Ministerraad 12 februari 2016

Inleidend statement minister-president Rutte:
Laat ik beginnen met de goede berichten gisteren van het CBS. Ik denk dat die cijfers bemoedigend zijn. We zien dat het nu zo is dat de Nederlandse economie inmiddels 7 kwartalen op rij aan het groeien is. En in 2015 was die groei bijna 2%. Daar zit ook een behoorlijk gaseffect in, een verlaging van de gasproductie. Dat effect is zo'n 0,4%, dus als je gaat kijken naar de onderliggende groei dan is die nog een stukje beter zelfs dan die 1,9%. In ieder geval een verdubbeling van de groei ten opzichte van 2014. Als je gaat kijken naar de Europese cijfers dan zitten we ook echt aan de bovenkant van de eurozone en aan de bovenkant van Europa qua groei in Nederland. Ook goed op te zien dat de werkgelegenheid zich goed ontwikkelt. We hebben het er vaak over, je ziet dat in het laatste kwartaal van 2015 er bijna 50.000 banen bij zijn gekomen. Dat is de grootste banengroei in 4 jaar tijd. En we zien dat nu tegenover bijna 600.000 werklozen, dat is nog steeds uiteraard een veel te hoog cijfer. Maar daar tegenover 600.000 werklozen inmiddels bijna 150.000 open vacatures staan. We hebben natuurlijk veel van elkaar gevraagd. De regering heeft veel gevraagd van Nederland, we hebben met elkaar de schouders er onder moeten zetten de afgelopen jaren om uit de crisis te komen. Maar je ziet nu wel dat de resultaten ook echt zichtbaar worden. Maar nogmaals, we zijn pas tevreden als ook die werkloosheid, dat getal van bijna 600.000 als dat ook verder gaat dalen. Dan is natuurlijk de vraag: waarom gebeurt dat niet nu al met die enorme toename van de banengroei? We zitten op dit moment op zo'n 10 miljoen banen in Nederland. Een record. Dat heeft ermee te maken dat mensen die waren afgehaakt van de arbeidsmarkt terugkeren op de arbeidsmarkt, zich weer melden. En dat absorbeert in belangrijke mate die groei. En daarom zie je dat het aantal werklozen, het absolute aantal werklozen, nog te weinig daalt. Dus daar moeten we nog meer aan doen met elkaar. Tegelijkertijd is er ook natuurlijk oog voor de internationale ontwikkelingen. Niet alles is positief internationaal dus daar hebben we ook aandacht voor om de vinger aan de pols te houden bij die internationale ontwikkelingen om te bezien wat dat dan betekent voor het nationale beeld. Je ziet groeiverwachtingen neerwaarts bijgesteld worden op dit moment internationaal in o.a. de VS, in China, je ziet ook de Duitse industrie wat haperen. De olieprijs is laag, de inflatie is laag. En we zien ook de beurzen wereldwijd ontwikkelingen naar beneden. Zoals de forse daling in de afgelopen dagen. Tegelijkertijd kun je nog een heel debat voeren of lage olieprijzen goed of slecht zijn. Die zijn in ieder geval niet perse slecht lage olieprijzen voor de economische ontwikkeling. We kijken in maart natuurlijk ook naar de ramingen van het CPB hoe die zich ook ontwikkelen en we gaan voorlopig uit van een gestage groei ook dit jaar. 

En dan het tweede onderwerp en het laatste onderwerp voor mijn inleidend statement. Het voorzitterschap van Europa. Volgende week donderdag, althans van de Raad moet ik zeggen, niet van heel Europa, anders krijg ik ruzie met alle andere voorzitters, daar zie je dat we volgende week donderdag en vrijdag een Europese Raad hebben. Die top staat naast het Britse referendum, wat een belangrijk onderwerp zal zijn, voor een belangrijk deel natuurlijk in het teken van het vluchtelingenvraagstuk. We staan voor de gezamenlijke opgave om die vluchtelingenstroom in Europa in te dammen. Daarover zijn goede afspraken gemaakt maar het komt wel aan natuurlijk op de uitvoering van die afspraken. Bijvoorbeeld de afspraken die gemaakt zijn met Turkije. Alle tijd die beschikbaar is ook in aanloop naar  de Europese Raad wordt intensief gebruikt om daar ook weer zo veel mogelijk vervolgstappen te kunnen zetten. Wij hebben daar nu als voorzitter een bijzondere verantwoordelijkheid. Mijn collega Bert Koenders gaat zondag, maandag naar Griekenland en Macedonië om daar te spreken over het vluchtelingenvraagstuk. We zien natuurlijk dat daar een belangrijk gebied is. En Liliane Ploumen brengt bezoeken aan Oostenrijk, Slowakije, Slovenië en Servië. Dat doet ze maandag en dinsdag, allemaal in het kader van het voorzitterschap. Dus er gebeurt veel voor en achter de schermen. Ik ben zelf ook bezig. Vandaag telefonische gesprekken gevoerd, vanavond naar Parijs naar mijn, niet mijn collega want hij is president en geen premier, maar in ieder geval naar president Hollande. Veel telefonisch contact deze en volgende week met veel Europese collega's. Dat alles als opmaat naar de Europese Raad om daar zo veel mogelijk resultaat te boeken.