Notarissen hebben aandacht voor financieel misbruik

Op 4 oktober organiseerde de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) een congres over de rol van de notaris bij de bescherming van ouderen tegen financieel misbruik. Staatssecretaris Van Rijn was een van de sprekers. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om de 7 pilotgemeenten van het project 'Voorkomen van financiële uitbuiting' bekend te maken: Almere, Den Bosch, Ede, Gouda, Groningen, Haarlem en Rotterdam. Het notariaat is een van de partijen die meedoen.

Let op: alleen het uitgesproken woord geldt!

Toen ik uw uitnodiging ontving met de vraag om op 4 oktober op het podium van het Amsterdamse Concertgebouw te staan, heb ik meteen 'ja' gezegd. Ik kan niet zo goed zingen, dus die kans krijg ik nooit weer. Maar zonder gekheid: als de locatie anders was geweest, had ik ook 'ja' gezegd. U heeft vandaag een boeiend congres bijgewoond, dat geheel in het teken staat van de bestrijding van financieel misbruik van ouderen.

Daarom is dit congres met zoveel aanwezige notarissen en kandidaat-notarissen voor mij de gelegenheid bij uitstek om u te vertellen over: het Actieplan ‘Ouderen in veilige handen’, financieel misbruik en de stand van zaken van de 7 pilots. Ik vertel u ook straks welke 7 gemeenten de regie gaan voeren over deze pilots. Tot slot ga ik wat zeggen over uw rol als notaris.

Vorige week was het onderwerp notarissen & ouderen volop in het nieuws. U heeft het afgelopen jaar veel ouderen in uw kantoren ontvangen, begreep ik. Want tienduizenden mensen hebben hun testament laten wijzigen vanwege de AWBZ. Vandaag hebben we het niet over deze voortvarende groep; vandaag staan juist de kwetsbare ouderen centraal.

Ik noemde de datum van vandaag al even: 4 oktober. Het is vast toeval, maar een betere datum voor dit congres had de KNB niet kunnen kiezen. Vandaag is het namelijk Nationale Ouderendag. Deze vindt elke eerste vrijdag van oktober plaats. Ouderen in 20 gemeenten, waaronder Amsterdam, konden hun wens indienen. Het zijn vaak kleine wensen die mensen hebben: een pilsje drinken, winkelen bij Ikea, pannenkoeken eten, naar een voetbalwedstrijd, een rondrit in de omgeving.

De Stichting Nationale Ouderendag laat vandaag duizenden van die wensen in vervulling gaan. Met hulp van duizenden vrijwilligers die zich hiervoor hebben aangemeld.

Ondertussen gaan wij hier in gesprek over MIJN wens: er met elkaar voor zorgen dat ouderen zich veilig voelen en veilig zijn!

De heer Oomen heeft zojuist een heldere presentatie gegeven over het notariaat en de financiële bescherming van ouderen.
Ik kom daar straks op terug.

Ouderenmishandeling is onacceptabel. Deze woorden spreek ik steeds opnieuw uit. Dáárom voert het kabinet het Actieplan Ouderen in veilige handen’ uit. Helaas komt ouderenmishandeling overal voor. De heer Oomen noemde het cijfer zonet ook al: naar schatting worden er jaarlijks 200.000 ouderen mishandeld. Vaak ook dichtbij, door partners, familie, vrienden, zorgverleners.

Meestal begint het klein. Stevig beetpakken als iemand niet luistert. Of eigen boodschappen doen van de ander zijn huishoudgeld. Maar te vaak gaat het van kwaad tot erger. Dat moeten we met elkaar voorkomen. En daar kunnen velen – ook notarissen - een rol in spelen.

De acties uit het Actieplan beslaan de hele keten: preventie, hulp en nazorg.
In het plan staan 10 concrete acties om ouderenmishandeling te bestrijden.

We kunnen dit plan natuurlijk niet alléén uitvoeren. Daar hebben we iedereen hard bij nodig. Gemeenten spelen daarbij een centrale rol. Er zijn 35 gemeenten aangewezen om de regie te voeren in de aanpak van geweld in huiselijke kring, dus ook ouderenmishandeling. Voor de uitvoering van het plan is jaarlijks 10 miljoen euro beschikbaar. Deze 35 gemeenten ontvangen daarvan sinds 2012 structureel jaarlijks 7 miljoen.

De Steunpunten Huiselijk Geweld hebben een belangrijke rol in het Actieplan. Hier kunnen slachtoffers, maar ook plegers, kinderen, familie, buren en andere omstanders terecht. Niet alleen om melding te doen, maar ook voor advies. Het steunpunt zorgt dan voor opvang of verwijst door naar een hulpverlener.

Misschien wel het belangrijkste is om ouderenmishandeling uit de taboesfeer te halen. Om het bespreekbaar te maken. Dat is nodig, want ouderen vinden het heel moeilijk om over ouderenmishandeling te praten. Daarom is er ook veel onwetendheid. Het is cruciaal om goede voorlichting te geven. Zodat het beter herkend wordt. Zodat mensen weten hóe en wáár ze hulp kunnen zoeken.

