Toespraak van minister Schultz van Haegen bij EIP Water conferentie Leeuwarden

Speech is in het Engels uitgesproken

Toespraak van minister Schultz van Haegen (IenM) bij de opening van het internationale congres voor watertechnologen (European Innovation Partnership) op 10 februari 2016 in Leeuwarden. 

Dames en heren,

Welkom in Nederland! Goed om zoveel experts van zoveel verschillende disciplines en verschillende landen bij elkaar te zien. Ik zal u meteen vertellen waarom ik dit van groot belang vind.

U kent Nederland waarschijnlijk wel als waterland. Ik ben ook trots op onze reputatie. Zeker als er ergens ter wereld na een waterramp te horen is: Bring in the Dutch!

Maar er is natuurlijk veel méér nodig dan Dutch knowledge alleen. Overal ter wereld kampen we steeds vaker met te veel, te weinig of te vies water. Water is mondiaal gezien risico nummer één volgens het World Economic Forum. Dat vraagt om één groot internationaal samenwerkend waterfront. 'Bring in the Dutch' is lang niet genoeg!

Daarom zeg ik zelf graag: bring in the world! Bring in the scientists. Bring in the PHD’s. Bring in the engineers! Bring in the water-experts of any discipline of any country!  

Mijn complimenten aan de stad Leeuwarden en aan waterinstituut Wetsus dat u erin geslaagd bent de EIP Water Conference dit jaar naar Nederland te halen. Dat zegt iets over de kracht van uw netwerk.

Ik kijk natuurlijk ook met een Europese bril naar u. Nederland is de 1e helft van dit jaar voorzitter van de EU. Een bijzondere verantwoordelijkheid. Maar ook een kans om het waterbeleid van de EU hoger op de kaart te zetten en waar mogelijk effectiever en innovatiever te maken.

Dat doen we samen met onze partners Slowakije en Malta die na ons het EU-voorzitterschap bekleden.

Ik kom daar nog op terug. Ik wil u eerst vertellen hoe ik persoonlijk betrokken ben geraakt bij het watervraagstuk.  

Ik kan me nog heel precies herinneren wanneer dat was.

Dat was in Banda Atjeh, in Indonesië. De stad die tijdens de Kerst van 2004 volledig is verwoest door een tsunami. Kort na de ramp bezocht ik Indonesië – en de verwoesting die ik zag, staat nog altijd op mijn netvlies gebrand. Een kwart van de inwoners was omgekomen. Ik herinner me nog dat een radioschip dat op zee lag, ogenschijnlijk moeiteloos bovenop een huis – midden op het eiland – was gekwakt.

Deze beelden hebben me nooit meer losgelaten. Ze confronteerden me niet alleen met de enorme kracht van het water. Maar ook met de stille ramp direct erna: er is meteen een groot gebrek aan schoon water waardoor veel mensen overlijden aan de gevolgen van diarree.

Dat besef is daarna alleen maar verdiept: ik heb de kracht van het water en de gevaren van vies water, gezien in de kwetsbare Mekongdelta in Vietnam en in de Irrawaddy-delta Myanmar. Maar ook in New Orleans na orkaan Katrina, in New York na orkaan Sandy.

Als je die verwoesting en ontwrichting zelf hebt gezien, gehoord en geroken, dan realiseer je dat zowel waterveiligheid als waterkwaliteit niet vanzelfsprekend is. Er is een antwoord nodig waarbij deltatechnologie en watertechnologie hand in hand gaan.

Want natuurlijk zijn er sterke waterkeringen nodig. Maar er is meer nodig. Ook bijvoorbeeld een bedrijf als Bright Spark - hier uit Friesland - dat direct na de tsunami een noodoplossing bood met een innovatieve elektrochemische techniek om water te desinfecteren. Zeer relevant: er sterven jaarlijks 5 miljoen kinderen aan de gevolgen van diarree.

Ik heb me 2 dingen voorgenomen.

Ten 1e heb ik me gerealiseerd dat mijn land door een eeuwenlange strijd met het water heel veel kennis en expertise heeft opgedaan waar andere landen hun voordeel mee kunnen doen. Ik wil die kennis over waterveiligheid en waterkwaliteit steeds vernieuwen door ze te verbinden met experts wereldwijd. En die kennis actief de wereld over brengen.

En ten 2e is het essentieel dat we niet alleen na de ramp aan het werk gaan, maar juist de ramp proberen voor te zijn. Preparation in stead of reparation. Dat idee kan en moet nog hoger op de internationale agenda.

Hiervoor maak ik mij graag hard, binnen Europa maar ook bij de OESO, de Wereldbank en in VN-kader, als vice-voorzitter van het High-Level Experts and Leaders Panel on Water and Disasters.

Het klimaatakkoord van Parijs laat gelukkig wel zien dat de politieke aandacht voor preparatie en adaptatie steeds groter wordt. Ieder land moet zich voorbereiden op de toekomst. Dat is ook waar mijn land op dit moment volop mee bezig is.

Ik weet niet hoe goed u mijn land kent, maar laat ik een vraag stellen: wie is hier geland op Schiphol?

