Toespraak minister van Defensie Hennis-Plasschaert tijdens lintjesregen

Toespraak van minister van Defensie  J. A. Hennis-Plasschaert ter gelegenheid van de lintjesregen op 26 april 2017 in Den Haag.

Let op: alleen gesproken woord geldt!
 

Goedemorgen dames en heren,
Van harte welkom op het departement in Den Haag.  En graag wil ik in het bijzonder de decorandi welkom heten.
Ik realiseer mij dat de meesten van u - tot enkele momenten geleden - in de veronderstelling waren dat deze dag u iets heel anders zou brengen!
Familie, vrienden en collega’s, allen zijn behoorlijk creatief geweest om u nietsvermoedend naar deze locatie te lokken. Zij wisten ervan. Maar voor u was, en is, het een verrassing.  Naar ik hoop: een aangename verrassing.


Want vandaag zijn we hier bijeen voor een bijzondere gebeurtenis:  de uitreiking van Koninklijke Onderscheidingen in de ‘Orde van Oranje Nassau’.  Ofwel: de jaarlijkse lintjesregen.
Een oude traditie die teruggaat tot ver in de 19e eeuw. Van oudsher vindt dit staatsritueel plaats op of rond de verjaardag van de regerende vorst of vorstin. En dan met name sinds de oprichting van  de Orde van Oranje-Nassau in 1892, deze aprilmaand precies 125 jaar geleden!
Ieder jaar opnieuw wordt een flink aantal mensen op deze wijze in het zonnetje gezet. Mensen die op een of andere bijzondere manier iets voor onze samenleving hebben betekend.
Ook voor mij, als minister van Defensie, is dit een mooi moment. En ik beschouw het als een eer om u zo dadelijk een Koninklijke onderscheiding te mogen opspelden, voor bijzondere verdiensten, binnen en buiten Defensie.  De waarde van deze onderscheiding doet er toe. Het gaat hier om individuele prestaties, ongeacht maatschappelijke status, militaire rang of adellijke afstamming.
Dragers van deze Koninklijke onderscheiding zijn in feite gewone mensen met een bijzondere inzet en vaak een ongekende betrokkenheid bij mens en maatschappij.  Zij hebben hun daden zodanig laten spreken dat Zijne Majesteit hen daarvoor wil eren.
En de waarde van deze dag is dat wij die bijzondere prestaties, in alle openbaarheid markeren en daarmee onze erkenning.
Uw inzet symboliseert de kracht van de Nederlandse samenleving. Samen de schouders eronder.
Een stap verder zetten dan er van je verwacht mag worden. Dit is wat Nederland sterk maakt.
En die inzet is helemaal niet zo vanzelfsprekend. Het vergt passie en vastberadenheid. Dit moeten we willen koesteren!
Uw inzet is opgevallen.  Uw inzet heeft het verschil gemaakt. Draag uw lintje met trots,
geniet er van, het komt u zeer toe!


