Speech van Minister Schippers op Jan Brouwer conferentie te Haarlem

Beste mensen,

Een paar maanden geleden vroeg Marlies Veldhuijzen van Zanten mij of ik hier vandaag wilde zijn. Ik heb daar onmiddellijk ja op gezegd. Niet alleen vanwege het onderwerp.

Ouder worden is een ontzettend boeiend thema dat tegenwoordig bijna 1 op 1 wordt genoemd met kosten en problemen – daarover straks meer. Ik zei ook meteen ja, omdat dit verzoek kwam van iemand met wie ik heel fijn heb samengewerkt. Een oud-staatssecretaris die ik enorm waardeer voor het werk dat zij heeft verzet.

En dit is een mooie gelegenheid om daar even bij stil te staan. Marlies heeft in haar tijd als staatssecretaris de praktijk het ministerie binnengebracht. Daar heb ik ook heel veel aan gehad. Ik herinner me goed hoe we hebben samengewerkt aan het nieuwe beleidskader voor de Inspectie voor de GZ. En hoe waardevol haar kennis en ervaring daarbij zijn geweest.

Marlies, als specialist ouderengeneeskunde weet jij natuurlijk ontzettend veel van het thema van vandaag. En waar ik blij om ben, is dat ik in de uitnodiging en het programma het woord ‘vergrijzing’ niet ben tegengekomen. Vergrijzing klinkt zo grauw, zo problematisch. Tijd voor de kapper, denk ik dan stiekem

U heeft het vandaag over langlevendheid. Dat is in mijn ogen weer wat plechtstatig en ambtelijk, maar het is in elk geval positief! Toch spreek ik zelf liever gewoon over “ouder worden”.

Ik wil om te beginnen graag een filmpje laten zien: [instart filmpje]

Beste mensen, de Duitse student die dit filmpje heeft gemaakt als studie-opdracht, kon het aanvankelijk niet kwijt bij Adidas. Ouderen? Dat paste niet bij hun branding. Maar toen het filmpje een enorme hit werd op social media, boden ze hem een baan aan.

De samenleving verandert snel, vaak sneller dan politici, instituten, wetenschappers en dit geval zelfs pr-mensen in de gaten hebben.

Want we worden niet alleen steeds ouder. We blijven ook steeds langer gezond.

De gezonde levensverwachting van een 65-jarige man is vanaf 2000 toegenomen met bijna 2,5 jaar. Tussen 1985 en 2000, was dit maar een half jaar. De gezonde levensverwachting van een 65-jarige vrouw is vanaf 2000 toegenomen met ruim 2 jaar. Tussen 1985 tot 2000 nam die levensverwachting juist af met bijna 2 jaar.

Een enorme vooruitgang dus in de afgelopen 15 jaar.

En de ouderen van nu willen hun leven zelf vormgeven. Hun muziekinstrument blijven bespelen, hun huisdier blijven verzorgen, vrijwilligerswerk doen of zelfs betaald werk. Of blijven hardlopen, zoals de man in dit filmpje.

Nog niet zo lang geleden waren er mannen die op hun 65ste naar het verzorgingshuis gingen als hun vrouw was overleden. Ik zag dat met mijn eigen ogen als ik mijn moeder bezocht die werkte in een verzorgingstehuis.

Veel mensen beseffen dat niet.

Ik hoor wel eens mensen zeggen: vroeger werden er tenminste dingen in het verzorgingshuis ondernomen; gingen ze met opa een dagje weg. Maar vaak was opa dan ergens in de 60 of in de 70 en gezond. In verzorgingshuizen komen mensen tegenwoordig als ze echt al heel veel mankeren en behoorlijk ziek zijn. Ze blijven daar gemiddeld nog geen twee jaar.

De toegenomen welvaart in Nederland is ook zichtbaar in de sterk verbeterde omstandigheden in deze verzorgingshuizen. Ja u hoort het goed, verbeterde omstandigheden. In 1983 had een bewoner nog maar 30 vierkante meter tot zijn beschikking, nu is dat minimaal 72 vierkante meter. 

Maar een nog veel grotere vooruitgang is dat 4 van de 5 mensen van 80 jaar en ouder gewoon thuis woont. In 1980 was dat maar 30 procent.

