Korte reactie Staatssecretaris Wilma Mansveld op rapport 'Doen en laten' van Rli

"Willen we ons beleid laten slagen, dan hebben we de samenleving nodig, willen we gedrag beïnvloeden, dan moet je weten hoe dat tot stand komt", aldus staatssecretaris Wilma Mansveld in haar reactie bij het in ontvangst nemen van het advies 'Doen en laten, effectiever milieubeleid door mensenkennis' van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) op woensdag 5 maart jl.

Het advies van de Raad gaat over het benutten van kennis die bestaat over het gedrag van mensen bij het opstellen van milieubeleid om milieudoelen dichterbij te brengen. Het advies richt zich op politici, bestuurders en beleidsmakers en stelt de vraag centraal: hoe kan gedragskennis in overheidsbeleid gerichter worden benut om mensen te stimuleren milieuvriendelijkere keuzes te maken en zich milieuvriendelijker te gedragen? Dit advies geeft handvatten hoe de overheid gedragskennis bewust en verantwoord kan inzetten.

De mens is complex.
Met een beetje zelfkennis kan ieder mens in deze zaal dat beamen.
Dat maakt het leven soms weleens lastig.
Maar tegelijkertijd ook boeiend en interessant.

Die complexiteit is ook een interessant onderwerp voor onderzoek.
Zo ook voor de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli).
U heeft er zo-even al veel over gehoord.

De Raad onderzocht in dit rapport een paar zeer interessante vragen:
Hoe kunnen we als overheid gerichte gedragskennis benutten om mensen duurzaam te laten doen?
Hoe beïnvloed je dat gedrag van mensen?
En hoe ver mag je daarin gaan?
Waarom zijn de antwoorden op deze vragen nou zo waardevol?

Veel van het overheidsbeleid - zeker op het terrein van milieu - doet een beroep op gedrag van mensen.
Of het nu gaat om slimmer reizen of het kopen van energiezuinige apparaten of het recyclen van afval.

Mijn ambitie is een samenleving waar iedereen zo duurzaam mogelijk koopt, gebruikt en hergebruikt.
Dat vraagt echter wel om meer kennis over het gedrag van mensen.
Er wordt gezegd dat 95% van ons gedrag onbewust is.
Beleid gericht op rationele factoren is dus vrij kansloos.
Meer kennis is een voorwaarde om op de juiste manieren en met de juiste maatregelen te komen.
Zo kunnen we mensen daadwerkelijk bewegen duurzaam te kiezen.
Duurzaam te doen. 

En dat is hard nodig.
Als we blijven doen wat we de afgelopen jaren deden, missen we de kans op een gezonde en veilige wereld.
Voor ons.
En de generaties na ons.
En: we missen een grote kans om onze economie krachtiger en groener te maken.

De huidige tijd vereist een andere manier van denken en handelen van de overheid.
We moeten de krachten van de samenleving beter benutten.
Daarvoor zijn coalities nodig, met ondernemers, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en burgers.
Ik geloof in die kracht van de samenleving.
Met de nadruk op samen.

Als mensen elkaar inspireren tot ander gedrag kan daar een enorme energie van uitgaan.
Ik heb het op een eerdere gelegenheid wel eens het 'Stoner effect' genoemd. Misschien kent u het boek Stoner van John Williams, een roman over het leven van een beetje saaie man die op een universiteit colleges geeft.
Niet een spectaculair verhaal, maar wel in een prachtig literaire stijl geschreven.
Het is nu een bestseller.
Maar het verscheen al in 1966.
Toen deed het boek niks bij het publiek.
50 later wordt het boek opnieuw uitgegeven.
En plots bestormt het de literaire top 10 lijstjes en leesclubs.

De sociale media en ouderwetse mond-tot-mond reclame doen hun werk.
Ik geloof in dit effect.
Een effect waarbij mensen elkaar overtuigen en navolgen.
Ook op het vlak van duurzaamheid.
Ik kan dat ook op mezelf betrekken.
Ik liet zonnepanelen op mijn dak plaatsen toen de buren daar enthousiast over vertelden.
De crux is: hoe zorgen we ervoor dat mensen de stap van duurzaam denken naar duurzaam doen maken.

