Speech van de minister van VWS, Edith Schippers, bij het Jaarcongres van het Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie op de Dag van de Fysiotherapeut in Utrecht

Speech van de minister van VWS, Edith Schippers, bij het Jaarcongres van het Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie op de Dag van de Fysiotherapeut in Utrecht, 6 november 2015.

Beste mensen,

Zo’n dag van de fysiotherapeut is een mooi moment om het vak even in de schijnwerpers te zetten. Om even stil te staan bij waar het ook weer om gaat. Helemaal na zo’n onrustige tijd. Met bestuurswisselingen, een nieuwe bestuursvoorzitter en directeur is er nu weer rust in de tent. Dat is mooi want er komt veel op u af.

In 2030 is een kwart van onze bevolking 65-plus, en naar schatting zijn er dan zo’n 7 miljoen mensen chronisch ziek. En die mensen willen zo lang mogelijk aan het werk blijven, weer aan het werk komen, mobiel zijn. Zo lang mogelijk zelfredzaam zijn, zelf aan het roer blijven in hun leven -  ook als ze oud zijn of ziek. Ze willen zoveel mogelijk kwaliteit van leven houden. U bent daarbij ontzettend belangrijk. Goed dus om daar bij stil te staan.

Hoe gaat u dat allemaal doen? Dat is een hele urgente vraag, want die ontwikkelingen zijn natuurlijk al lang begonnen. Nu al is het ontzettend belangrijk dat u mensen betrekt bij de keuze voor de goede behandeling. Dat het patiënten, maar ook verzekeraars duidelijk is, wat u doet. Nu al is het cruciaal dat u samenwerkt met andere zorgaanbieders.

Maar dat vraagt het één en ander van u.

En net als de huisartsen, en heel veel andere zorgaanbieders, krijgt u te maken met steeds meer indicatoren, steeds meer formulieren, steeds meer regels. Als dat nuttig is en het goede doel dient, dan is dat niet erg. Maar als het overbodige zinloze regels en formulieren zijn, dan kan en moet het anders.

Uit de evaluatie van de zorgverzekeringswet is ook gebleken dat de balans tussen verzekeraar en individuele beroepsbeoefenaar onevenwichtig is. Dat moet dus anders.
Deze zomer zijn wij met elkaar aan tafel gaan zitten, huisartsen, patiënten, verzekeraars, ACM, en VWS en we hebben – heel plat eigenlijk- gewoon regel voor regel, formulier voor formulier gekeken: is dit nog nodig? Kan dit weg? En wat draagt dit formulier eigenlijk bij aan betere zorg voor de patiënt? Opschonen en opruimen dus.

Deze zomer is ook de relatie met de zorgverzekeraars aan bod gekomen. Die hebben een heel belangrijke rol in onze gezondheidzorg. Door scherp in te kopen – goede kwaliteit tegen een aanvaardbare prijs – houden we de gezondheidszorg goed en betaalbaar. Dat is in het belang van ons allemaal. Van de premiebetaler, maar ook van de patiënt.

Het systeem gaat uit van een onderhandeling: wat is nodig? Wat kunt u bieden? Wat is extra kwaliteit? Die onderhandeling is er nu niet. En zo is het nooit bedoeld.

Samenwerking in de zorg, met andere zorgverleners is nodig. Is onderdeel van het vak. Toch heeft er een idee postgevat dat het niet mag. Maar als het in het belang is van een patient moet het zelfs!

Er kan vaak meer dan wordt gedacht. Dat heeft de Autoriteit Consument en Markt pas nog eens heel duidelijk gemaakt. De bakens moeten worden verzet. Werk dus samen. En bij twijfel, krijg je niet meteen een boete. De  Autoriteit Consument en Markt gaat eerst met je in gesprek. Als er iets aan de hand is, dan is de mogelijkheid om bij te sturen normaal. Er is dus veel ruimte. En vrees is niet nodig.

Beste mensen,
Ik ben een groot voorstander van het gezegde: ‘beter goed gejat, dan slecht bedacht’. 

We mogen dat in de zorg wel wat vaker doen. Want er ligt een prachtig plan van de huisartsen. Dat is niet 1 op 1 toepasbaar op de praktijk van Fysiotherapeuten, en andere zorgverleners in de eerste lijn. Maar wel een inspiratie. En daarom was er drie dagen geleden een bijeenkomst. Daar waren zorgverzekeraars, de vereniging eerstelijns overleg, het Paramedisch Platform Nederland, de patiëntenvereniging NPCF, de Nederlandse Zorgautoriteit en VWS bij elkaar. Om het initiatief van de huisartsen een vervolg te geven voor andere eerstelijns zorgverleners. U bent daarbij ook vertegenwoordigd.  Er werd gekeken hoe professionals, verzekeraars, patiënten, de zorgautoriteit en VWS samen de knelpunten van zorgprofessionals kunnen aanpakken. Het ijzer smeden als het heet is.

Het is van belang dat we hiervan een succes maken, dat we de zorg zo verbeteren met elkaar. Ik ben hiervoor tot op het bot toe gemotiveerd en ik hoop u ook!

Tegelijk vind ik ook dat we ons moeten afvragen of we het wel goed hebben geregeld in het pakket. Vergoeden we de fysiotherapie wel slim? Leidt het systeem niet juist tot lang behandelen, ook waar dat eigenlijk niet zinnig is. Moeten we niet veel meer inzetten op zuinig en zinnig? Kortdurend waar het kan, langdurend waar het moet, niet waar het niet helpt. Moet er niet veel meer ruimte zijn voor innovaties voor substitutie van zware zorg naar fysio als dat beter helpt tegen minder kosten? Ik heb het Zorginstituut gevraagd mij te adviseren over of, en zo ja, hoe een andere invulling van het pakket, kan leiden tot betere zorg.

Beste mensen, u hebt een prachtig vak, waarmee u verschil maakt in het leven van mensen. Het verschil tussen ziek en gezond. Tussen meedoen en thuiszitten. Tussen afhankelijkheid en autonomie. Meer kwaliteit van leven.

En dat is ontzettend belangrijk.

Ik wil graag samen met u een omslag organiseren, een omslag naar praktisch aan de slag: overbodige regels de deur uit, het maximaal betrekken van de patiënt bij zijn behandeling. Gepast gebruik van de schaarse middelen om de zorg ook betaalbaar te houden: niet minder dan moet, niet meer dan kan, samenwerken en blijven vernieuwen. Daarbij vraag ik expliciet aandacht voor gebruik van de kennis die in de sector aanwezig is.  Intervisie om de kwaliteit te verhogen en inzichtelijk te maken, gebruik van spiegelinformatie. Veel is mogelijk, veel meer dan we nu gebruiken. We moeten aan de slag.