Dames en heren,
Dan ga ik nu over tot het opspelden van de versierselen behorende bij de toegekende Koninklijke onderscheidingen. Ik zal u daartoe één voor één, en op alfabetische volgorde, naar voren roepen.
Allereerst Kapitein-ter-zee-arts Blom, mag ik u verzoeken?
Als ik kijk naar uw staat van dienst, dan vallen een aantal dingen op, maar 1 ding staat centraal en dat is het helpen van mensen. U dit doet niet alleen als arts, maar ook veelvuldig buiten uw vakgebied.
Sterker nog: uw hele gezin zet zich in om anderen te helpen.  Als crisisopvang voor pleegkinderen.
Uw deur staat open voor kinderen die tot rust moeten komen, voor kinderen die een stabiele plek zo ontzettend hard nodig hebben. Zo bijzonder! De waarschuwingstijd voor de opvang is vaak extreem kort. Van goede opvang kan dan alleen sprake zijn wanneer het pleeggezin stabiel en flexibel is.
En dat is uw gezin. De beslissing om crisisopvang te gaan verzorgen werd door uw hele gezin gezamenlijk genomen. En daardoor heeft u voor vele kinderen een groot verschil gemaakt!
En weer iets heel anders, maar ook u langdurige inzet voor de Base- en softball Club Alphians, tekent u. Werkelijk iedere denkbare functie, binnen de club, heeft u wel bekleed.
Collega’s omschrijven u als eerlijk, duidelijk en oprecht. Als het gaat om de kwaliteit van de zorg, dan bent u wars van conformisme. U staat voor uw opvattingen en weet dit op een duidelijke en prettige manier voor het voetlicht te brengen. Iets wat ik recent ook zelf ook mocht ondervinden tijdens een Politiek Beraad.  Op zeer heldere wijze beschreef u hoe de staat van onze geneeskundige dienst. En ik dank u hiervoor.
Op deze manier kennen ze u trouwens ook in de gemeente Alphen a/d Rijn.  Ze omschrijven u daar als glashelder en indringend. Geen verkeerde eigenschappen, zeg ik u als mede-politicus. Van 2002 tot en met 2005 bent u voor de PvdA lid van de gemeenteraad en fractievoorzitter geweest.
En ja, ook binnen uw vakgebied staat u allerhande organisaties bij met raad en daad. Zo worden uw bijdragen aan de klachtencommissie van het Zaans Medisch Centrum én aan de commissie van toezicht bij de penitentiaire inrichting Haaglanden alom gewaardeerd.
Binnen Defensie wordt u verder omschreven als een belangrijke opinieleider binnen de militaire gezondheidszorg. Niet voor niets zijn uw opvattingen bepalend geweest voor de kern en ook de uitwerking van de nieuwe visie op die militaire gezondheidszorg. U mag hier echt trots op zijn.
Dokter Blom,
Het is mij dan ook een groot genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd, u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau met de Zwaarden.


Adjudant-onderofficier Van Eldik, mag ik u verzoeken?
In 1990 bent u in dienst gekomen. U werd toen geplaatst bij het Wapen der Infanterie. Gedurende uw loopbaan bent u overgestapt naar het Dienstvak van de Logistiek, het Regiment Militaire Administratie. En op 2 van uw uitzendingen, naar voormalig Joegoslavië en Afghanistan, heeft u ook als kasbeheerder gefunctioneerd.
U bent een militair in hart en nieren. U hebt de militaire dienst voor een periode verlaten, maar het camouflagepak bleef trekken.
Overigens begreep ik uit betrouwbare bron dat u ook uw 4 dochters heeft laten kennis maken met bepaalde aspecten van het ‘militair zijn’.  Zo leerde u uw dochters survivallen in het bos, inclusief het maken van een vuurtje. Toen uw dochters deze techniek vervolgens zelf toepasten waren ze daar uiteraard zeer trots op. Dat er bij die gelegenheid ook een schuurtje in de brand vloog … maakte u ietsje minder blij …
Uw vrienden en collega’s omschrijven u als integer, punctueel, initiatiefrijk, behulpzaam en een financiële duizendpoot.  En 1 van uw collega’s omschreef uw punctualiteit als volgt:
'Hij heeft de nimmer aflatende drang om zijn werk goed en compleet uit te voeren. Zelfs tot over de pijngrens van sommige andere collega’s.'
Als u het mij vraagt: eigenschappen die goed passen bij een militair administrateur, maar zeer zeker ook bij iemand die verantwoordelijk is voor het toewijzen van functies.
Niet in Limburg geboren, maar volgens uw vrienden goed geïntegreerd in het Limburgse leven.
En zoals menig Limburger, een liefhebber van speciale bieren.
U staat er om bekend dat u werkelijk altijd én voor iedereen klaar staat. Zo helpt u vele mensen in uw omgeving met hun belastingaangiftes.
En de veteranen gaan u aan het hart. Al jaar en dag zet u zich met veel passie en energie in voor hun welzijn. U reist stad en land af om fondsen te werven, maakt financiële systemen en houdt de administratie op orde. Dit doet u niet alleen voor het Regionaal Coördinatie Team Wapenbroeders Zuidelijk Nederland maar ook voor de Stichting Limburgse Veteranendag.
En ja, ook in dezen komen uw eigenschappen, die ik zojuist opsomde, weer tot volle wasdom. Hou dat vast.
Adjudant Van Eldik,
Met het oog op aard, duur en betekenis van uw activiteiten op het gebied van de veteranenzorg en ook de belangeloze inzet voor uw naasten, heeft het Zijne Majesteit behaagd u te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden.


