Mediawet aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met de nieuwe Mediawet. De regionale omroep kan meteen aan de slag met de wetswijziging. De veranderingen bij de landelijke publieke omroep gaan in nadat een aanvullend wetsvoorstel is aangenomen. Dit aanvullende wetsvoorstel regelt onder andere dat de politiek op grotere afstand komt bij benoemingen in de mediasector.

Dekker: 'Nu de Kamer heeft ingestemd met de Mediawet, kan de regionale omroep voortvarend aan de slag om haar samenwerking vorm te geven. Een sterke regionale omroep is immers van vitaal belang voor de nieuwsvoorziening in de regio, van Limburg tot Friesland. Ik ga nu mijn uiterste best doen om het aanvullende wetsvoorstel zo snel mogelijk aan de beide Kamers aan te bieden, zodat ook de landelijke omroep snel haar energie kan richten op dat waar het om gaat: het maken van mooie, onderscheidende publieke programma's voor een divers publiek.'

Regionale Publieke Omroep kan aan de slag

De Eerste Kamer koos voor de constructie van een aanvullend wetsvoorstel om de regionale omroepen gelegenheid te geven door te gaan met de reorganisatie en de vorming van de Regionale Publieke Omroep (RPO). Dit nieuwe samenwerkingsverband maakt het mogelijk voor regionale omroepen om expertise en faciliteiten beter te delen. Door overhead te beperken blijft verhoudingsgewijs meer geld over voor programma's.

Bezuiniging op de RPO

Met ingang van 2017 moet de Regionale Publieke Omroep structureel 17 miljoen euro bezuinigen. Dit volgt uit het regeerakkoord. De inzet is daarbij dat de programmering zoveel mogelijk wordt ontzien. De RPO moet zorgen voor de uitvoering daarvan. Aangezien de Mediawet later in werking treedt dan aanvankelijk de planning was, is besloten de RPO het eerste jaar tegemoet te komen door de bezuiniging voor in ieder geval 50% te compenseren. 

Landelijke publieke omroep versterkt

De Mediawet heeft tot doel de programmering van de landelijke publieke omroep te versterken door deze meer onderscheidend te laten zijn ten opzichte van commercieel aanbod. In de kern doet de wet drie dingen: 

  • In de eerste plaats wordt de kerntaak van  de publieke omroep beperkt tot informatie, cultuur en educatie. Amusement mag alleen nog als middel, als dit direct of indirect bijdraagt aan deze kerntaken. 
  • In de tweede plaats wordt de creatieve competitie vergroot. Naast de traditionele omroepen krijgen ook programmamakers van buiten het bestel direct toegang tot de NPO. 
  • In de derde plaats krijgt de NPO hiertoe een steviger regierol. Naast een meer centrale rol in de keuze voor programma-ideeën, wordt ook de rol van de NPO op het vlak van doelmatigheid, rechtenexploitatie en de positionering van de publieke omroep als geheel versterkt. 

Met deze drie punten zullen kijkers en luisteraars kunnen blijven rekenen op een stevige NPO die de relevante programma's laat zien.

Aanvullende waarborgen benoemingen

De Eerste Kamer heeft staatssecretaris Dekker gevraagd om in een aanvullende wet extra waarborgen te organiseren die voorkomen dat de politiek invloed krijgt op de dagelijkse programmering. Dit is extra van belang nu de NPO een sterkere rol krijgt.  Tot op heden was het gebruikelijk dat de bestuurders en toezichthouders van de NPO door de minister werden geworven en benoemd. Om iedere schijn van politieke beïnvloeding te voorkomen, wordt in de aanvullende wet geregeld dat de werving en voordracht voor benoeming nu op afstand van de minister worden geplaatst.

Vervolgproces

Het streven is om het aanvullende wetsvoorstel voor het zomerreces aan de Tweede Kamer en vervolgens aan de Eerste Kamer aan te bieden. Zodra ook de Eerste Kamer met het voorstel heeft ingestemd, kunnen het landelijke deel van de Mediawet en het aanvullende wetsvoorstel in werking treden.