Verplicht digitaal procederen verder ingevoerd

Digitaal procederen wordt per 12 juni 2017 verplicht in asiel- en bewaringszaken bij alle rechtbanken en per 1 september 2017 in vorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging (de handelszaken met advocaat) bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland. Dit staat in een inwerkingtredingsbesluit dat vandaag in het Staatsblad is gepubliceerd.

Daarmee is een nieuwe stap gezet in de gefaseerde inwerkingtreding van de wetten en besluiten van het programma KEI (Kwaliteit en Innovatie rechtspraak). Digitaal procederen is in civiele vorderingsprocedures al per 1 maart 2017 bij de Hoge Raad ingevoerd.

Met het programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) moderniseert de Rechtspraak de behandeling van zaken door digitalisering en vereenvoudiging van procedures. Partijen kunnen dan digitaal communiceren met de griffie van het gerecht en digitaal procedures starten. KEI is noodzakelijk voor een snelle en toegankelijke rechtspraak, passend bij deze tijd.

Verder is de procedure voor de burgerlijke rechter vereenvoudigd. De civiele basisprocedure omvat 1 schriftelijke ronde, 1 mondelinge behandeling bij de rechter en daarna de uitspraak. De kern is een mondelinge behandeling, al vrij snel na de start van de basisprocedure. Hierdoor heeft de rechter vroeg contact met partijen en kan hen dan om een toelichting vragen, getuigen of deskundigen horen en schikkingsmogelijkheden aftasten. In het merendeel van de gevallen volgt binnen 6 weken na de mondelinge behandeling de uitspraak.

Is de zaak ingewikkeld, dan kan de rechter de basisprocedure aanvullen met een extra schriftelijke of mondelinge ronde. Hierdoor heeft hij meer invloed op het verloop van de procedure, kan hij beter inspelen op de behoeften van rechtzoekenden en maatwerk leveren.