Natuurlijk vraagt ouder worden om een aanpassing van ons allemaal.  Als je langer leeft, kan het zijn dat je 2 keer een nieuwe heup krijgt in plaats van 1 keer. Maar je ligt geen week meer in het ziekenhuis. Je wordt meteen gemobiliseerd. De opa’s en oma’s van nu doen vrijwilligerswerk, passen op kleinkinderen. Vaak wel met één of meer chronische ziektes. Maar die zijn zo goed te behandelen dat zij zichzelf niet als ziek beschouwen.

Vrouwen van 70 zijn mantelzorger voor hun moeder van 90. Een heel nieuw verschijnsel.

Maar wat een mooie ontwikkeling. Dat wat de generaties voor ons eeuwenlang als belangrijkste streven hadden, is ons gelukt! We leven langer, en ook langer in goede gezondheid.

En ook voor wie niet gezond is, is er steeds meer perspectief, steeds meer kwaliteit van leven. Geweldig! Daar investeren we ook in. Daar wordt in laboratories over heel de wereld keihard aan gewerkt.

En toch benaderen wij dit vooral als probleem. En niet alleen dat: wij maken daar een splijtzwam van tussen generaties.

Niet alleen als het gaat om de gezondheidszorg. Waar discussie ontstond over de vraag of ouderen wel moeten meebetalen aan kraamzorg, en jongeren aan de wijkverpleging

Ook in de pensioendiscussie zien we dat generaties tegenover elkaar komen te staan.

Ouderen roven de pensioenpotten leeg en willen alles voor zichzelf, zegt een aantal jongeren. Handen af van ons  zuurverdiende pensioen, zegt een aantal ouderen.

Er is wel een verschil in die discussies

De tegenstellingen tussen jong en oud bij pensioenen zijn veel scherper dan bij de zorg.

Bij pensioenen gaat de herverdeling rechtstreeks van jong naar oud, en zo is het systeem ook bewust opgebouwd. Bij de zorg gaat de herverdeling in de eerste plaats van gezond naar ziek, en daarmee alleen via een omweg, indirect, van jong naar oud.

De herverdeling van jong naar oud in de zorg is dus eerder een gevolg dan een ingebakken ontwerpkeuze, zoals bij pensioenen. Het Nederlandse pensioenstelsel is één van de beste van de wereld. Dat is nog steeds zo, maar tegelijkertijd zijn mensen te lang in de waan gehouden dat zij na hun pensioen 70 procent van hun laatstverdiende loon zouden krijgen.

Dat is al lange tijd onhoudbaar, maar we hebben mensen veel te laat meegenomen in de veranderende omstandigheden.

Vroeger ging je op je 65ste met pensioen. Daar kon je dan nog een paar jaar van genieten.

Nu worden mensen gemakkelijk 90 of ouder.

In plaats van een paar jaar, genieten we 20 of 30 jaar van ons pensioen. Een groot verschil. Daar moet we ons op aanpassen. Hoe? Nou, bijvoorbeeld door verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.

Het is geen populaire maatregel om de pensioengerechtigde leeftijd afhankelijk te maken van de levensverwachting.

Maar het is onvermijdelijk nu mensen soms wel een derde van hun leven  pensioen ontvangen. Ook moet het pensioenstelsel worden aangepast. De afgelopen periode is daarop het één en ander gebeurd, maar we zijn er nog niet. Meer keuzevrijheid bij het aanvullend pensioen, bijvoorbeeld een deeltijd-pensioen. Of je pensioen in 1 keer kunnen opnemen om je huis af te lossen. Een persoonlijker pensioen, met meer eigen regie. Dat is de richting die we op moeten.

Dit zijn moeilijke debatten en besluiten, maar wel uiterst relevant voor de houdbaarheid en vooral voor het draagvlak van ons pensioenstelsel.

In de zorg is deze relatie met ouder worden veel minder eenduidig.

Omdat een hogere levensverwachting niet meteen hoeft te leiden tot hogere zorgkosten en hogere premie.

Bovendien: ook ouderen betalen mee aan de zorg, door middel van de zorgpremie en eigen bijdragen. Ouderen betalen geen AOW-premie of pensioenpremie meer.