Meneer Den Hertog, mag ik u verzoeken?
Van 1991 tot 1993 was u als dienstplichtig militair werkzaam bij de geneeskundige troepen van de Landmacht. Waarschijnlijk ligt hier de basis voor uw hulp aan veteranen. Later sprak en ontmoette u militairen die - als gevolg van hun uitzending - kampten met trauma’s. Sommigen van hen kregen niet de aandacht die ze nodig hadden. U zag ruimte voor verbetering.
In 2007 startte u op uw eigen woonadres een militair inloophuis. U biedt hulp aan veteranen die door hun ervaringen in de maatschappij zijn vastgelopen. En die hulp biedt u niet alleen aan de veteraan, maar als dat nodig is, ook aan diens gezin.
De waarde van deze 'nulde lijns-zorg' is eindeloos groot, juist omdat het voor veteranen vaak de eerste drempelloze zorg biedt vanuit een vertrouwde omgeving. De harde lessen uit het verleden hebben inmiddels geleid tot een goed zorgstelsel voor veteranen in Nederland, zeker als ik dit vergelijk met andere landen. Dit betekent uiteraard niet dat er niets meer te verbeteren valt.
Eén ding weet ik zeker dat uw zorg, die 'nulde lijns-zorg',  in dit alles een cruciale rol vervult.
Aanvankelijk deed u deze werkzaamheden samen met uw vrouw, op eigen initiatief en op eigen kosten. Sinds 2010 is er een stichting waarvan u onbezoldigd directeur bent geworden: de stichting Maatschappelijke Dienstverlening Kameraadschap Legereenheden.
En ik heb mij laten vertellen dat u een bijzondere sfeer heeft gecreëerd in dit inloophuis, met oud legermateriaal, aangeklede poppen, boeken en ga zo maar door.  Een sfeer waarin veteranen zich thuis voelen.
Ook heeft u een cursus ontwikkeld om vrijwilligers te adviseren over ‘hoe om te gaan’ met bepaald gedrag van veteranen. Dit is belangrijk voor de ondersteuning van deze vrijwilligers. En ook andere inloophuizen of instellingen maken hier inmiddels gebruik van.
Al met al zorgt u - met al deze activiteiten - voor een waardevol vangnet, een vangnet dat voorkomt dat veteranen - door hun soms indringende ervaringen - in grote problemen verstrikt raken.
Meneer Den Hertog, in uw belangrijke werk heeft u zich belangeloos ingezet voor uw medemens.
En niet onvermeld mag blijven dat u na een vreselijk ongeluk ook zelf veel voor uw  kiezen kreeg.
Het is mij daarom een groot genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd, u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.


Adjudant-onderofficier Jaminon, mag ik u verzoeken?
IJverig, initiatiefrijk, sociaal betrokken, loyaal en enthousiast. Zomaar enkele eigenschappen die collega’s aan u toeschrijven. Al meer dan 36 jaar bent u een gewaardeerde collega, leidinggevende, vrijwilliger en ook vriend voor velen.  Als professional staat u al jaren uw mannetje binnen de gronduitrusting van de Koninklijke Luchtmacht op vliegbasis Volkel.
Trouw aan uw vakgebied staat u uw collega’s met raad en daad bij:

  • in het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan zowel vliegtuig-  als niet-vliegtuig-gebonden grondapparatuur…
  • het bewaken van de gereedheidsstatus van het materieel…en…
  • het managen van de werkplaats.

