Middendorp: "ISIS moet worden verslagen"

Een jaar duurt de strijd tegen ISIS nu. De effecten zijn zichtbaar mede dankzij de meer dan 1.400 Nederlandse vluchten boven Irak met zo’n 1.000 wapeninzetten. Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp: “Onze inzet boekt resultaat. ISIS is op veel plekken in het defensief gedrongen. De strijders lijden zware verliezen. Ook kunnen ze moeilijker aan brandstof en wapens komen. De coalitie heeft de opmars weten te stoppen en de bewegingsvrijheid is beperkt”.

Middendorp benadrukt echter vandaag, tijdens een bezoek aan het detachement in het Midden Oosten, dat ISIS nog niet is verslagen. “Nog steeds worden mensen op brute wijze vermoord, vrouwen verkracht en kinderen klaargestoomd voor extreme daden. We moeten ISIS bestrijden en de mogelijkheid ontnemen het gevecht aan te gaan.”

ISIS en andere terroristische organisaties vormen een directe dreiging voor het Midden-Oosten. Daarnaast veroorzaakt het geweld instabiliteit aan de grenzen van Europa, met mogelijk vergaande gevolgen voor onze eigen veiligheid.

Elke militair een rol

Alle Nederlandse militairen zijn zeer gemotiveerd en beseffen het belang van de missie. Elke militair heeft een rol in het detachement om bij te dragen aan de taak van de 60 landen tellende coalitie die tegen ISIS strijdt, in zowel Irak als Syrië. Overigens gaat het niet alleen om acties vanuit de lucht, maar ook op de grond. De lokale Iraakse eenheden moeten in staat gesteld worden weer controle te krijgen over hun dorpen en gebieden. Hiervoor worden er in Irak, mede door Nederlandse instructeurs, Iraakse militairen getraind tot special forces. Verder worden in Erbil Peshmerga opgeleid door de coalitie. Ook traint de coalitie andere Iraakse veiligheidstroepen om te opereren op een hoger niveau. Alle coalitie-inspanningen werpen hun vruchten af, want alleen al in Irak verloor ISIS 30% terrein in verstedelijkt gebied.

Effect

De militaire campagne is een onderdeel van de brede civiel militaire aanpak om ISIS te bestrijden. “De luchtaanvallen maken het mogelijk ISIS in het hart te raken bij bijvoorbeeld trainingskampen, commandoposten en opslagplaatsen. Dat beperkt ISIS in de mogelijkheden om die middelen te gebruiken. En voorkomt onnodig leed. De luchtaanvallen gebeuren zéér zorgvuldig om te voorkomen dat je onschuldige burgers, doelen van coalitiepartners treft of andere nevenschade veroorzaakt. Nederlandse vliegers worden daarbij regelmatig gevraagd missies van meerdere nationaliteiten en meerdere toestellen boven Irak te leiden”, aldus Middendorp. “Deze missies worden zorgvuldig voorbereid en gepland. Kennis van tactieken, procedures en wapens wordt daarbij gecombineerd. Dat valt niet te onderschatten.”

Defensie reduceerde wel de luchtmachtbijdrage sinds 1 oktober met 2 toestellen. Middendorp: “Onze bijdrage blijft van belang, ook al hebben we het aantal F-16’s verminderd naar 4, plus nog 2 als reserve. We hebben namelijk ook vliegtuigen en vlieguren nodig om onze mensen, die nu niet tegen ISIS zijn ingezet, getraind te houden”, legt hij uit.

Vluchtelingenprobleem

Luchtaanvallen zijn niet alleen bedoeld om ISIS-doelen uit te schakelen. Ze dienen ook ter bescherming van onder vuur liggende grondtroepen. Of om Iraakse strijdkrachten en Peshmerga te helpen zodat ze de kans krijgen op te rukken naar vijandelijke posities om een gebied of positie te veroveren. Middendorp: “We leveren een bijdrage om te zorgen dat Europa veilig blijft, door vrede buiten de Europese grenzen af te dwingen. Daarbij doen we indirect iets aan het vluchtelingenprobleem. Want als we erin slagen een land stabiel te krijgen, werken we ook aan het verkleinen van het vluchtelingenprobleem in Europa, in Nederland. De strijd tegen ISIS is een missie van lange adem, maar wel een die we moeten voeren.”