Nationalisatie SNS REAAL en werking Interventiewet geëvalueerd

Minister Dijsselbloem van Financiën heeft vandaag samen met de Raad van Commissarissen van De Nederlandsche Bank (DNB) de evaluatie van de nationalisatie van SNS REAAL in ontvangst genomen. De Evaluatiecommissie Nationalisatie SNS REAAL, bestaande uit mr. R.J. (Rein Jan) Hoekstra en dr. J.M.G. (Jean) Frijns, heeft de evaluatie in opdracht van de Raad van Commissarissen van DNB en de minister van Financiën uitgevoerd. Het rapport is aan de Tweede en Eerste Kamer gestuurd, gelijktijdig met de door het ministerie van Financiën verrichte evaluatie van de Interventiewet. Aanleiding voor deze evaluaties vormde het kabinetsbesluit om SNS REAAL op 1 februari 2013 te nationaliseren en het feit dat de Interventiewet voor de eerste maal is toegepast.

v.l.n.r.: dhr. Alexander Rinnooy Kan (voorzitter Raad van Commissarissen De Nederlandsche Bank), dhr. Jeroen Dijsselbloem (minister van Financiën), dhr. Rein Jan Hoekstra (lid Evaluatiecommissie Nationalisatie SNS REAAL) en dhr. Jean Frijns (lid Evaluatiecommissie Nationalisatie SNS REAAL)

Minister Dijsselbloem van Financiën: “De financiële stabiliteit van Nederland maakte de nationalisatie SNS REAAL helaas onvermijdelijk. Het was de eerste keer dat de nieuwe Interventiewet werd ingezet. Evaluatie van deze wet, het proces dat leidde tot de nationalisatie en de rol van de Nederlandse Bank en mijn ministerie is van groot belang. Ik ben de evaluatiecommissie erkentelijk voor de analyse en aanbevelingen. Ik zal de Kamer binnen enkele weken een kabinetsreactie sturen. Het doet me genoegen dat de commissie de keuze om te nationaliseren ondersteunt en de samenwerking tussen DNB en Financiën positief beoordeelt. Ook de kritische punten uit de evaluatie zijn welkom en geven aanleiding tot verbeteringen, die we deels ook al ter hand hebben genomen, en waar ik in de kabinetsreactie op terug zal komen.”

Evaluatie Interventiewet

Uit de door het ministerie van Financiën uitgevoerde evaluatie van de Interventiewet komt naar voren dat de interventiebevoegdheden hebben gefunctioneerd in het geval van SNS REAAL. Daarnaast blijkt uit de evaluatie dat de interventiebevoegdheden van DNB en de minister van Financiën op bepaalde punten kunnen worden verbeterd. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de wijze van onteigening van de onderhandse leningen, die in het geval van SNS niet rechtstreeks konden worden onteigend.

Op Europees niveau wordt momenteel gewerkt aan de afronding van een richtlijn voor herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen, de Bank Recovery and Resolution Directive. Uit de evaluatie blijkt dat de voorgestelde verbeteringen van de Interventiewet grotendeels worden ondervangen door de implementatie van deze richtlijn in de Nederlandse wet- en regelgeving.

Op 13 juni 2012 trad de Wet bijzondere financiële ondernemingen, de zogenoemde Interventiewet, in werking. De Interventiewet werd ingevoerd om autoriteiten de mogelijkheid te geven om effectiever, geloofwaardiger en transparanter te interveniëren bij financiële ondernemingen wanneer dat noodzakelijk is voor de stabiliteit van het financiële stelsel. Op 1 februari 2013 maakte de minister van Financiën noodgedwongen voor het eerst gebruik van zijn bevoegdheden op grond van deze wet en onteigende bepaalde effecten en vermogensbestanddelen van SNS REAAL en SNS Bank.