Toespraak van minister Schultz van Haege voor de Space Solutions Conference

Toespraak van minister Schultz van Haegen (IenM) bij de Space Solutions Conference op 30 mei 2016 in Den Haag.

Dames en heren,

Zojuist bent u getuige geweest van de ondertekening van de  host agreement voor het Galileo Reference Centre. Ik ben zeer blij met deze stap – en dat zeg ik niet alleen omdat het centrum in Noordwijk komt!

Ik ben ervan overtuigd dat het nieuwe centrum een impuls betekent voor de kwaliteit van satellietdata, en daarmee ook voor een beter gebruik van data. Het past volledig in de accentverschuiving die plaatsvindt in ons ruimtevaartprogramma. Lange tijd was dit het terrein van de techniek en de wetenschap. Maar dat zien we nu in hoog tempo veranderen. En dat maakt het tot een zeer fascinerende periode.

Want het wordt steeds duidelijker dat satellietdata belangrijke bijdragen kunnen leveren aan indringende aardse vraagstukken, zoals de voedselvoorziening, waterveiligheid en klimaatbeheersing. Dat maakt het onderwerp van vandaag – het gebruik van satellietdata – ook zo relevant en urgent.

Want we kunnen nog beter samenwerken om die grote waarde van satellietdata ook echt te kunnen verzilveren. Ik ben ervan overtuigd dat het gebruik van satellietdata alleen maar urgenter en relevanter wordt. Maar als we daar goed gebruik van willen maken is uw deskundigheid en creativiteit  hard nodig.

Laat ik een paar voorbeelden geven uit mijn eigen werk. Bijvoorbeeld waterveiligheid, een onderwerp waar ik mij veel mee bezighoud, nationaal en internationaal.

Waterveiligheid is een urgent vraagstuk waar veel landen mee kampen. We zien wereldwijd dat steeds meer mensen naar grote steden trekken in laaggelegen deltalanden. Door klimaatverandering, zeespiegelstijging en soms ook nog bodemdaling ontstaat er hierdoor een groot veiligheidsrisico voor miljoenen mensen.

Ik vind dat we ons beter moeten voorbereiden. Preventie en risicobenadering moeten veel hoger op de internationale agenda komen te staan. Dat scheelt mensenlevens en hoge kosten. Satellietdata zijn hiervoor doorslaggevend. Dankzij deze data kunnen we bijvoorbeeld tot op de straatklinker berekenen waar het water zou kunnen komen als een waterkering het begeeft. Ook kunnen we tot op de millimeter het vochtgehalte van dijken berekenen met behulp van satellietdata.  

Cruciaal voor beleidsmakers en politici. Want met deze nieuwe gegevens kunnen we veel gerichter maatregelen nemen en keuzes maken.
Denk bijvoorbeeld aan de inrichting van onze steden en de planning van de ruimtelijke omgeving: we kunnen nog beter veilige locaties van vitale infrastructuur bepalen, zoals energiecentra of ziekenhuizen. Ook kunnen we met satellietdata heel precies nagaan op welke plaatsen dijkversterking nodig is. Mijn land heeft inmiddels de eerste stappen gezet met het toepassen van satellietdata voor het monitoren van dijken.

Ik ben groot voorstander van het uitproberen en toepassen van nieuwe technieken omdat dit de enige manier is om verder te komen. Mijn inzet is om daar ook andere landen bij te betrekken. Ik gebruik daar bestaande samenwerkingsverbanden voor – zoals de EU – maar ook nieuwe – zoals de Deltacoalitie. Dat is een samenwerkingsverband van 12 andere deltalanden. We hebben deze coalitie vorige maand opgezet. Het uitwisselen van kennis is nadrukkelijk een van de doelen.

Laat ik nog een ander voorbeeld geven waar satellietdata cruciaal zijn: smart en green mobility.

Ter illustratie neem ik u even mee naar Amsterdam, half april dit jaar. Nederland organiseerde toen de Transportraad, de vergadering van EU-transportministers. Al mijn collega’s en ik hebben toen een rit van 15 kilometer gemaakt door een van de drukste delen van Amsterdam met een zelfrijdende auto. Alle grote Europese autofabrikanten hebben hiervoor een auto geleverd. En weet u wat er gebeurde? Iedereen kwam veilig en op tijd aan!

Het geeft aan hoe ver we zijn met onze technologie. De komende 20 jaar gebeurt er in de auto-industrie meer dan de afgelopen 100 jaar. Zeker als we satellietdata beter kunnen toepassen en kunnen combineren met elkaar.

Nu communiceren de auto’s vooral nog met elkaar en met de weg. Maar natuurlijk kán en wíllen we meer, bijvoorbeeld:

  • -    Waar bevinden de andere weggebruikers zich?
  • Waar zijn de  opstoppingen te verwachten?
  • Hoe het staat met de luchtkwaliteit?
  • Wat zijn de weersomstandigheden en welke invloed hebben deze op het verkeer?  

Hiermee kunnen we weggebruikers veel gerichter aanwijzingen geven over snelheid, route en baangebruik. Daarmee verbetert niet alleen de doorstroming maar ook de veiligheid en de luchtkwaliteit.

U begrijpt het al: hiervoor zijn meer en betere satellietdata nodig. Die data komen steeds meer tot onze beschikking. Dat betekent dat de druk toeneemt om deze data op een goede manier te gebruiken. Uw ideeën en initiatieven zijn daarvoor heel hard nodig. Belangrijke vragen zijn:

Welke mogelijkheden ziet u om ervoor te zorgen dat data ook echt open data blijven?

Hoe voorkomen we dat ieder land op een eigen manier omgaat met satellietdata?

Natuurlijk is het ook aan de politiek om hiervoor de juiste voorwaarden te scheppen. De Nederlandse regering is hier volop mee bezig, zeker tijdens het Europees voorzitterschap. Zo ben ik er trots op dat we tijdens de Transportraad in Amsterdam tot een Declaration of Amsterdam zijn gekomen. Een concrete goede stap vooruit.

Alle EU-lidstaten gaan meer samenwerken om smart en green mobility beter van de grond te krijgen. We gaan gelijk optrekken en meer gezamenlijk pionieren met  nieuwe technologie zoals zelfrijdend vervoer. We willen voorkomen dat we dit allemaal los van elkaar doen. Het gebruik van satellietdata is hier onlosmakelijk mee verbonden. Laten we aan de slag gaan.

Daarom eindig ik met David Bowie en zijn Major Tom die naar de aarde keek.

'Planet earth is blue
And there is nothing I can do.'


Bowie had zijn eigen associaties en dat leverde een fantastische song op. Voor ons geldt het omgekeerde:

'Planet earth is blue
And there is só much we can do'


Dank u wel.