Spreektekst minister Schultz bij Velo-City

‘Meer dan een kwart van alle verplaatsingen in ons land gaat per fiets. Gemiddeld fietst iedere Nederlander zo’n 1000 kilometer per jaar. De fiets is vanzelfsprekend in Nederland. Misschien zelfs té vanzelfsprekend. De fiets beleeft een revival in Nederland en heeft met een eigen nationale fietsagenda weer een plek in het nationale mobiliteitsbeleid.’ Dat zegt de minister vandaag bij de opening van Velo-City, een van de grootste internationale fietscongressen ter wereld. Vandaag vindt de officiële opening plaats door de Koning in Nijmegen.

Dames en heren,

In oktober 2010 begon ik als minister met onder andere een verantwoordelijkheid voor verkeer en transport. Op dat moment waren er in Nederland 19 miljoen fietsen.
Zeven jaar later – nu dus - zijn dat er ruim 22,5 miljoen.
Meer dan een kwart van alle verplaatsingen in ons land gaat per fiets.
Gemiddeld fietst iedere Nederlander zo’n 1000 kilometer per jaar. Een afstand van Nijmegen naar Milaan.
En ja, het is waar: ons land telt veel meer fietsen dan inwoners [17 miljoen].
Goed dat u hier met zovelen bent. Welkom in Nederland. Welkom bij Velo City!

De fiets is in Nederland vanzelfsprekend.
Misschien zelfs té vanzelfsprekend.
Lange tijd heeft hij geen prominente rol gehad in het nationaal mobiliteitsbeleid. Daar was ook geen aanleiding voor. Sinds twee jaar is dit veranderd.
Laat ik het zo zeggen: de fiets is herontdekt en beleeft een revival. Daar ga ik u iets meer over vertellen.
De revival van de fiets: waar komt deze vandaan?
Voor een goed begrip eerst een korte bike ride door de geschiedenis van Nederland fietsland.

Fietsen zit in onze cultuur. Iedereen fietst, van hoog tot laag.
-    Onze kroonprinses Amalia fietst iedere dag naar school.
-    Als het even kan, fietst onze Minister-President naar z’n werk.
-    En de man die nu een nieuwe regering vormt – de heer Tjeenk Willink – komt per fiets.
-    De fiets is ook een belangrijk element in de integratie van nieuwe Nederlanders. Integreren gaat makkelijker per fiets.

Oppervlakkig gezien is de fiets onlosmakelijk verbonden met ons land. Maar wie iets dieper graaft, ziet dat dit niet vanzelf is gegaan.
Na de Tweede Wereldoorlog groeide de welvaart. Dit leidde tot een enorme groei van het autoverkeer.
Het verkeersbeleid richtte zich vooral op het ruimte geven aan de auto.

Al die ontwikkelingen hadden als gevolg: steden die volliepen met autoverkeer, slechte luchtkwaliteit en onveilige situaties op de weg.
De publieke opinie veranderde. Er kwam maatschappelijk protest, onder andere vanuit de Provo-beweging.
Gecombineerd met de oliecrisis kwam de fiets hoger op de maatschappelijke en politieke agenda. De fiets werd in de jaren 70 ontdekt als gezond, kosten-effectief en veilig vervoermiddel.

Het was de start van een ware fietsrevolutie. Gestimuleerd door nationaal en vooral lokaal beleid. Vooral de gemeenten en de provincies bepaalden het fietsbeleid. Het laatste nationale fietsplan dateert alweer van de jaren 90. Inmiddels is de fiets niet meer weg te denken uit het straatbeeld.

Waarom spreek ik dan toch van een revival? Waarom ben ik zelf de fiets interessanter gaan vinden? Waarom ben ik de fiets met andere ogen gaan bekijken?
Ik zeg daar iets bij. Want ik ben ook met andere ogen gaan kijken naar de auto, de wegen, de treinen, de bussen, de verkeerscentrales, de reisinformatiesystemen.
Onze mobiliteit/ons verkeer kan en moet slimmer, schoner, soepeler en veiliger. En dat kan ook, als we ruim baan geven aan technologische innovaties.

Drie drijfveren spelen bij mij een rol.
1. Verstedelijking. Nederland groeit de komende vijftien jaar met 650.000 mensen en 75% gaat naar de steden.
Er zijn nieuwe, slimme maatregelen nodig om de doorstroming in de steden op gang te houden. Ik kan wel zeven rijbanen om de stad heen bouwen, maar niet in de stad.

2. De grotere aandacht voor verduurzaming. Ons vervoer kan een grote bijdrage te leveren aan de klimaatdoelstellingen.
Onze klimaatgezant Marcel Beukeboom vraagt hier aandacht voor. Hij fietst vandaag met een delegatie vanuit Den Haag naar dit congres. Hij komt vanavond aan!

