Ingezetenencriterium in meer coffeeshopgemeenten onderdeel van beleid

Het coffeeshopbeleid wordt door het kabinet onverminderd doorgezet. Het Nederlandse coffeeshopbeleid is gericht op het kleiner en beheersbaarder maken van coffeeshops. Het beleid is de afgelopen jaren aangescherpt met onder meer het zogeheten ingezetenencriterium om de aantrekkingskracht op drugstoeristen en de overlast te verminderen. Inmiddels hebben 80 van de 103 gemeenten met coffeeshops het ingezetenencriterium opgenomen in het lokale coffeeshopbeleid. Daarnaast hebben 20 coffeeshopgemeenten aangegeven nog bezig te zijn met het aanpassen van hun beleid, en voornemens te zijn het ingezetenencriterium op te nemen.

Dat blijkt uit een brief van minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer over de stand van zaken in het coffeeshopbeleid en het lokale maatwerk dat in de gemeenten wordt gehanteerd. Sinds 1 januari 2013 maakt het ingezetenencriterium onderdeel uit van het landelijk kader van het Nederlandse gedoogbeleid, waardoor alleen personen die in Nederland wonen softdrugs mogen kopen in de coffeeshops.

De lokale driehoek bepaalt op grond van de lokale situatie de prioriteit waarmee de verschillende aspecten van het coffeeshopbeleid worden gehandhaafd. Minister Van der Steur heeft bij de burgemeesters van de 103 gemeenten met coffeeshops benadrukt dat het voor een landelijke coherente aanpak van drugstoerisme van belang is dat het ingezetenencriterium wordt opgenomen in het lokale beleid. Met burgemeesters van de 3 gemeenten die dit nog niet hebben gedaan en ook nog niet hebben aangegeven het te zullen doen, is de minister in gesprek.

Minister Van der Steur heeft ook twee rapporten naar de Tweede Kamer gestuurd over het coffeeshopbeleid. De monitor ‘Coffeeshops in Nederland 2014’ van onderzoeks- en adviesbureau Intraval in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) laat zien dat de eerder ingezette daling van het aantal coffeeshops zich heeft doorgezet. Eind 2014 telde Nederland 591 coffeeshops verspreid over 103 gemeenten. Eind maart 2015 bleek dit verder gedaald naar 582 coffeeshops. Het aantal coffeeshops ligt daarmee voor het eerst sinds de metingen in 1999 onder de 600. Vooral in de grootste gemeenten is het aantal coffeeshops gedaald door onder andere sluiting na een negatief BIBOB-advies, handhaving van het afstandscriterium en overtreding van de gedoogcriteria.

Het rapport ‘Coffeeshops, toerisme, overlast en illegale verkoop van softdrugs 2014’ van het Bonger Instituut in opdracht van het WODC laat zien dat qua overlast en illegale verkoop doorgaans weinig verschil wordt ervaren ten opzichte van 2013. Er komt een divers beeld naar voren, waarbij vooral de zuidelijke regio’s eruit springen als het gaat om softdrugstoerisme, bezoek van niet-ingezetenen in coffeeshops, illegale verkoop en overlast.