Er is nog een veel belangrijker reden waarom de zorg geen splijtzwam tussen generaties hoeft te zijn: we zijn er in geslaagd om de kostengroei in te dammen, ondanks méér ouderen die ook langer leven, maar wél met chronische ziekten en dus met zorg. We hebben dat gedaan zónder dat we het pakket hoefden te verkleinen!

Het basispakket groeit maand op maand. Met nieuwe behandelingen en geneesmiddelen.

Sinds 2013 lopen de zorgkosten in de pas met de economische groei. Dat is niet zomaar wat. Daar moeten we even bewust bij stilstaan. Dat betekent dat de zorg nu duurzaam betaalbaar is. Ook dat is iets waar we lang naar hebben gestreefd.

En het is eindelijk gelukt! We kunnen de groei van het aantal ouderen en chronisch zieken kennelijk heel goed aan.

Niet vanzelf, nee. We moeten er hard voor werken. De zorgakkoorden hebben hier aan bijgedragen, waar iedereen in de zorg zijn handtekening onder heeft gezet.

Merkloze medicijnen hebben hier aan bijgedragen. In merkloze medicijnen zit de werkzame stof, maar het geneesmiddel is vele malen goedkoper dan het origineel.

De countervailing power in de zorg heeft daar aan bijgedragen. Met hun contractering verbeteren zorgverzekeraars de prijs-kwaliteit verhouding in de zorg. Zij bieden tegenwicht aan de groeireflex. Zij worden door velen als de boeman in de zorg gezien. Maar ze hebben het wél voor elkaar gekregen. De zorg heeft tegenkracht nodig.

Tegelijkertijd zijn de resultaten van de zorg beter.

De vermijdbare sterfte in ziekenhuizen daalt jaar op jaar.

De overlevingskansen bij veel vormen van kanker stijgen jaar op jaar. De service en patiëntvriendelijkheid in ziekenhuizen is enorm verbeterd. Afspraken worden achter elkaar gepland, zodat je niet steeds hoeft terug te komen. Er is verse koffie. Kinderziekenhuizen zijn niet meer kil en afstandelijk maar juist ingericht op gezinnen, gezellig, warm.

De hervorming van de langdurige zorg was moeilijk. Het heeft ook jaren gekost voordat het daadwerkelijk gebeurde. De langdurige zorg, zoals die was, bracht ons elk jaar verder in de schulden. Veel mensen weten dat niet. Elk jaar was er in het fonds van de AWBZ een tekort van 3 miljard euro. In 2015 was dat al opgelopen tot 20 miljard.

We weten ook: als we vanaf volgend jaar weer op de oude voet verder zouden gaan, nemen de kosten weer toe - net als in het verleden.

Het is eigenlijk net als met diëten. Bent u dat ook van plan dit jaar? Nou ik kan u vertellen, het is leuk als je op een gezond gewicht bent, maar dan begint het pas. Houd je die verstandige leefstijl vol? Of ga je weer los? Met jojo-en als gevolg. Dat hebben we in de zorg natuurlijk ook gezien. Overschrijdingen – bezuinigingen – overschrijdingen- bezuinigingen. Daar wordt niemand beter van.

Maar hoe houden we dan die gematigde kostengroei vol, terwijl we tegelijkertijd de zorg blijven verbeteren?

Niet door pessimisme. Niet door te klagen. Niet door generaties tegen elkaar uit te spelen. Niet door zondebokken te zoeken, zoals nu gebeurt ten aanzien van de verzekeraars.

Duurzame betaalbaarheid en betere zorg bereiken we ook niet door een karikatuur te maken van onze gezondheidzorg. Ik sta af en toe perplex over de beelden die langskomen.

In alle betrouwbare internationale  ranglijsten staat Nederland in de top. Op het internationale toneel worden we geroemd.

Omdat we goede, toegankelijke zorg bieden voor een gemiddelde prijs. In de Oeso-ranglijst staan we wat betreft de curatieve zorg op plaats 13, en samen met de Langdurige Zorg, waar wij relatief veel geld aan uitgeven, op plaats 7. We kunnen de bezoeken van buitenlandse delegaties die komen kijken hoe wij dat toch doen, bijna niet aan. Mensen zijn tevreden over hun eigen dokter. Die krijgt gemiddeld een 8-min. Maar wist u dat ze ook tevreden zijn over hun eigen verzekeraar? Die krijgt een 7,5 tot 8.

