Lotgenoten ADS

Toespraak door staatssecretaris Teeven tgv Aandacht Doet Spreken Lotgenotenweekend. Westerveld, Buitencentrum Wilhelminaoord, 29 juni 2013.

Dames en heren, jongens en meisjes,

Goed hier te zijn, op dit schitterende complex Wilhelminaoord, in de Drentse bossen. Ver buiten de Randstad, maar voor mij toch een beetje een “thuiswedstrijd”. Wilhelminaoord wordt namelijk ook wel “een stukje Den Haag in Drenthe” genoemd, vanwege de historische banden met de Hofstad. Het hele jaar door wemelt het in deze bosrijke omgeving van de Haagse basisscholieren, die op schoolexcursie zijn. Hier leren de stadskinderen van én over de natuur. 

Vrees niet – dit weekend is dit fraaie buiten geheel gereserveerd voor u: slachtoffers en nabestaanden van ernstige geweldsmisdrijven, verenigd in de lotgenotencontactgroep Aandacht Doet Spreken.  

Dit ADS Lotgenotenweekend, inmiddels uitgegroeid tot een heuse traditie, vind ik een geweldig initiatief. U bent hier, in deze prachtige omgeving, bijeen met lotgenoten. Mensen die min of meer vergelijkbare, afschuwelijke ervaringen hebben meegemaakt. Mensen die uw verhaal herkennen en begrijpen, zoals u dat van hen herkent en begrijpt. U hebt steun aan elkaar, wisselt woorden uit van troost en begrip, maar ook praktische raadgevingen of andere suggesties, die kunnen helpen het u aangedane, onvoorstelbare leed te verzachten. Dit alles in een ontspannen sfeer, met een afwisselend programma, vol creatieve workshops en interessante excursies. Dat zal u helpen uw zinnen te verzetten en ertoe bijdragen dat het ijs wat sneller breekt, waardoor u eerder, en op een ongedwongen wijze, met elkaar in contact komt. 

Een prima initiatief dus van Aandacht Doet Spreken. Ik wil hier dan ook een speciaal woord van dank richten tot Martin Roos, oprichter en eerste voorzitter van ADS. Zoals u ongetwijfeld weet, heeft Martin onlangs na tien jaar het voorzitterschap overgedragen aan Jack Keijzer. 

Als voorzitter, Martin, heb je al die tijd onvermoeibaar gestreden voor de positie en de rechten van slachtoffers. Mede dankzij jouw geweldige inzet is de aandacht voor slachtoffers en nabestaanden van geweldsslachtoffers hoog op de maatschappelijke én politieke agenda gekomen. Wat weer heeft geleid tot concrete verbeteringen – zoals de casemanagers bij Slachtofferhulp Nederland, die slachtoffers of nabestaanden van ernstige gewelds- en zedendelicten met raad en daad bijstaan.

Martin, bedankt voor je enorme inzet. Ik denk dat ik namens velen spreek, als ik zeg oprecht blij te zijn dat je als secretaris actief blijft in het bestuur van ADS. Ik hoop - én verwacht - dat we ook met het nieuwe bestuur weer kunnen komen tot een goede, constructieve samenwerking!

Want die samenwerking, dames en heren, heeft ons ver gebracht. U weet, als Staatssecretaris van Veiligheid & Justitie heb ik het slachtofferbeleid in mijn portefeuille. Maar het is méér dan dat: het lot van slachtoffers gaat mij ook persoonlijk zeer aan het hart. Ook in mijn voormalige functie als officier van justitie heb ik veel met slachtoffers en nabestaanden, gesproken. Het zijn vaak schrijnende – om niet te zeggen hartverscheurende – verhalen die je dan te horen krijgt. Maar goed, dat hoef ik u niet te vertellen; daar weet u zelf alles van. 

Mijn ambitie om iets voor slachtoffers of hun nabestaanden te betekenen, om hun positie in het strafproces te versterken, dateert uit die tijd bij het Openbaar Ministerie. Als Tweede Kamerlid heb ik die lijn doorgetrokken en me voor een sterkere positie van slachtoffers al behoorlijk ingespannen. En het mooie van mijn huidige functie als staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is dat ik nu in de positie ben om ook echt dingen te veranderen. Bij dit streven heb ik altijd veel steun ondervonden van lotgenotenorganisaties als ADS. Mede op hun initiatief is er veel in gang gezet. 

Mede daardoor kunnen we nu met recht zeggen - en daar ben ik trots op - dat de positie van slachtoffers is verbeterd:

  • Met de Wet versterking positie slachtoffers zijn essentiële rechten van slachtoffers nu in de wet verankerd. Bijvoorbeeld het recht op informatie en een correcte bejegening.
  • De mogelijkheden voor schadeverhaal via het strafproces zijn verruimd.
  • Ook kennen we nu een voorschotregeling voor slachtoffers.
  • Er is een landelijk dekkend netwerk van slachtofferloketten, waardoor elk slachtoffer nu binnen zijn of haar eigen regio terecht kan voor goede, professionele hulp en advisering.
  • Het spreekrecht voor slachtoffers is uitgebreid. Slachtoffers die fysiek of geestelijk niet in staat zijn om in de rechtszaal het woord te voeren - zoals jonge kinderen – kunnen zich nu laten vertegenwoordigen door een ander. Is het slachtoffer overleden, dan hebben nu meerdere nabestaanden de mogelijkheid om op de zitting te spreken.
  • En – goed nieuws - deze week is de Eerste Kamer akkoord gegaan met de Wet conservatoir beslag. Daarmee krijgt het OM de mogelijkheid om al in een vroeg stadium van het strafproces beslag te leggen op geld en goederen van de verdachte. Dit om te voorkomen dat tegen de tijd dat het slachtoffer recht blijkt te hebben op een schadevergoeding, er van een “kale kip” niks meer te plukken valt. 