Voorts bent u een onmisbare spil voor de personeelsvereniging, Luchtmachtdagen, familiedagen, Volkel in de Wolken en Veghel in Hout.
Dat deze activiteiten vaak in de avonduren of in het weekeinde plaatsvinden … is voor u nooit een probleem.
En wat u misschien wel het meest kenmerkt, is uw toewijding aan de medemens. Uw inzet als vrijwilliger is niet onopgemerkt gebleven. Voor voetbalvereniging UDI, de scouting en de stichting jeugdbelangen St Petrus.
'Zonder Jo zouden we niet het clubhuis hebben dat we nu hebben', liet Eric Arts, de voorzitter van de scouting, mij weten.
'Een stille kracht op de achtergrond, die door zijn technische kennis ons onmisbare spreekwoordelijke oliemannetje is binnen de vereniging', dat voegde de voorzitter van de voetbalvereniging, Paul Rupp, hier nog aan toe.
Uw passie om jongeren te ondersteunen, zien we trouwens ook terug bij Defensie. U bent een coach voor jonge collega’s. U stimuleert, motiveert en enthousiasmeert VeVa-leerlingen om een technisch beroep te kiezen.
Dat uw enthousiasme aanstekelijk werkt, hebben vele collega’s beaamd. Zowel op de thuisbasis als in uitzendgebieden blinken ‘uw jongens’ uit, door diezelfde toewijding, inzet en passie voor het vak.
U heeft dit aan ze overgebracht.
En dan heb ik het nog niets eens gehad over uw inzet op als voortrekker van de herinrichting van het functiehuis van de vakgroep Mechanica, of als adviseur van de vakoudste.
U staat voor uw mensen. Een man met een warm hart.
Adjudant Jaminon,
Het is mij dan ook een groot genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd u te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden.


Luitenant-kolonel Kappen, mag ik u verzoeken?
Voor mij staat een betrokken mens in vele opzichten. Een bruggenbouwer, initiator, katalysator: bekwaam en gewaardeerd. Niet alleen ten dienste van de Koninklijke Luchtmacht, maar ook daarbuiten.
U vervult een grote rol binnen Scouting Nederland. Begonnen als jeugdlid, ontwikkelde u zich al snel tot een initiatiefrijke jongeman met organisatietalent. Het was daarom niet zo gek dat u met uw 18 jaar al deel uitmaakte van de leiding van de Scouting Stadskanaal.
Uw ervaringen kwamen u goed van pas en dit alles bracht u in de vele jaren daarna in de praktijk:
'De jeugdleden moeten immers plezier hebben, net als ik vroeger',  zo was uw devies.
Het moet bijna wel zo zijn dat hier de basis werd gelegd …
… voor uw carrière als officier.
En bij de vervulling van uw functies zijn uw enthousiasme en ook organisatietalent nog altijd belangrijke sleutelwoorden.
Zo nam u als commandant van de cadetten-wing het initiatief voor verbetering van de opleiding voor aanstaande luchtmachtofficieren en gaf u leiding aan de uitwerking van nieuwe modules.
Ook vervulde u een sleutelrol in het concretiseren van aanbevelingen uit de risicoanalyse-opleidingen en nam u het voortouw in de evaluatie van de reorganisatie.
Over u wordt gezegd – en ik citeer:
'Hij laat iedereen in zijn of haar waarde, ongeacht achtergrond of krijgsmachtdeel, maar vergeet daarbij niet het belang van de organisatie. Door zijn innemende persoonlijkheid weet hij mensen voor zich te winnen.'
En dat zien we steeds weer terug, zowel in uw huidige functie als commandant van de groep luchtmachtreserve als in uw maatschappelijke betrokkenheid.
Inmiddels bent u toegetreden tot het projectbureau van Scouting Nederland, coacht en adviseert u volgende generaties scouts en vele anderen.
Daarnaast zet u zich al 10 jaar in voor de jaarlijkse kerstpakkettenactie van de regionale Raad van Kerken. Dorpsbelang Wolfheze kan rekenen op uw bijdrage als bestuurslid en de Oranjevereniging Wolfheze op uw voorzitterschap.
Ook heeft u zich ingezet voor het opknappen van 2 monumenten op de regionale begraafplaats, ter herdenking van de gevallenen van het bombardement op Wolfheze in september 1944.
Overste Kappen,
Het is mij dan ook een groot genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden.