Dan bent u geland op de bodem van een drooggelegd meer. 5 meter onder zeeniveau.

En wie heeft er op Schiphol water uit de kraan gedronken? Het beste drinkwater ter wereld zonder chloortoevoeging! Eigenlijk een technologisch wonder! Want hoe gek het ook klinkt voor een nat land als Nederland: zoet water is hier allesbehalve vanzelfsprekend. Als we niets doen heeft de helft van ons land geen vers drinkwater.

Want aan de ene kant hebben we te maken met verzilting door de Noordzee. Aan de andere kant zijn we afhankelijk van de grote Europese rivieren die bijna allemaal met alle sediment uitmonden in Nederland. Nederland is het afvoerputje van Europa. En zeker met alle nieuwe stoffen en medicijnresten is het een voortdurende uitdaging voor alle watertechnologen van ons land om in deze omstandigheden het beste drinkwater te maken.

Het is dan ook cruciaal dat we goed samenwerken met andere Europese landen, nieuwe technologie uitproberen, nieuwe kennis opdoen, en met vallen en opstaan vooruitgang boeken!

Ik geef u enkele voorbeelden:

  • De Nereda-zuiveringstechniek. De nieuwe standaard op het gebied van biologische zuiveringstechniek die inmiddels over de hele wereld wordt verkocht. Ontstaan door 20 jaar samenwerking tussen universiteiten waterschappen en ingenieursbedrijf. Minder chemische stoffen en energieverbruik, minder ruimte nodig waardoor het zeer interessant is voor stedelijke gebieden.
  • Ander voorbeeld is de Afsluitdijk.  Sommigen van u zijn er geweest. Op deze magische plek willen we water en innovatie verbinden. Als enige plek ter wereld staat hier een osmosecentrale waarmee we energie winnen uit zout en zoet water: blue energy. Volstrekt nieuwe technologie die hier in Leeuwarden in het lab van Wetsus is uitgevonden.
  • Een heel ander voorbeeld zijn de Marker Wadden, aan de westkant van het IJsselmeer. Dit jaar beginnen we met de aanleg van nieuwe eilandjes. De eilandjes bieden bescherming tegen de golfslag zodat er minder zware dijken nodig zijn. Maar ze geven het gebied ook een ecologische oppepper omdat het door de afsluiting van de zee, een onaantrekkelijk gebied is geworden. Juist hier heeft interactie met burgers een belangrijke rol gespeeld. Geen technologische maar een vorm van bestuurlijke innovatie.

Het gaat me niet om de voorbeelden; het gaat me om de achterliggende gedachte.  Ik vind het belangrijk dat Nederland een proeftuin van de wereld wordt.

Oplossingen die we hier vinden - mede dankzij expertise vanuit het buitenland - zijn niet alleen voor ons land van belang maar helpen ook andere landen. Of het nu gaat om het zuiveren van water, het hergebruiken van afvalwater of het zorgen voor waterveiligheid. Daarom stimuleer ik internationale samenwerking. Niet alleen tussen overheden, maar ook tussen bedrijven en wetenschappers.

De afgelopen jaren heb ik wereldwijd veel waterprojecten bezocht – Indonesië, Vietnam, Colombia, Bangladesh -  en ik doe dat altijd met een delegatie van bedrijfsleven en kennisinstellingen. Zij hebben de praktische oplossingen.

En ook de samenwerking binnen Europa heeft een grote meerwaarde. Maar ik ben ervan overtuigd dat de EU nog innovatiever kan en moet worden.

Er is al veel verbeterd, ik denk bijvoorbeeld aan een programma als Horizon 2020 waarmee de Europese Commissie een goede stap vooruit heeft gezet. Er is meer balans in fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek gekomen.

Maar het kan altijd beter. EU-regelgeving op het gebied van aanbestedingen wordt nog teveel als een belemmering ervaren. Daarom ben ik blij dat er met de nieuwe regelgeving in april wel meer ruimte komt voor een integrale aanpak. Hierdoor kunnen overheid en bedrijfsleven in een vroeg stadium samen innovaties ontwikkelen en inzetten. Dat is een goede stap en ik hoop dat u er volop gebruik van maakt!

Tot slot.

Nieuwe ideeën en innovaties met een maatschappelijk belang ontstaan niet vanzelf. Ze kunnen niet worden gekocht door de overheid met subsidies en ze komen niet spontaan tot stand door de markt.

Wat wel werkt is een actieve overheid die zorgt voor sense of urgency en die partijen  - en experts zoals u - bij elkaar brengt, en het makkelijker maakt om aan de slag te gaan. Hier wil ik me persoonlijk voor inzetten, zeker ook tijdens het Europees voorzitterschap.

Ik laat me graag inspireren door experts als u. Want het is nodig dat u aangeeft waar het knelt, waar belemmeringen zijn en waar kansen liggen om een maatschappelijk zeer urgent vraagstuk als het watervraagstuk innovatiever en efficiënter aan te pakken. Ik hoop daarom nog veel van u te horen! 

Dank u wel.