De signalen zijn gunstig.
We zien dat Nederlanders steeds meer duurzaam en bewust kiezen.
We kiezen steeds meer voor eten met een duurzaam keurmerk, voor eerlijke handel, diervriendelijkheid of biologische teelt.
Of zijn bereid te investeren in zonnepanelen of woningisolatie.
Of reizen 'duurzamer'.
Met de trein, lopend of fietsend.
En auto's en brandstoffen worden steeds schoner.
Of kijk naar een trend als het delen van auto's.
Veel jongeren hechten niet meer aan het bezit van de heilige koe.
Bedrijven als Snappcar, Uber en Greenwheels spelen daar heel slim op in.  

Ik geef u 3 voorbeelden van onderwerpen waar we als overheid met de samenleving duurzaam gedrag trachten te sturen: voedsel, afval en mobiliteit.

  • Iedere Nederlander gooit bijna 50 kilo per jaar aan voedsel weg. We kunnen eten, geld en afval besparen, als we bewuster omgaan met wat we koken, eten en weggooien. In overleg met de horeca, cateraars en supermarkten probeer ik hier stappen te zetten.
  • Dan afval. Nederland is internationaal kampioen recyclen. Maar we recyclen 'slechts' 50% van ons huishoudelijk afval. Echter, niet in de gemeente Hoonhorst. Daar laten ze zien dat mijn ambitie uit het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) om 75% te recyclen ruimschoots haalbaar is (2020). In die gemeente wordt namelijk circa 95% van al het afval gescheiden. Hoe? Volgens de methode van het 'omgekeerd inzamelen'. Herbruikbare materialen worden aan huis opgehaald. Restafval moet naar een ondergrondse container worden gebracht. Kortom, duurzaam afval scheiden wordt beloond!
  • Als 3e mobiliteit. Op het terrein van mobiliteit zijn we als overheid al een tijdje bezig samen met bedrijfsleven en regionale bestuurders met beïnvloeding van mobiliteitsgedrag. Bijvoorbeeld door fiscale prikkels en het programma Beter Benutten. Dat laatste programma richt zich bijvoorbeeld op zaken als thuiswerken, slim reizen, meer fietsgebruik. En met succes. In Twente reizen inmiddels meer mensen met de fiets dan met de auto naar hun werk. Dat is goed voor de bereikbaarheid. Maar ook voor het milieu. Of denk aan de zogeheten 'spitsmijd projecten'. Mensen krijgen een beloning als ze buiten de spits reizen. En het werkt. In Arnhem-Nijmegen bijvoorbeeld. Daar rijden gemiddeld 25.000 auto minder in de spits per week! En het blijkt dat ook nadat de beloning is gestopt, mensen de spits blijven mijden.

Kortom, er is nog veel winst te halen door slim in te spelen op duurzame keuzes van mensen. Binnen mijn ministerie zijn we dan ook begonnen met het toepassen van gedragskennis. We hebben het zogeheten 'Behavioral Insight Team' opgericht. BIT in de volksmond. Doel is de effectiviteit van beleid te vergroten. Dat doen we door actuele, bewezen kennis over gedragsaspecten toe te passen. In Engeland zijn daar goede resultaten mee geboekt.

In Engeland hadden ze bijvoorbeeld een subsidieregeling voor het isoleren van daken. Die werd nauwelijks gebruikt. Wat bleek: bewoners zien op tegen het opruimen en leeghalen van de zolder, een vereiste voor het isoleren. De oplossing: de overheid biedt de mogelijkheid om, tegen betaling door de bewoner, een schoonmaakbedrijf in te huren dat helpt opruimen. Resultaat: vier keer zoveel aanvragen voor subsidies voor dakisolaties. Simpel en doeltreffend.

Ik ga afronden. Ik ben van mening dat meer kennis uit de gedragseconomie noodzakelijk is.

De essentie is: willen we ons beleid laten slagen, dan hebben we de samenleving nodig. Willen we gedrag beïnvloeden, dan moet je weten hoe dat tot stand komt. 

Ik beschouw dit rapport als een steun in de rug op de weg die ik ben ingeslagen. Nogmaals dank aan de opstellers voor dit waardevolle advies.