Kapitein-luitenant-ter-zee Kramer, mag ik u verzoeken?
In schaarste herkent men de meester.
Als zeldzame hoeder van het materieel en immaterieel erfgoed  van de Koninklijke Marine, zorgde u in tijden van schaarste dat de gebruiken, regels en mores van 528 jaar marine-historie niet verloren gingen.
Dat de tradities en het gedachtengoed en daarmee de krachtige identiteit van ons oudste krijgsmachtdeel behouden bleef.
Uw aandacht hiervoor is de constante factor in vrijwel alle functies die u heeft vervuld en dit alles vond veelal plaats in uw vrije tijd.
Door uw ongeëvenaarde kennis op het gebied van tradities, ceremonies, vaandels en uniformen, bent u al jarenlang de vraagbaak voor commandanten en directeuren.
U borgde deze kennis voor de toekomst in het virtueel Bureau Ceremonieel en Protocol. En u droeg ook zelf aan die rijke maritieme historie bij.
Want door uw bemoeienis pronkt op het uniform van onze koning een esthetisch prachtig koninklijk distinctief dat de band van ons staatshoofd met de Koninklijke Marine zichtbaar maakt. En door uw bemoeienis dragen de eerste marinemannen en -vrouwen vol trots het Erekoord CZSK voor levensreddend optreden.
En ook persoonlijk ben ik u zeer erkentelijk voor uw inzet.
2 maanden geleden sprak ik bij de 75e herdenking van de Slag in de Javazee. Een ontroerende en waardige gebeurtenis en in mijn speech vertelde ik onder meer over meneer Jans.
Dit alles ga ik hier niet herhalen, maar ik benoem graag wel het feit dat hij verantwoordelijk was voor 1 van de kanons aan boord van Harer Majesteits Kortenaer.
‘Kanons’ en dus niet ‘kanonnen’ …
Cruciaal voor de fijnproever.
Overste Kramer, de afgelopen jaren heeft u mij vele malen geholpen met het juiste gebruik van marine-termen.  Ogenschijnlijk een detail, maar voor mij altijd van groot belang.
Het tekent uw manier van werken. Grondig, met aandacht en een enorme kennis van zaken.
En op deze wijze heeft u ook vele ceremoniële bijeenkomsten in goede banen weten te leiden.
Als organisator en spreekstalmeester. Waaronder de indienststelling van de Karel Doorman en de dapperheidsonderscheidingen voor 2 mariniers.
Mijlpalen die niet alleen voor de betrokkenen van grote waarde zijn, maar ook voor Defensie in brede zin.
Overste Kramer,
Het is mij dan ook een genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd, u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden.