U hoort het, dames en heren, we hebben al heel wat bereikt. Maar, als u mij vraagt: zijn we er nu? Dan zeg ik: nee, het werk is nog niet af. Mede op basis van gesprekken met slachtoffers en slachtofferorganisaties, ben ik van mening dat we het slachtofferbeleid op onderdelen nog verder kunnen verbeteren. Zodanig dat de positie van het slachtoffer nog beter in balans komt met die van de verdachte.

Dan denk ik bijvoorbeeld aan een verdere uitbreiding van het spreekrecht. Slachtoffers zijn daarbij niet langer aan beperkingen gebonden. Ze mogen zich over alle aspecten van de zaak uitspreken, óók over de straf die de dader in hun ogen verdient. Nog dit jaar hoop ik daartoe een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer te kunnen indienen.

Ook wil ik bekijken of slachtoffers in het strafproces afdwingbare rechten kunnen krijgen. Stel, een slachtoffer wordt niet opgeroepen voor de zitting. Op dit moment staan hem of haar geen rechtsmiddelen ter beschikking, om dit alsnog te kunnen afdwingen. Als je dat vergelijkt met de voorzieningen die er voor de verdachte zijn, vind ik dat nog steeds een beetje scheef. Gelukkig zie ik wel dat het in de praktijk steeds beter gaat en dat officieren en rechters zich veel meer bewust zijn van de rol en belangen van het slachtoffer dan een aantal jaren geleden.

Verder wil ik dat we bij beslissingen in de tenuitvoerlegging ook consequent de belangen van de slachtoffers laten meewegen. Zo zou je bij een voorwaardelijke invrijheidstelling bijvoorbeeld kunnen overwegen om de dader standaard een locatieverbod op te leggen. Dit om het slachtoffer of de nabestaanden te ontzien. Dat is één van de dingen die we op dit moment samen met de Dienst Justitiële Inrichtingen en de reclassering bekijken.

Dan iets over schadevergoeding. Dat verloopt naar mijn idee soms nog steeds wat moeizaam. Ik wil dan ook kijken hoe het slachtoffer op een eenvoudiger manier de geleden schade vergoed kan krijgen. Ook voor verzekeraars wil ik het makkelijker maken om de schade op de dader te verhalen.   

En u hebt de term vast al vaker horen vallen: slachtoffertaks. Dat is een verplichte toeslag die daders moeten storten in een fonds, waaruit slachtoffers een vergoeding kunnen krijgen. Naar die slachtoffertaks laat ik op dit moment een impactanalyse uitvoeren. Dat is een duur woord en betekent dat we uitzoeken of de kosten van de inning van die bijdrage voldoende opwegen tegen de baten.

En dan zijn er ook nog een aantal zaken in de uitvoering van het slachtofferbeleid, die volgens mij beter kunnen. Bijvoorbeeld waar het gaat om bejegening en informatievoorziening. En in de dienstverlening aan slachtoffers kan nog wel wat meer maatwerk worden geleverd. 

U hoort het, dames en heren. Voorlopig is er nog genoeg werk aan de winkel: voor het kabinet, voor mij, voor mijn departement en voor al die organisaties die in hun dagelijks werk met slachtoffers te maken hebben. En óók voor belangen- en lotgenotenorganisaties, zoals Aandacht Doet Spreken. Tenslotte zou het niet de eerste keer zijn dat een onderwerp mede dankzij uw inspanningen op de politieke agenda komt. Uw grote betrokkenheid, uw meedenken en uw steun waardeer ik zeer! Ik wil u dan ook van harte bedanken voor deze goede en vruchtbare samenwerking. 

Het heeft iets paradoxaals: u bent allemaal lid van een vereniging waar u eigenlijk nooit lid van had willen worden... Het lot, wrang en onvoorspelbaar, bracht u samen. Des te meer waardeer ik het dat u elkaar troost en steun biedt. En dat u tegelijkertijd ook een waardevolle bijdrage levert aan het beleid om toekomstige slachtoffers en nabestaanden zo goed mogelijk te ondersteunen.

Daarbij zijn – zoals ik liet zien – al heel mooie, concrete resultaten geboekt. En daar gaan we mee dóór, want goede slachtofferzorg is een waardevol goed in onze rechtstaat. Ik wens u een prettige voortzetting toe van dit lotgenotenweekend. Met morgen onder meer een boeiende excursie aan het Gevangenismuseum in Veenhuizen - op zichzelf een mooi voorbeeld van een “dader-organisatie’’ die óók meer oog krijgt voor de belangen van het slachtoffer. 

Ik hoop dat u als ADS uw waardevolle en zeer gewaardeerde bijdrage blijft leveren – tot verdere verbetering van de positie van slachtoffers en nabestaanden. 

Ik dank u voor uw aandacht!