Met de voorlichtingscampagne ‘Ouderen in veilige handen’, die ik samen met de vier ouderenbonden uitvoer, bereiken we veel ouderen. Via bladen en nieuwsbrieven van de bonden. Ook zijn er 35 vrijwilligers van deze ouderenbonden opgeleid tot voorlichter. Zij gaan het land door om het onderwerp met ouderen en hun naasten te bespreken. Tot eind 2014 zijn er ongeveer 350 bijeenkomsten.

Op radio en televisie draait een reclamespot. U heeft hem vast al een paar keer gezien of gehoord. De spot is zelfs genomineerd voor een Ster Gouden Loekie.

Ik hoop dat mensen hierdoor méér met elkaar over ouderenmishandeling gaan praten. Dat mensen zich ervan bewust worden dat het helaas vóórkomt, en dat ouderen en hun omgeving weten wat ze ertegen kunnen doen.

Deze reacties geven precies de kern aan, ook als het gaat om financieel misbruik. Dit is een ernstige vorm van ouderenmishandeling, omdat het de oudere nóg afhankelijker van de ander maakt.

Bij de aanpak van financiële uitbuiting moeten we een balans zien te vinden tussen enerzijds het beschermen van kwetsbare ouderen, en anderzijds het respecteren van de autonomie en eigen verantwoordelijkheid van mensen. Immers: als iemand ouder is, wil dat zeker niet zeggen dat hij of zij niet meer zelfstandig besluiten kan nemen.

Ervaringen van familieleden en professionals laten zien hoe belangrijk het is dat mensen alert zijn op het risico van financiële uitbuiting. Dat begint bij bewustwording: bij professionals, vrijwilligers, bij mensen in de omgeving van ouderen, maar vooral ook bij ouderen zelf.

Het is belangrijk dat ouderen weten wat ze kunnen doen om de risico’s te beperken. En dat ze op tijd maatregelen treffen. Bijvoorbeeld een opnamelimiet instellen voor hun pinpas.

Een ander belangrijk punt: ouderen - en mensen in hun omgeving - moeten actie durven te ondernemen op het moment dat ze vermoeden dat er sprake is van financiële uitbuiting. En moeten dan weten dat ze bij het Steunpunt Huiselijk Geweld terecht kunnen voor ondersteuning en advies. Ze werken daar samen met politie en met hulpverleners.

Wanneer spreken we eigenlijk van diefstal, en wanneer van ouderenmishandeling? Dat is een vraag die me vaak wordt gesteld.

Financiële uitbuiting van ouderen kent verschillende verschijningsvormen. Diefstal is er daar één van. Ander verschil is dat er bij diefstal vaak sprake is van onbekenden: degene die steelt, is geen bekende van degene van wie hij steelt.

Je zou kunnen zeggen: als iemand van 65 of ouder afhankelijk is van iemand anders, en als diegene de oudere financieel uitbuit - door dingen mee te nemen -dàn is er sprake van ouderenmishandeling.

Het gaat natuurlijk ook om andere dingen: iemand die boodschappen doet voor een oudere, maar met het geld van die oudere ook spullen voor zichzelf koopt. Dat kan een glijdende schaal zijn. Of iemand die een oudere dwingt het testament te wijzigen, zijn huis te verkopen. Of iemand die het financieel beheer voor de oudere doet, maar ondertussen het geld alleen voor zichzelf gebruikt.

Kortom, bij financieel misbruik gaat het om vaak schrijnende, maar ook complexe problemen. Vier vragen komen er steeds op:
- Wat is er werkelijk aan de hand?
- Wanneer moet je ingrijpen?
- Hoe doe je dat dan?
- Wie heb je daarbij nodig?

Om antwoorden te vinden op deze vraagstukken ben ik, in het kader van het Actieplan, onlangs gestart met 7 pilots. Dat doe ik ook omdat de aanpak van financiële uitbuiting om een àndere en brèdere benadering vraagt dan de aanpak van bijvoorbeeld fysieke ouderenmishandeling.

Zoals ik zei maak ik nu voor het eerst bekend wie de deelnemers aan de pilots zijn: Almere, Den Bosch, Ede, Gouda, Groningen, Haarlem en Rotterdam.

Deze gemeenten hebben zichzelf  ‘aangemeld’ om mee te doen. Ook omdat de meeste al met het onderwerp bezig zijn. Zij zullen een plan opstellen over het terugdringen van financieel misbruik bij ouderen. Dat doen ze samen met de Steunpunten Huiselijk Geweld en partijen als het notariaat, banken en woningcorporaties, mentoren, maar ook bijvoorbeeld politie. Allemaal partijen die regelmatig met situaties van financieel misbruik worden geconfronteerd. De gemeenten voeren de regie bij het opstellen van het plan.