Maar als je de kranten leest, tv kijkt, sociale media volgt, dan ga je bijna denken dat onze zorg van Derde Wereldniveau is.

Beste mensen, laten we elkaar niet gek maken met irreële beelden, met karikaturen, met doemdenken. Laten we feiten scheiden van meningen.

Duurzame betaalbaarheid en betere zorg, ja, daar moeten we aan werken. Door de problemen waar die zich voordoen, praktisch aan te pakken. Met vereende krachten.

De administratieve lasten moeten naar beneden. Bij de huisartsen zijn die aangepakt. Samen. Dat moet in de rest van de zorg met voorrang worden aangepakt. Het is cruciaal dat de verschuiving van de zorg naar de buurt en thuis doorzet. Met volle inzet van e-health en technologie. Juist voor al die ouderen. Wat zij nodig hebben is zorg die zich aan hen aanpast; niet andersom. Ik moet denken aan een dermatoloog die tot de conclusie kwam dat 80 procent van zijn patiënten niet in het ziekenhuis thuishoorde, maar bij de huisarts. Hij zei: “Ik ben nog geen collega tegengekomen die het anders ziet. Behalve één. Die zei: het is 95 procent.”

Dat is niet alleen verspilling van geld, maar vraagt ook onnodig veel tijd en inspanning van patiënten. Deze dermatoloog is niet gaan klagen, maar zelf aan de slag gegaan. 6000 huisartsen kunnen nu een dermatoloog online laten meekijken bij een consult. Binnen 5 uur is er een diagnose. 75 procent van de patiënten hoeft niet door naar het ziekenhuis.

Hartstikke fijn voor de patiënt. Het is overigens ook 40 procent goedkoper.

200.000 mensen met diabetes kunnen bij de optometrist om de hoek terecht als ze oogklachten hebben. De specialist kijkt online mee. 96 procent minder doorverwijzingen naar het ziekenhuis.

Dit zijn de oplossingen waar mensen op zitten te wachten. Gemak, kwaliteit en betaalbaarheid gaan hand in hand.

Het is cruciaal dat we nog veel meer inzicht krijgen in wat goede zorg is. Wat is de toegevoegde waarde van een behandeling? En mag de patiënt daar ook kennis van nemen?

Zodat hij echt kan meebeslissen? En de arts zelf; mag die dat ook weten? Zodat hij zich kan blijven verbeteren?

Hoe komt het dat vergelijkbare patiënten met een agressieve vorm van prostaatkanker bij het ene ziekenhuis wel bestraling én hormoontherapie krijgen en bij het andere niet.

Terwijl die hormoontherapie hun leven kan verlengen? Waarom is in het ene ziekenhuis de kans groter dat de prostaat wordt verwijderd dan in het andere ziekenhuis; met alle gevolgen van dien?

Dit zijn de reële problemen. Hier moeten we mee aan de slag.

In de zorg werken mensen die daarvoor hebben gekozen; die dat vaak met passie doen. Zij gaan ’s ochtends naar hun werk om zo goed mogelijk zorg te verlenen. Om er te zijn voor hun patiënten. De artsen, psychiaters, fysiotherapeuten, de verpleegkundigen…

Zij zijn onze partners! Zij zijn ons kapitaal. Laten we doorgaan op de ingeslagen weg. En de zorg zelf vragen wat nodig is. De zorgakkoorden hebben niet alleen voor rust gezorgd en het onderlinge vertrouwen opgebouwd; ze hebben de kosten enorm gedrukt: de economische groei en de groei van de zorgkosten moeten met elkaar in balans blijven.

Laten we deze weg voortzetten. Er moet veel gebeuren en dat kan ook. Technologie helpt ons. De creativiteit en de innerlijke drive van de professionals helpt ons. De wil om de zorg beter te maken bij alle partijen helpt ons. De grenzen aan wat kan helpen ons.

Polarisatie is niet nodig. Pessimisme is niet nodig.

Ja, we staan voor een grote uitdaging, maar we hebben voor hetere vuren gestaan en we kunnen dit aan.

Niet tegenover elkaar. Maar met elkaar.

Dank u wel