Gezamenlijke oproep tot afschaffing van de doodstraf

Rechtspraak die uitmondt in de dood is niet rechtvaardig. Overtuigd van de inherente onmenselijkheid van de doodstraf tekenen de landen die hieronder vertegenwoordigd zijn bezwaar aan tegen het opleggen ervan, waar ook ter wereld en onder welke omstandigheid dan ook. De doodstraf is niet alleen een niet te tolereren affront voor de menselijke waardigheid, maar gaat ook gepaard met talloze schendingen van de mensenrechten van de veroordeelden en hun families. De doodstraf heeft daarnaast geen positief effect op het voorkomen van misdrijven of de veiligheid en neemt op geen enkele wijze het leed weg dat de slachtoffers en hun familie is aangedaan. Gesterkt door deze overtuigingen grijpen we deze 11e Werelddag tegen de doodstraf aan om opnieuw blijk te geven van onze niet aflatende inzet tot afschaffing van de doodstraf in Europa en de rest van de wereld.

We willen met deze oproep niemand de les lezen, maar onze ervaring en onze overtuiging delen. Als de geschiedenis van de afschaffing van de doodstraf in onze landen ons iets geleerd heeft, dan is het wel dat er een lange en moeizame weg te gaan is. De doodstraf is niet van de ene op de andere dag verdwenen. De afschaffing ervan werd pas een feit als gevolg van toegenomen bewustwording en voortdurende gezamenlijke inspanningen. Dankzij volharding werd, stap voor stap, het aantal executies teruggedrongen, de lijst met misdrijven waarop de doodstraf staat kleiner, de rechtspraak transparanter, werden moratoria op executies ingesteld en verdween – uiteindelijk – de doodstraf zelf. Dit is het proces waar landen die de doodstraf nog steeds uitvoeren in de naam van gerechtigheid doorheen moeten.

De vastberadenheid die nodig is om te bereiken dat de doodstraf wordt afgeschaft moet zowel van staten als van personen komen en dit is dan ook de boodschap die we met onze gezamenlijke oproep van vandaag willen overbrengen. De weg naar afschaffing van de doodstraf werd niet ingeslagen door gesloten samenlevingen of landen die zijn afgesneden van de rest van de wereld. Dat de doodstraf vandaag de dag nagenoeg is verdwenen uit Europa is het gevolg van een debat gestoeld op feiten en de onbelemmerde uitwisseling van ideeën tussen onze landen en samenlevingen.

De Raad van Europa en het Europees Verdrag voor de rechten van de mens hebben als katalysators gefungeerd bij deze regionale ontwikkeling om de doodstraf niet meer op te leggen en hebben zelfs bijgedragen tot de verdere verspreiding van de afschaffing. De inwerkingtreding van Protocol 13 bij het Verdrag (Protocol inzake de afschaffing van de doodstraf onder alle omstandigheden) 10 jaar geleden is hiervan een uitstekend voorbeeld. Vandaag vertegenwoordigen we de [#] ondertekenaars van de 44 staten die Protocol 13 hebben bekrachtigd en roepen alle lidstaten van de Raad van Europa die dit nog niet hebben gedaan op zich bij ons aan te sluiten. We doen een klemmend beroep op de laatste staat in Europa die nog steeds de doodstraf oplegt zich aan te sluiten bij een wereldwijd moratorium op de doodstraf als een eerste stap naar de afschaffing ervan.

Wat er in Europa is gebeurd illustreert de fundamentele rol die regionale en multilaterale organisaties spelen bij het bepleiten van de afschaffing van de doodstraf. Dat dit in veel Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische landen al een feit is, toont het universele karakter van deze strijd aan. Het laat tevens zien dat er behoefte is aan een sterk politiek signaal, maar ook aan de deelname van de gehele maatschappij bij deze inspanningen. In deze geest moeten we het momentum aangrijpen van het 5e Wereldcongres tegen de doodstraf dat dit jaar in juni plaatsvond in Madrid. We roepen deze beginselen vandaag in herinnering omdat we een cruciale fase ingaan in het proces om de doodstraf wereldwijd af te schaffen. Vandaag zijn er nog ongeveer 50 landen waar de doodstraf is toegestaan, terwijl dat aantal twintig jaar geleden bijna tweemaal zo hoog lag. De resoluties van de Verenigde Naties laten zien dat een groeiende meerderheid van staten voorstander is van het instellen van een universeel moratorium op de doodstraf. Dankzij deze positieve ontwikkeling wordt het denkbaar dat de volgende generaties zullen leven in een wereld zonder de doodstraf en worden we gesterkt in onze gezamenlijke inspanningen om landen te steunen op het pad naar de universele afschaffing ervan.

Land                                                    Minister van Buitenlandse Zaken    

  • Albanië                                                   Ditmir Bushati
  • Andorra                                                  Gilbert Saboya Sunyé
  • België                                                     Didier Reynders
  • Bosnië en Herzegovina                             Zlatko Lagumdžija
  • Bulgarije                                                 Kristian Wigenin
  • Cyprus                                                    Ioannis Kasoulides
  • Denemarken                                            Villy Søvndal
  • Duitsland                                                 Guido Westerwelle
  • Estland                                                    Urmas Paet
  • Finland                                                    Erkki Tuomioja
  • Frankrijk                                                 Laurent Fabius
  • Griekenland                                            Evangelos Venizelos
  • Hongarije                                               János Martonyi
  • Ierland                                                   Eamon Gilmore
  • IJsland                                                   Gunnar Bragi Sveinsson
  • Italië                                                      Emma Bonino
  • Kroatië                                                   Vesna Pusić
  • Letland                                                   Edgars Rinkēvičs
  • Liechtenstein                                          Aurelia Frick
  • Litouwen                                                Linas Antanas Linkevičius
  • Luxemburg                                            Jean Asselborn
  • Malta                                                     George Vella
  • Moldavië                                                Natalia Gherman
  • Monaco                                                  José Badia
  • Montenegro                                            Igor Lukšić
  • Nederland                                              Frans Timmermans
  • Noorwegen                                             Espen Barth Eide
  • Oekraine                                                Leonid Koschara
  • Oostenrijk                                              Michael Spindelegger
  • Portugal                                                 Rui Machete
  • Roemenië                                              Titus Corlățean
  • San Marino                                            Pasquale Valentini
  • Servië                                                  Ivan Mrkić
  • Slovenië                                               Karl Erjavec
  • Slowakije                                              Miroslav Lajčák
  • Spanje                                                  José Manuel García-Margallo 
  • Tsjechische Republiek                            Jan Kohout
  • Turkije                                                  Ahmet Davutoğlu
  • Verenigd Koninkrijk                                William Hague
  • VJR Macedonië                                       Nikola Poposki
  • Zweden                                                 Carl Bildt
  • Zwitserland                                           Didier Burkhalter