Toespraak minister Hennis-Plasschert bij de opening van het Nationaal Militair Museum
Toespraak van minister Hennis-Plasschert (Defensie) bij de opening van het Nationaal Militair Museum op 11 december 2014 te Soest.
Majesteit,
Generaals, Admiraal,
Dames en heren,
Onze krijgsmacht is een moderne, toekomstgericht organisatie. Dag en nacht in touw. In binnen- en buitenland.
Een krijgsmacht die steeds weer bezig is om zich aan te passen, te vernieuwen. Om daarmee de vijand een stap voor te blijven. Het dreigingsbeeld is immers niet statisch. Karakter en aard van conflicten veranderen. En de krijgsmacht moet daar steeds weer op kunnen inspelen. De blik vooruit dus!
En dat, dames en heren, is vooral mogelijk omdat onze krijgsmacht zo’n lange en bewogen geschiedenis kent. Die geschiedenis heeft ons onmiskenbaar gebracht tot de kwaliteit van vandaag!
Het Nationaal Militair Museum herinnert ons er aan dat leger en vloot tot de oudste instellingen van de Nederlandse staat behoren.
Ruim vier eeuwen geleden moesten wij onze onafhankelijkheid bevechten in een lange, maar liefst tachtig jaar durende, oorlog tegen de Spanjaarden. En het jonge Nederlandse leger, dat uit die vrijheidsstrijd werd geboren, groeide - onder leiding van prins Maurits - in rap tempo uit tot één van de meest professionele strijdmachten in Europa. En de al even imposante vloot van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zorgde voor vrijheid op zee. Een belangrijke bron van welvaart voor ons land.
Met andere woorden: de krijgsmacht als een onontbeerlijk instrument voor een vrij, veilig en welvarend Nederland. Zo was het toen. Zo is het nu.
Dames en heren,
Momenteel vieren we het 200-jarig bestaan van ons Koninkrijk. 200 jaar vrij én verbonden door gelijke rechten en plichten. Een koninkrijk dat zijn onafhankelijk voortbestaan vrijwel onmiddellijk met militaire inzet moest veiligstellen.
De nog maar net opgerichte Koninklijke Landmacht leverde in het jaar 1815 een belangrijke bijdrage aan de definitieve nederlaag van Napoleon. Zo’n 20.000 Nederlanders vochten bij Waterloo. En bij de vijftigjarige reünie, in 1865, spraken de toen nog in leven zijnde veteranen over deze slag alsof die gisteren had plaats gevonden.
En zeker, het gebruik van geweld, het ondergaan van geweld, het moeten optreden in levensbedreigende omstandigheden, de angst waarmee dit gepaard gaat: dit alles heeft een enorme impact!
Oorlog blijft vragen oproepen, tot emoties leiden. Ook nádat de vrede is getekend. Zo was het toen. Zo is het nu.
Niet voor niets heeft de krijgsmacht zo’n bijzondere band met haar eigen geschiedenis. Die geschiedenis wil namelijk nooit echt voltooid verleden tijd worden. Die geschiedenis blijft ons:
achtervolgen, bezighouden, verontrusten, boeien, ontroeren en fascineren.
En ook daarom is het zo belangrijk dat dit museum het verhaal van ons militaire verleden vertelt én verbeeldt. Die geschiedenis doet er toe.
Dames en heren,
Het verleden van de Nederlandse krijgsmacht wordt hier getoond aan de hand van talloze prachtige objecten, van groot tot klein. De collectie is rijk en divers. Van de unieke ivoren pistolen uit de Gouden Eeuw tot de kleurrijke Napoleontische uniformen. Van de collectie militaire boeken tot de F-16 hier naast mij.
En in combinatie met de verhalen van de mensen achter deze voorwerpen, laat een bezoek aan dit museum je niet koud.
Nederlandse militairen hebben door de eeuwen heen dappere daden verricht. Ontberingen geleden.
Soms ongelooflijke avonturen meegemaakt. Een intense kameraadschap beleefd. Wat zij ook deden en in welke omstandigheden zij ook verkeerden, al deze militairen hebben ons iets te vertellen.
Van de trompetter in het leger van de prins tot - ja zeker - de langharige dienstplichtige die in het Duitse Seedorf was gelegerd.
Dit museum geeft aan al die militairen een stem. Het laat zien met welke middelen zij hun taken hebben verricht. In oorlogs- én vredestijd, In Nederland, maar ook ver, zeer ver, van huis.
En als de geschiedenis ons één ding leert, is het dat je altijd alert moet zijn - én alert moet blijven!
Is het dat je altijd in staat moet zijn - én moet willen zijn - om de Nederlandse belangen te beschermen en te bevorderen. Ook Militair! Zo was het toen. Zo is het nu.
Dames en heren,
Dit Nationaal Militair Museum beschouw ik als een erkenning voor het werk van de Nederlandse krijgsmacht. En dit prachtige museum is gerealiseerd in nauwe samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf en de firma Heijmans. Een publiek-private samenwerking die bijzonder goed heeft uitgepakt.
Vandaag markeren we bovendien de afronding van de herinrichting Museaal Bestel. De oprichting van de Stichting Defensiemusea was een noodzakelijke stap om ons kostbare militaire erfgoed op de juiste manier te kunnen beschermen en ook op een eigentijdse en onafhankelijke wijze te kunnen presenteren.
Ik hoop van harte dat jong en oud de weg naar dit museum vinden, dat zij een unieke ervaring beleven.
Ook is het mijn vurige wens dat bezoekers vertrekken met een gevoel van trots. Trots op onze veteranen, trots op onze militairen, trots op onze Nederlandse krijgsmacht.
Ik wens alle medewerkers van dit prachtige museum heel veel succes!
Dank.