Toespraak van staatssecretaris Mansveld op Duurzame Dinsdag, Den Haag

Toespraak van staatssecretaris Mansveld (IenM) op Duurzame Dinsdag, op 1 september 2015 in Den Haag.

Dames en heren,

Ik vind het ontzettend leuk om hier te zijn. En ik wil alle winnaars van de Duurzame lintjes feliciteren met hun onderscheiding. Wat is het goed om een dinsdag in het jaar te reserveren voor al die initiatieven die Nederland elke dag duurzamer maken. En dat al voor de 17e keer. Ik wil alle initiatiefnemers bedanken dat ze zich hiervoor inzetten. Duurzame Dinsdag speelt zich natuurlijk af in een groter kader – het doel waarin we elkaar – ook buiten Duurzame Dinsdag – vinden.

En dat doel is: steeds verdere verduurzaming van economie en samenleving en het tegengaan van Klimaatverandering.

En in het halen van dat doel hebben we allemaal een eigen rol. Laat ik dus eerst iets zeggen over mijn rol daarin. Ik begin met Klimaat en zeg tot slot iets over duurzaamheid en Duurzame Dinsdag.

Dit Kabinet werkt consistent aan concrete klimaatdoelen.

Minder CO2-uitstoot – u kent de percentages: 40% in 2030 en 80-95% in 2050. 2) aanpassen aan gevolgen van klimaatverandering die er al zijn en 3) het betrekken van zoveel mogelijk partijen buiten de overheid – zoals hier op Duurzame Dinsdag. Dat is onze ambitie, waarmee we in Parijs een nieuw klimaatakkoord in Parijs willen sluiten. Dat akkoord is geen einddoel, maar een stap naar nog meer ambitie.De uitkomst van ‘Parijs’ moet een stap in de goede richting zijn.En die richting is helder: wij willen leven in een wereld waarin de temperatuur met niet meer dan 2 graden is gestegen.

Wat het Kabinet betreft worden er in Parijs vier zaken geregeld: 1) ten eerste moet er een klimaatakkoord komen, 2) ten tweede leggen alle landen leggen binnen dat akkoord hun eigen klimaatbod op tafel. Alle landen – en dus niet alleen een select groepje, zoals in het Kyoto-verdrag, 3) Ten derde willen we concrete afspraken over het wereldwijd bekostigen van klimaatactie, en 4) ten vierde moet de betrokkenheid bedrijven, steden, provincies, et cetera, goed geregeld worden. Want zonder die partijen te verbinden, komen we er niet.

Bij elkaar is dit een flinke agenda voor 'Parijs' en wat mij betreft worden ze alle 4 geregeld. Maar als je naar het wereldwijde speelveld kijkt, is het een hoge inzet. Het eindresultaat kan dus – op onderdelen – minder goed zijn. Ik, en Nederland – als land, maar ook als onderdeel van de EU –  zullen er alles aan doen om die vier doelen te halen. Want dankzij een nieuw akkoord kunnen we straks sneller. Maar ondanks een nieuw akkoord hebben we ook de dag na Parijs nog te maken met klimaatverandering.

'Parijs' zal ons dus duidelijk maken of we sneller kunnen of meer werk voor de boeg hebben. Voor Nederland is dat extra interessant, want vanaf 1 januari zijn we voorzitter van de EU.

Ik ben een optimist. Ik hoor anderen soms de vergelijking met Kopenhangen maken, maar wat mij betreft is de situatie wezenlijk anders dan toen.

De VS en China laten ongekende ambitie zien en ik hoop dat zij voor de klimaattop nog meer stappen in nemen. Ik hoor ook vandaag weer bemoedigende woorden van president Obama. Ook in het bedrijfsleven zie ik meer ambitie en meer actie – en dat is precies wat we nodig hebben. Daar zie je de actie en de steun komen. In bedrijven zitten de echte innovaties, de stap naar de toekomst. Daarom vind ik het koffertje ook zo belangrijk. Want daarin kan het grote idee zitten. Want elke innovatie begint met een klein idee. En dat idee kan van u zijn.

In dat kader wil ik ook iets zeggen over het nieuws van vandaag. Want u kent de uitspraak van de rechter: de doelstelling van 20% minder CO2 in 2020 moet omhoog naar 25%.

Het Kabinet begint snel met de uitvoering van het vonnis. Er lopen nu een aantal onderzoeken naar de beste manier om dat te doen. Begin volgend jaar nemen we daar een democratisch besluit over.