Meneer Van Leeuwen, mag ik u verzoeken?
10 jaar lang was u korporaal bij de Nationale Reserve van de Landmacht. U ondersteunde bij Prinsjesdag,  Dodenherdenking, Veteranendag, calamiteiten en vele andere activiteiten.
Helaas moest u stoppen vanwege een blessure die u opliep tijdens het sporten bij de Natres.
Dat weerhield u er echter niet van om, samen met uw echtgenote, actief te worden voor het thuisfront van de landmacht, bij het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL).
Sinds 2014 begeleidt u contact- en informatiedagen, het afscheid en de terugkeer van militairen en ook medaille-uitreikingen.
Tevens legt u - als fotograaf - vrienden en familie van uitgezonden militairen op bijzondere wijze vast, om te versturen naar het uitzendgebied.
Daarnaast verzorgt u ‘professionele opvang’ na een ‘moeilijk’ contact met een militair in het buitenland, zo liet Henk Vos - voorzitter van de thuisfrontafdeling - mij weten.
En op die manier verzacht u het gemis voor de militairen en hun relaties.
'Tako is een topper die hopelijk nog jaren actief wil blijven in de club', zo liet de heer Vos weten.
Naast uw inzet voor het thuisfront,  maakt u zich verdienstelijk als chauffeur voor het afvalbedrijf van de gemeente Rotterdam en houdt op die manier de stad schoon.
Maar u voelde dat u veel meer kon en wilde betekenen voor de medemens en daarom meldde u zich aan bij de vrijwillige brandweer. Dit is mij toevertrouwd door uw collega bij de brandweer, Fred Stok.
20 jaar lang werd u overdag, maar zeker ook ’s nachts, opgeroepen om uit te rukken. U heeft vele branden geblust en levens gered van mens en dier.
En na de nachtdienst stond u dan weer klaar voor uw reguliere chauffeurswerk bij de afvalophaaldienst. Dat tekent uw instelling. Helaas moest u in 2005 opnieuw stoppen bij de vrijwillige brandweer.  Na een reorganisatie was de reisafstand simpelweg te groot geworden.  Aan uw inzet lag het echter nooit.
En niet onvermeld mag blijven dat u, naast uw inzet als chauffeur, vrijwilliger bij de brandweer, korporaal en thuisfrontmedewerker bij de landmacht ook nog (hulp)trainer en coach bij de IJsselmondse voetbalvereniging De Zwervers was.
Meneer Van Leeuwen, ook u heeft zich in al deze functies steeds weer belangeloos ingezet voor onze samenleving.
En het is mij daarom een groot genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd, u te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.


Adjudant-onderofficier operationele dienst operaties Lemmen, mag ik u verzoeken?
Een drijvende kracht.  Zo wordt u getypeerd door mensen van de verschillende organisaties, waarvoor u zich, niet alleen met hart, ziel en zaligheid, maar ook met veel kunde inzet.
En u doet veel meer dan er van u wordt verwacht.  Het zit in het karakter van deze marine-man, dat zeggen deze mensen over u.
U bent een bevlogen Coördinator Verkeersdienst op de Verkeerscentrale Den Helder bij de marine en daarnaast vrijwilliger bij verschillende organisaties en ook initiator van vele initiatieven, initiatieven die draaien om de veiligheid op het water.
'Dit soort vrijwilligheid is een groot goed in Nederland', dat schreef de commandant van de Marine-brandweer. Ik ben het van harte met hem eens.
Volgens hem is het ook ondenkbaar dat zo’n hoog niveau van veiligheid gehaald kan worden, zonder vrijwilligers die bij nacht en ontij voor de samenleving paraat staan en altijd in extreme omstandigheden moeten opereren.
Sinds 2007 bent u vrijwilliger van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM).
Als schipper van de reddingsboot ‘Joke Dijkstra’ voerde u vele keren zoek- en reddingsacties uit.
Met dit niet geheel ongevaarlijke werk maakt u zich bijzonder verdienstelijk.
Maar u gaat nog verder. Want u bent ook de drijvende kracht in de samenwerking tussen de KNRM en de brandweer van de marine in Den Helder. U organiseert uit eigen beweging informatieavonden over multidisciplinaire calamiteitenbestrijding en organiseert en stimuleert de samenwerking tussen de Rijkshavenmeester, de Veiligheidsregio, de Kustwacht en de gemeenten Den Helder, Texel en Hollands Kroon.
En als lid van het Havenmeestersoverleg voor de rampenbestrijding Waddenzee, vervult u ook nog een belangrijke rol in de veiligheid op die Waddenzee. Ook aarzelt u niet om buiten werktijd trainingen voor dit doel te organiseren. En dan weet u ook nog tijd te vinden om vrijwilliger te zijn bij de Marine Watersport Vereniging.
Sergeant-Majoor Lemmen, uw inzet en resultaten doen er toe.
Daar heb ik grote bewondering voor. Het is mij dan ook een genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd, u te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden.


