Speech van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Wilma Mansveld, bij de opening van station Rotterdam Centraal

'Een station is een bijzondere plek: je bent er vaak maar even. Om op of over te stappen, om op iemand te wachten of iemand weg te brengen. Maar het is steeds vaker ook een ontmoetingsplek: om te winkelen of een broodje te eten of te vergaderen. En dus moet het een plek zijn, waar je graag bent. Reizigers willen niet alleen snel, maar vooral comfortabel van A naar B. Net als de trein moet een station comfort bieden. Met dit nieuwe station kan het ov hier de toekomst aan. Het biedt meer ruimte en meer comfort: op Rotterdam Centraal staat de reiziger centraal.'

Majesteit, dames en heren,

De schrijver W.F. Hermans schreef in 1979 in Het Parool een column over het station. 'Stations', zei hij, 'verwekken haast altijd sterke emoties.' Dat gold overigens vooral voor Hermans zelf: hij moest niets van stations hebben.
Maar voordat de schrijver zijn klachten op een rijtje zet, zegt hij iets over de essentie van een station. Hij vergelijkt het met een kathedraal: 'een heiligdom voor de godsdienst van de 19e eeuw, die van de spoorwegen'.

Dat is een mooie gedachte. Want inderdaad, het spoor was in de 19e eeuw een revolutionaire vorm van vervoer. De trein bracht mensen sneller bij elkaar dan we ooit gewend waren. En misschien wel sneller dan we ooit voor mogelijk hielden. Er gingen letterlijk hele werelden voor ons open.
Het station was en is de toegangspoort tot die werelden. Het is voor de moderne, mobiele mens het kruispunt tussen de fiets, de auto, de bus, de tram, de metro en de trein.
Een station is een bijzondere plek: je bent er vaak maar even. Om op of over te stappen, om op iemand te wachten of iemand weg te brengen. Maar het is steeds vaker ook een ontmoetingsplek: om te winkelen of een broodje te eten of te vergaderen.

En dus moet het een plek zijn, waar je graag bent. Reizigers willen niet alleen snel, maar vooral comfortabel van A naar B. Net als de trein moet een station comfort bieden. Of je er nu een minuut bent of een uur.
Elke dag maken meer dan een miljoen Nederlanders gebruik van 1 van de 400 stations in ons land. Ruim 100.000 ervan doen dat hier, op Rotterdam Centraal. En dat worden er alleen maar meer.
Daarom moeten we er alles aan doen om te zorgen dat het station die ideale toegangspoort blijft: of je nu naar Amsterdam reist of Antwerpen.

Majesteit, dames en heren,

We kunnen ons Nederland niet meer voorstellen zonder spoor: het verbindt mensen en werelden met elkaar. Het is een onmisbare schakel in onze economie: we rekenen op het spoor om mensen en goederen op hun bestemming te krijgen. Het houdt ons land en onze economie in beweging en zorgt ervoor dat we mensen snel en comfortabel vervoeren, van deur tot deur. Met dit nieuwe station kan het ov hier de toekomst aan. Het biedt meer ruimte en meer comfort: op Rotterdam Centraal staat de reiziger centraal. Het is dus een voorbeeld voor ons hele land. Want de komende jaren worden nog 7 stations vernieuwd. Ik feliciteer de gemeente Rotterdam, ProRail, NS en alle regionale vervoerders met dit bruisende, nieuwe knooppunt. Een station met internationale uitstraling. Zorg er dus goed voor! Maar ik feliciteer vooral alle reizigers met deze toegangspoort naar nieuwe werelden. Een plek waar zelfs W.F. Hermans nog trots op zou kunnen zijn.

Dank u wel.