Maar het Kabinet gaat ook tegen de uitspraak in beroep, omdat we vraagtekens hebben bij de manier waarop de rechter de beleidsruimte van de overheid interpreteert. Deze uitspraak kan gevolgen hebben voor andere beleidsterreinen. En dat willen we door een hogere rechter nog eens goed laten toetsen. Cruciaal voor het Kabinet is dat Klimaatbeleid pas echt effectief is als je het samen doet met de landen om je heen.

Onze ambitie is daarom stevig verankerd in concrete Europese doelen voor 2030 en 2050. Bovendien was Nederland een van de eerste landen die haar eigen bod (INDC) voor 'Parijs' op tafel legde, waarmee we andere landen gestimuleerd hebben om ook ambitie te tonen.

En om die ambities echt waar te maken, bouwen we aan een nieuwe, groene economie en een duurzame samenleving. En dat is de brug naar Duurzame Dinsdag.
Want dit is een van de manieren waarop we die nieuwe economie bouwen. Ik pleit in Parijs voor meer betrokkenheid van bedrijven, steden en andere organisaties bij het oplossen van grote vraagstukken.

Zoals ik verantwoordelijk ben voor mijn beleid, zo verwacht ik van bedrijven zo nodig nieuwe verdienmodellen en producten en het openen van nieuwe, duurzame markten. Gelukkig zijn er steeds meer (grote en kleine) bedrijven die een leidende rol pakken – of het nu in de Nederlandse Klimaatcoalitie of daarbuiten.

En belangenorganisaties en NGO’s hebben de taak om het klimaat op de agenda te houden en het publiek te mobiliseren.

En uiteraard verschil je dan soms met elkaar van mening over het proces en de snelheid. Maar uiteindelijk moet ons doel zijn om steeds weer een stap vooruit te zetten. En daarom ben ik zo blij met initiatieven uit de samenleving: mensen en organisaties die zelf aan de slag gaan met duurzaamheid en minder uitstoot van broeikasgassen.

Alle 272 initiatieven uit het koffertje zijn van belang. Het zijn kleine en grotere stappen vooruit, die we samen nemen. En bij elkaar opgeteld zijn ze een nog sterkere invulling van onze klimaatdoelen. Hoe klein ze soms mogen zijn – ze zijn een showcase op weg naar Parijs. Bovendien – en dat is het beste nieuws – is het koffertje een stuk voller dan vorig jaar – ruim zestig initiatieven meer.

Dat laat zien dat duurzaamheid doordringt in de samenleving. Het komt overal in ons leven terug - ook in elk beleidsterrein van het Kabinet. En zo hoort het.
Het maakt nieuwe initiatieven interessanter en er komen steeds meer markten voor ontwikkelingen die zowel economisch als qua duurzaamheid vernieuwend zijn.

Hét thema waarop dat goed zichtbaar is, is afval. Ik heb altijd gezegd: 'Afval is sexy', en ik hoorde iemand dat laatst weer zeggen. En daar werd ik blij van. 'Van Afval naar Grondstof' is een nieuw thema in het koffertje – en dat is een mooie ontwikkeling. We innoveren zo snel als het om afval gaat. In de afgelopen jaren heb ik diverse overeenkomsten met meerdere sectoren gesloten om dat te versnellen. Zo werken we steeds verder toen naar een samenleving waarin afval niet meer bestaat, maar als een volwaardig economisch product wordt gebruikt. Dit jaar zitten er in het koffertje ook opvallend veel ideeën bij voor hergebruik van plastic. Ook dat past uitstekend bij het beleid om de plastic kringloop dicht te maken.

Ik ga graag aan de slag om deze ideeën verder te brengen. Soms is daar lange adem voor nodig. Maar dat betekent wel dat we NU aan de bak moeten! Want elke grote vooruitgang is ooit begonnen met een klein idee. Dat betekent dat je elke dag opstaat met de drang om weer een stap verder te zetten. Ik in ieder geval wel.

Vooruitgang is een kwestie van dagelijkse keuzes. En het mooie is: op die manier zijn we duurzaamheid aan het inbedden in ons hele leven. Ik heb begrepen dat sommige ideeën uit de afgelopen 17 jaar echt groot geworden zijn. Daarom ga ik de beste 10 ideeën uit het koffertje ook dit jaar weer een steun in de rug geven.

En we gaan samen verder om van de klimaattop in Parijs een succes te maken, zodat we wereldwijd nog meer Klimaatambitie en -actie tonen.

Dank u wel.