Spreekpunten staatssecretaris Mansveld bij ontvangst Signalenrapport ‘De wissels omzetten – bouwstenen voor een robuust milieubeleid - Planbureau voor de Leefomgeving op 17 juni 2013, in Den Haag

“Mensen zijn mondiger, minder afhankelijk van de overheid en ze kunnen zich goed organiseren. Daar liggen kansen voor een effectief milieubeleid.” Dat zei staatssecretaris Mansveld bij de ontvangst van het signalenrapport over milieubeleid van het Planbureau voor de Leefomgeving op 17 juni.

Dank voor dit Signalenrapport. Het heeft een intrigerende titel: “De wissels omzetten – bouwstenen voor een robuust milieubeleid”.

Dankzij mijn OV-portefeuille weet ik dat het niet altijd zo simpel is met die wissels omzetten.

Maar ook voor het milieubeleid ligt het gecompliceerder. In de huidige samenleving is er geen centrale sturende macht die een paar wissels kan omzetten waardoor we collectief een andere milieukoers varen.

Dat is een bewuste keuze die de hele samenleving moet maken. En dat vraagt ook om een andere rol van de overheid. Dat is ook wat u signaleert en ik ben het daar van harte mee eens.

Een korte reactie op uw rapport.
Dit heet niet voor niets een signalenrapport.
U houdt 40 jaar milieubeleid tegen het licht en kijkt wat bereikt is en wat ons te doen staat.

Goed om te horen dat de balans positief is. Er is veel bereikt: smog is weg, rivieren zijn schoner, zure regen verdwenen.

Ik wil doorgaan op de weg die ik heb ingeslagen, namelijk de ontwikkeling van een moderne effectieve milieuaanpak die past bij de huidige samenleving.

Ik noem het wel eens ‘milieubeleid 5.0’ – als opvolger van de eerdere Nationale Milieubeleidsplannen 1 tot en met 4.

Die samenleving is veranderd. Mensen zijn mondiger, minder afhankelijk van de overheid en ze kunnen zich goed organiseren. Daar liggen kansen voor een effectief milieubeleid.

Daarnaast moet de overheid consistent zijn en samenhang brengen in de milieuaanpak.
Die samenhang wil ik brengen door uit te gaan van drie hoofdlijnen:

  1. Het verbeteren van milieukwaliteit in onze directe leefomgeving: voorbeeld: denk daarbij aan schone lucht, een vitale natuur, een omgeving zonder geluidsoverlast.
  2. Het signaleren en voorkomen van nieuwe risico’s voor mens en milieu. Voorbeeld: nieuwe technologie, zoals nanotechnologie. Ik wil dat we meer de vinger aan de pols houden bij deze hele nieuwe ontwikkelingen zodat we beter voorbereid zijn op eventuele risico’s.
  3. Actief bijdragen aan de aanpak van urgente mondiale milieuproblemen, zoals de gevolgen van klimaatverandering.

Ik zal binnenkort de Tweede Kamer een brief sturen over deze  modernisering van het Milieubeleid.
De uitwerking van dit beleid kan en wil ik niet alleen invullen. Het vraagt om keuzes die een breed draagvlak nodig hebben en ik zal daarom in dialoog treden met vele partijen – maatschappelijke organisaties, andere departementen – om de aanpak verder uit te werken.

Tot slot dank ik nogmaals de mensen van het PBL voor hun signalerende werk.