega’s – zo langzamerhand ondraaglijk moet worden. En het laatste wat we willen is natuurlijk dat iemand van pure spanning een zenuwtoeval krijgt – zelfs niet in een zaal vol hulpverleners...

Dames en heren, u hebt begrepen dat de jury uit elke categorie één winnaar heeft geselecteerd. En eerlijk gezegd, ben ik blij dat ik de knoop niet zelf hoef door te hakken. Ik hoef de Award alleen maar uit te reiken. Want ik vind de verhalen van alle drie de genomineerden even indrukwekkend: u bent stuk voor stuk fantastische voorbeelden van hulpverleners, die met veel toewijding deze mooie, maar ook lastige en niet zelden gevaarlijke beroepen, vaak in nauwe samenwerking, uitoefenen. Mag ik bij voorbaat alvast een hartelijk applaus voor deze kanjers...!

Afijn, de regels van het spel vereisen nu eenmaal dat er slechts één de winnaar kan zijn van deze prachtige award... Vorig jaar – u weet dat vast nog wel - viel de eer te beurt aan een politieman. Hij stond symbool voor alle hulpverleners, maar hij sprong eruit door zijn uitzonderlijke optreden. Dit jaar is de hulpverlener van het jaar afkomstig uit een andere, maar voor de samenleving minstens zo belangrijke organisatie... 

Dan zou er nu eigenlijk tromgeroffel moeten klinken...

Dames en heren, de jury heeft vol overtuiging besloten de Hulpverlenersaward 2013 uit te reiken aan Luciën van den Heuvel, centralist bij de Brandweer Brabant Noord! 

De jury was zeer onder de indruk waarop u als centralist in een ernstige noodsituatie de rust hebt weten te bewaren. U hebt het vertrouwen van het slachtoffer van een brand weten te winnen en als bevelvoerder uw collega-hulpverleners de juiste aanwijzingen gegeven. Daardoor konden de brandweer en ambulancedienst, in nauwe samenwerking, het slachtoffer uit deze zeer penibele situatie redden en in veiligheid brengen. Een geweldige en uitzonderlijke prestatie, waarvoor zowel de jury, als ik bijzonder veel respect hebben! 

Ik overhandig u deze Award en ik feliciteer u van harte. U kunt met recht trots zijn op uw mooie, belangrijke werk, dat u met zoveel passie en plichtsbetrachting uitoefent. Als minister van Veiligheid en Justitie ben ik in elk geval geweldig trots op u, en op al die tienduizenden andere hulpverleners in ons land. U doet het geweldig! Zeer veel waardering en dank, namens de gehele samenleving! 

Ik heb al even inzage gehad in het programma en ik weet zeker dat u hier deze middag en avond een fantastisch programma tegemoet gaat. En dat lijkt me zeer terecht: U hebt het verdiend!

Dank u voor uw aandacht.