Meneer Robers,  mag ik u verzoeken,
Dit is een bijzonder jaar voor u. Een kroonjaar! 26 januari jongstleden bereikte u de respectabele leeftijd van 75 jaar! Waarvoor mijn hartelijke gelukwensen!
Het is dit jaar 20 jaar geleden dat u met pensioen ging, maar u bent nog altijd een militair in hart en nieren. Een militair met een enorm groot 'blauw'hart.
U begon uw carrière bij de Koninklijke Marechaussee als beroepsmarechaussee in 1961. Binnen diverse brigades en eskadrons zette u uw eerste stappen. In 1974 ronde u de officiersopleiding speciale diensten af. En in de periode ‘77 tot ‘84 was u als een van de eersten lid en plaatsvervangend commandant van de anti-terreureenheid van het Wapen, de roemruchte Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB).
U bent één van de grondleggers, en werd uiteindelijk ook  commandant, van deze brigade.
U stond bekend als buitengewoon zorgzaam voor uw medewerkers en daar ging u ver in, heel ver.  
Ook toen al waren BSB’ers grensverleggend bezig als het ging om de fysieke training, dus werd er - ook in de winterse kou - gezwommen in de Amsterdamse Bosbaan.
Om die koude beter te kunnen verdragen kreeg uw medewerkers de tip zich in te smeren met vaseline. Echter niet van het soort dat we hier tegenwoordig voor zouden gebruiken. Laten we zeggen dat het meer geschikt was voor het smeren van fietskettingen. Na de zwemtraining bleek het dan ook vrijwel onmogelijk om dit goedje van het lichaam te verwijderen. Dus hielp u uw medewerkers hier hoogstpersoonlijk mee. Het is een beeld dat nog op vele netvliezen staat …
Ook toen al stond die hilariteit overigens in schril contrast met de zeer serieuze opdrachten van de BSB. Onder uw leiding zijn er vele inzetten geweest, waaronder de inhuldiging van Koningin Beatrix in 1980.
Maar daar bleef het niet bij. U werd uitgezonden naar onder meer de Sinaï-woestijn, waar u als plaatsvervangend commandant verantwoordelijk was voor de recherche-activiteiten. Bosnië-Herzegovina en het Caribisch deel van het Koninkrijk staan ook op uw conto.
Door uw oud-collega’s wordt u omschreven als een consciëntieus, integer en een voorbeeldig officier. En dit liet u ook zien in al uw nevenactiviteiten en vrijwilligerswerkzaamheden. Tomeloos, constructief en altijd positief. Zo wordt u steeds weer getypeerd.
Want na uw functioneel leeftijdsontslag ging u niet bepaald 'achter de geraniums' zitten.
U zette zich in voor de werkgroep Nationaal defilé van Canadese Veteranen … van de Stichting Bevrijding ’45. U was bestuurslid van de Stichting Vrienden Kinderboerderij en vrijwilliger bij de Zorgroep Apeldoorn. En zelfs nu bent u nog altijd actief, bijvoorbeeld als voorzitter van de Stichting Contact oud-leden BBEK, de Bijzondere Bijstandseenheid Krijgsmacht …
Zoals gezegd, meneer Robers, een tomeloze inzet. Het is mij dan ook een zeer groot genoegen u mede te delen dat het Zijne Majesteit de Koning heeft behaagd u te benoemen tot Lid in de orde van Oranje Nassau.