Nederland en Afrikaanse landen veroordelen gruwelijk geweld Zuid-Sudan

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in Geneve heeft -mede op initiatief van Nederland- een resolutie aangenomen waarin het recente gruwelijke oorlogsgeweld in Zuid-Sudan nadrukkelijk wordt veroordeeld. Uit een VN rapport blijkt dat tijdens gevechten in de deelstaat Unity wijdverspreide mensenrechtenschendingen zijn begaan. Er zijn aanwijzingen dat het regeringsleger SPLA en gelieerde milities hier schuldig aan zijn. Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking): 'De berichten zijn ronduit schokkend. Met name het geweld tegen vrouwen en meisjes heeft verschrikkelijke vormen aangenomen. Daarbij gaat het niet om incidenten, maar stelselmatige misdaden.'

Unity is een olierijke provincie in het noorden van Zuid-Sudan. Het UNMISS rapport spreekt over (minstens) enkele honderden vrouwen die daar zijn ontvoerd en verkracht. Ooggetuigen melden dat een aantal van hen daarna levend is verbrand. De resolutie -met steun van landen als Nederland, Ethiopië, Ghana, Kenia en Nigeria- roept op tot een onmiddellijk einde aan alle mensenrechtenschendingen. Minister Ploumen: 'De camera’s van de wereld staan momenteel niet in Zuid-Sudan. Daardoor is er minder media aandacht voor wat er daar misgaat. Maar dat maakt de mensenrechtenschendingen en de ontsteltenis daarover niet minder urgent.'

Door de recente gevechten zijn talloze mensen de moerassen in gevlucht. Nog eens 28.000 anderen hebben bescherming gezocht in een vluchtelingenkamp naast de VN basis bij de stad Bentiu.

De resolutie bepaalt ook dat de Raad de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) nader onderzoek gaat doen naar de gebeurtenissen en daar spoedig over rapporteert. Een legerwoordvoerder, die de beschuldigingen van de hand wijst, heeft aangegeven dat VN rapporteurs welkom zijn. Minister Ploumen roept de regering in Juba op om die belofte na te komen, de daders op te sporen en te (laten) berechten. 'Als mensen zien dat daders hun straf niet ontlopen, kan dat helpen om de geweldsspiraal te doorbreken.'

Zuid-Sudan is sinds december 2013 in de greep van een burgeroorlog tussen regeringstroepen en rebellen. Diverse bemiddelingspogingen door de regionale Afrikaanse organisatie IGAD om de strijdende partijen te verzoenen hebben tot nu toe niet tot vrede geleid. Daardoor is een enorme humanitaire ramp ontstaan, met ruim 1,5 miljoen ontheemden in het land zelf en nog eens ruim 500.000 vluchtelingen in de buurlanden. Bijna de helft van de bevolking is inmiddels voor voedsel afhankelijk van humanitaire hulp en hongersnood ligt op de loer.

Nederland besloot vorig voorjaar al de hulp via de centrale regering stop te zetten, uit onvrede over een gebrek aan wil om een einde te maken aan het geweld en het lijden van de bevolking. Die onvrede geldt overigens ook de opstelling van de rebellenleiders. De noodhulp voor de slachtoffers van het gewapende conflict is wel doorgegaan. In totaal heeft Nederland sinds 2012 ruim € 50 miljoen beschikbaar gesteld voor humanitaire ondersteuning.