Toespraak staatssecretaris Dijkhoff: Trainingen forensisch artsen Herkenning Kindermishandeling

Toespraak van staatssecretaris Dijkhoff ivm startschot trainingen forensisch artsen Herkenning Kindermishandeling. Riel, SSHK, 8 april 2015.

Dames en heren,

Welkom allemaal, hier in Riel. Ik moet zeggen: ik vind het wel relaxed om in deze voor mij nieuwe, hectische functie eens een ochtendje niet in Den Haag te hoeven beginnen, maar lekker dicht bij mijn huis in Breda.

Het onderwerp dat vandaag op de agenda staat zou ik echter verre van “relaxed” willen noemen. Kindermishandeling is een ernstig misdrijf. Jaarlijks krijgen naar schatting ruim 100.000 kinderen onder de 18 jaar in ons land ermee te maken – dat is ongeveer één kind per klas van 30 leerlingen. Dat is veel – te veel. Als overheid willen we de aanpak van kindermishandeling dan ook een extra impuls geven. Want kinderen hebben er recht op om op te groeien in een veilige omgeving.

Wil je kindermishandeling effectief kunnen aanpakken, dan zul je het verschijnsel eerst duidelijk – en liefst in een vroeg stadium - moeten vaststellen. Dat is een verantwoordelijkheid van eenieder die in zijn of haar werk met kinderen te maken heeft: zorg dat je signalen van kindermishandeling herkent en dat je weet hoe te handelen. Als forensisch artsen vervult U in dit geheel een bijzondere rol. Het is Uw taak om blauwe plekken, breuken en andere medische bevindingen adequaat te duiden: zijn die letsels door iemand toegebracht? Of passen ze bij een ongeval, of een medische aandoening?

U werkt primair binnen het strafrecht. U bent opgeleid om politie, justitie en rechtbank te kunnen informeren - via de bekende pro-justitia rapportages en verhoren als deskundige. Bij kinderen komt daar nog een belangrijke extra eis bij: het onderzoek moet op een “kindvriendelijke” manier plaatsvinden. Met het oog daarop moet U kunnen beschikken over actuele kennis, deskundigheid en specifieke competenties om uw vak op dit punt goed te kunnen uitoefenen.

Daarom zijn wij hier vandaag bij elkaar. U vormt de eerste groep van forensisch artsen die deze training gaat volgen. U gaat leren letsels en andere medische bevindingen bij een vermoeden van fysieke kindermishandeling en seksueel misbruik goed te herkennen en te duiden. Een intensieve training, waar we niet voor niets drie dagen voor hebben uitgetrokken. Want het vaststellen van kindermishandeling is niet altijd eenvoudig. Vooral als het gaat om emotionele verwaarlozing, of psychische mishandeling. Maar ook als er wél sprake is van fysieke mishandeling of seksueel misbruik, is het niet altijd één-twee-drie te constateren. De anatomie van een kind is anders dan die van een volwassene. De gevolgen van fysiek geweld kunnen bij kinderen dan ook heel anders zijn. Ook kan een kind niet altijd duidelijk onder woorden brengen wat hem of haar is overkomen. Of het durft dat niet. Zeker als het gaat om mishandeling door de eigen vader of moeder.

Het is dus ontzettend belangrijk dat we kindermishandeling zorgvuldig onderzoeken en duiden. Dat is in het belang van het kind. Want is mishandeling sowieso al heel ingrijpend, het is het nog des te méér als die mishandeling plaatsvindt op jeugdige leeftijd. Een kind dat wordt geconfronteerd met fysiek of psychisch geweld – geweld dat bovendien systematisch is en zich uitstrekt over een langere periode - voelt zich bij lange na niet veilig. Het wordt gestoord in z’n ontwikkeling en daardoor ook belemmerd in z’n toekomstperspectief. Dat moeten we dan ook zien te voorkomen.

Vroegtijdige herkenning van signalen van kindermishandeling, zorgvuldig letselonderzoek en de duiding ervan, stellen ons in staat in te grijpen: het kind veilig stellen en de dader stevig aanpakken! Want het onderzoek kan natuurlijk ook belangrijk bewijsmateriaal opleveren tegen de verdachte.

Óf juist bewijs dat een mogelijke verdachte die in het vizier is kan ontlasten. U weet immers dat er soms ook sprake is van onterechte vermoedens of beschuldigingen van kindermis-handeling. Bijvoorbeeld bij een problematisch verlopende scheiding, wanneer de ene ouder de ander – onterecht - beschuldigt van seksueel misbruik. Het is óók een belangrijke taak van U, forensisch artsen, om dit soort onterechte vermoedens of valse beschuldigingen - waar nodig en mogelijk - te ontkrachten. Althans, voor zover die vermoedens of beschuldigingen het gevolg waren van een onterechte duiding van het letsel of van andere medische bevindingen.

Terug naar deze driedaagse training! Een training – en daar ben ik heel trots op - die uniek is in zijn soort. Kijk alleen al naar de trainers. Een dreamteam, bestaande uit gelouwerde forensisch specialisten van het NFI, kinderartsen, een kinderradioloog en andere medisch specialisten. Zij zijn bereid gevonden hun bijzondere deskundigheid en ervaring op dit terrein met U te delen. En U gaat zelf ook aan de slag.

Een unieke training dus – en ook vrij compleet. Ik zeg bewust “vrij” compleet, want kindermishandeling bestrijkt een zo brede range, dat het werkelijk ondoenlijk is om alle voorkomende verschijningsvormen in een bestek van drie dagen te behandelen.

Krijgt U in de praktijk ooit te maken met zo’n uitzonderlijk geval, of met een heel complexe zaak, dan adviseer ik U met klem om op te schalen naar het NFI. Daar zit een team van gespecialiseerde forensisch artsen voor U klaar, waar U een beroep op kunt doen voor nader onderzoek en het veiligstellen van sporen.

In totaal zullen 50 forensisch artsen deze training volgen. 50 artsen, dat lijkt veel, maar we moeten realistisch zijn. Per regio gaat het gemiddeld om zo’n twee artsen. Uw deskundigheid zal binnen de regio dus redelijk schaars zijn.

Ik wil wel één ding van U vragen – en dat is een actieve houding. Investeer in uw regionale netwerk: met Veilig Thuis in uw regio, met politie en OM, met artsen en ziekenhuizen, et cetera. Zorg dat U gekend wordt en dat iedereen binnen dat netwerk goed weet: dát is de arts, de gespecialiseerde arts, die we moeten inschakelen, als we vermoedens hebben van fysieke kindermishandeling en seksueel misbruik.

Loopt dat eenmaal goed, dan zult U vaker worden betrokken bij zaken waarin een ernstig vermoeden bestaat van fysieke kindermishandeling of seksueel misbruik. Dat zal ertoe leiden dat we méér gevallen van daadwerkelijke kindermishandeling zullen ontdekken – en effectief kunnen aanpakken.

U gaat hier zo meteen concreet aan de slag. Aan mij de eer om het officiële startschot te lossen voor deze Rielse mini-variant op de opening van het Academisch Jaar. Met als doel: de aanpak van kindermishandeling effectiever maken. Zodat de kans voor een kind om op te groeien in een veilige omgeving opnieuw groter wordt. Kinderen en hun ouders hebben daar tenslotte recht op!

Ik wens U een goede, leerzame en inspirerende “driedaagse”!