In het plan zal staan hoe ze elkaar kunnen ondersteunen en versterken. Zo willen we de samenwerking op lokaal niveau beter organiseren. Want vaak weten banken, notarissen of corporaties niet wat ze moeten of kunnen doen als ze vermoeden dat er sprake is van financieel misbruik. Men weet bijvoorbeeld niet de weg naar het Steunpunt Huiselijk Geweld te vinden.

Samen kunnen we betere oplossingen vinden dan alleen. Misschien is dat wel de kern van de pilots: elkaar leren kennen, elkaar weten te vinden, weten wat je van elkaar kunt verwachten en hoe je elkaar kunt helpen.In de pilots bedenken de deelnemers praktische oplossingen voor situaties die ook u in de dagelijkse praktijk tegenkomt.

De pilots lopen door tot eind 2014 en worden professioneel begeleid. Aan het eind van de proef worden de resultaten vastgelegd. Die worden natuurlijk ook verspreid, zodat anderen er lering uit kunnen trekken.

De aanpak zal uiteraard per gemeente verschillen. Daarom is het ook de bedoeling diverse goede voorbeelden te verzamelen, zodat andere gemeenten die ‘naar eigen inzicht’ kunnen overnemen en inzetten. Zodat ze eruit kunnen kiezen wat het beste binnen hun eigen aanpak past.

Ik ben onder de indruk van het verhaal van de vorige spreker, Sjef Oomen. Zijn woorden maken duidelijk dat de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie het probleem van financieel misbruik bij ouderen zeer serieus neemt.  En dat de KNB acties onderneemt voor de beroepsgroep, het publiek en in het kader van de samenwerking met andere organisaties. Mijn complimenten.

Bij de voorbereidingen van de pilots heb ik gemerkt dat veel notarissen -  en RaboBank Nederland en de Steunpunten Huiselijk Geweld - grote betrokkenheid tonen om samen met VWS financiële uitbuiting aan te pakken. Ik waardeer het zeer dat de KNB zélf contact heeft gezocht met medewerkers van mijn ministerie om mee te werken aan het project rondom het voorkomen van financiële uitbuiting.

U heeft ten eerste een belangrijke taak om financiële uitbuiting te voorkomen:
door mensen goed voor te lichten over hoe ze de risico’s zoveel mogelijk kunnen beperken. Het is vooral van belang dat mensen, als zij ouder worden, op tijd maatregelen nemen om risico’s op financieel misbruik zo veel mogelijk tegen te gaan. Ik weet dat er gelukkig bij een aantal notarissen al veel aandacht voor dit onderwerp is.

Een levenstestament, een product uit uw koker, kan ook een uitkomst zijn. Mensen moeten zelf kiezen of dat bij hun situatie past. Het is een mooi, concreet instrument om te gebruiken in het kader van preventie.

Als u vermoedt dat een situatie niet in de haak is, dan kunt u proberen hierover meer duidelijkheid te krijgen. Want zodra u een ‘niet-pluisgevoel’ heeft, is dát het moment om in actie te komen.

Ik geef een voorbeeld. Er komt een oude mevrouw met haar kleinzoon bij u op bezoek om haar testament te wijzigen. Ze komt wat schichtig en angstig over. Haar kleinzoon laat haar geen moment uit het oog.

Wat kunt u dan als notaris doen? U kunt proberen een aparte afspraak met de mevrouw te maken, om eens rustig 1 op 1 door te praten. Komt u er niet goed uit en blijft dat ‘niet-pluisgevoel’ bestaan? Dan is het wellicht goed om een Steunpunt Huiselijk Geweld te bellen om advies in te winnen.

Op 1 juli is de wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking getreden. Dat betekent dat professionals, zoals huisartsen en maatschappelijk werkers, verplicht zijn om over een meldcode te beschikken.

De meldcode maakt duidelijk wat professionals kunnen doen, bijvoorbeeld bij signalen van ouderenmishandeling. De verschillende beroepsgroepen maken deze zelf geschikt voor hun eigen situatie. Dat kunnen de notarissen ook doen, ook al zijn zij wettelijk niet verplicht om over een meldcode te beschikken.

U staat voor een belangrijke uitdaging. Om met elkaar ervoor te zorgen dat ouderen zich veilig voelen en veilig zijn. Ik hoop van harte dat u allen hier aanwezig daaraan wilt meewerken. Nogmaals dank dat ik vandaag hier op het podium mocht staan.

Morgen staat Jaap van Zweden hier. Hij zal dan het Radio Filharmonisch Orkest motiveren om de Vijfde symfonie van Sjostakovitsj zo mooi mogelijk ten gehore te brengen. Zoals Jaap van Zweden zijn orkest motiveert, zo hoop ik dat de heer Oomen u heeft gemotiveerd, maar dan zònder dirigentstokje. Opdat het signaleren van financiële uitbuiting en het bestrijden ervan altijd in de partituur van het notariaat staan!