Koenders: Terrorismebestrijders moeten veranderingen voor blijven

Bestrijders van terrorisme moeten voortdurend blijven inspelen op nieuwe dreigingen. Het is van levensbelang nieuwe trends tijdig te identificeren en informatie daarover internationaal te delen om de veranderingen waar mogelijk voor te blijven. Dat is de oproep van Nederland aan de nieuwe voorzitters van de Foreign Terrorist Fighter-werkgroep (FTF).

Nederland en Marokko waren de afgelopen drie jaar covoorzitter van deze werkgroep van het Global Counterterrorism Forum (GCTF). In september wordt bekend aan welke landen ze het stokje overdragen. De werkgroep kwam donderdag in Den Haag voor het laatst bijeen onder leiding van Nederland en Marokko.

Minister Koenders van Buitenlandse Zaken: ‘We hebben op het gebied van internationale terrorismebestrijding veel bereikt. Maar de dreiging van Foreign Terrorist Fighters blijft bestaan en treft ons allemaal. Daarbij hebben we de afgelopen jaren gezien hoe terrorisme zich ontwikkelt: als een veelkoppig monster dat steeds weer een nieuwe gedaante aanneemt. We moeten onze krachten en kennis bundelen om terroristen een stap voor te blijven.’

Het aantal uitreizende strijders is in de afgelopen jaren volgens internationale schattingen afgenomen van 30.000 naar ongeveer 10.000. Mede dankzij het werk van de werkgroep hebben meer dan 60 landen hun wetgeving aangepast om terroristen sneller op te pakken en te vervolgen. Ook het aantal namen en profielen in de databases van Interpol is gestaag gegroeid. Op basis van deze gegevens kunnen Foreign Terrorist Fighters tijdig worden geïdentificeerd en gearresteerd.

Maar het werk is niet af. Er zijn de laatste tijd meer laagdrempelige aanslagen met alledaagse voorwerpen als messen en vrachtwagens geweest, zoals in Londen en Stockholm. Ook keren er meer vrouwen en minderjarigen zonder paspoort terug, waarbij het vaak lastig is om een onderscheid te maken tussen slachtoffers en potentiële dreigingen. Daarnaast is er een nieuwe groep ontstaan: eenlingen die thuis zijn geradicaliseerd zonder uit te reizen. Zij krijgen hun inspiratie of zelfs instructies van strijders in Irak of Syrië.

‘Dit soort ontwikkelingen moeten we zoveel mogelijk voor blijven. Het belang van het uitwisselen van informatie kan hierbij niet genoeg worden benadrukt’, aldus Koenders. Onder leiding van Nederland en Marokko is daarom een database (FTF Knowledge Hub) ontwikkeld waarin cijfers, trends en profielen van Foreign Terrorist Fighters worden verzameld. Op basis daarvan kunnen landen hun nationale antiterrorismebeleid ontwikkelen en verbeteren.

De FTF-werkgroep is onderdeel van het GCTF, waar Nederland momenteel ook samen met Marokko covoorzitter van is. In dit forum wisselen 29 landen en de EU kennis uit over het bestrijden van terrorisme en het voorkomen van gewelddadig extremisme. Nederland en Marokko willen het GCTF ook de komende twee jaar samen leiden.