3. De enorme kansen die technologie ons biedt.

Ik denk niet alleen aan de zelfrijdende auto. Ik denk ook niet alleen aan de wegen die steeds slimmer worden. Maar ook aan de fiets die steeds innovatiever wordt.
Ik zie helemaal voor me dat onze steden veranderen, en het gebruik van de ruimte. Hoe zou een stad van 2100 eruit zien?  
-    Als je de huidige trends doorvertaalt, dan zijn tegen die tijd alle verkeerssystemen aan elkaar gekoppeld: OV voorzieningen, navigatie van zelfrijdende auto, fietsvoorzieningen.
-    Parkeren hoeft niet meer overal. Er ontstaat meer ruimte voor groen, de opvang van water en voor de fiets.

Het zijn toekomstbeelden. Maar we zijn er nu mee bezig. We zijn volop aan het experimenteren om het vervoer slimmer, veiliger en soepeler te maken. Met een eigen plek voor de fiets.

Ik geef een paar voorbeelden.  
-Het terugdringen van het spitsverkeer. Daar zijn we met werkgevers en regionale overheden volop mee bezig in ons landelijk programma Beter Benutten.
De fiets heeft grote potentie. 61% van de werknemers woont binnen 15 kilometer van het werk. Slechts 25% gaat met de fiets!
We hebben tal van acties ingezet om het mensen makkelijk te maken op de fiets te stappen.
- Medewerkers krijgen bijvoorbeeld een extra prikkel: voor iedere fietskilometer in de spits krijgen ze een vergoeding. Via apps kunnen ze dit bijhouden. Het levert ook gezondheidswinst op!
- Werkgevers bieden hun medewerkers mobiliteitskaarten aan: een combi van openbaar vervoer en fiets.
Juist deze combinatie van fiets met openbaar vervoer is kansrijk omdat er steeds meer mensen de fiets gebruiken in het voor- en natransport van trein- en busstation.
-Ik denk ook aan de opmars van de e-bike. Inmiddels is 30% van alle verkochte fietsen een e-bike.
De actieradius is groter. De fiets wordt zo nog veel aantrekkelijker voor het woon-werkverkeer. Zeker als we dit ondersteunen met fietssnelwegen. Daar zetten we flink op in.

Nederland heeft nu 400 kilometer aangelegd.
En sommigen wegen leveren zonne-energie op!  

We geven ruim baan aan de slimme, connected fiets.
-    Is het niet fantastisch dat fietsen kunnen communiceren met verkeerslichten? Zodat ze bijvoorbeeld langer op groen staan als er veel fietsers aankomen? We zijn met de eerste experimenten begonnen.
-    Of verkeerslichten met regensensoren: ze gaan langer op groen als het regent. Ze staan in Rotterdam.
-    De fiets zelf wordt steeds slimmer. Ik heb zelf gereden op een van de eerste fietsen waarbij het zadel gaat trillen bij onveilige situaties!

-    Er komt een nieuwe generatie apps waarmee je kunt zorgen dat je fiets klaarstaat als je met de trein of bus aankomt. Of in de toekomst met de zelfrijdende auto die je aan de rand van de stad parkeert.

-    Ik zie ook veel voordeel in een nieuw concept als Mobility as a service. Je koopt geen kaartje voor de trein of voor de bus, maar je koopt vervoer van A naar B. De fiets krijgt hier een belangrijke plek in. Daar ben ik van overtuigd.

We zijn er nu volop over aan het nadenken. Niet alleen over de kansen, maar ook over de vraagstukken die opdoemen en om een oplossing vragen.
-    we zien fietsfiles ontstaan.
-    fietspaden vragen om nieuwe inrichting vanwege de verschillende snelheden van de gebruikers en de verschillende voertuigen die van het fietspad gebruik maken.
-    Er ontstaan ook veiligheidsrisico’s door het appen op de fiets. We voeren een campagne voor jongeren
-    En steeds meer ouderen blijven fietsen; ook dat levert veiligheidsvraagstukken op.

Er zijn veel ontwikkelingen, er liggen kansen. Er is alle aanleiding voor een revival van de fiets. Ook in ons beleid. Ik zie het vooral als mijn rol om partijen bij elkaar te brengen, barrières weg te nemen en innovaties te stimuleren.

Daarom hebben we in Nederland samen met de regionale overheden en andere maatschappelijke organisaties een nieuwe fietsagenda 2017-2020 opgezet.
We zijn nog lang niet uitgedacht.
-    we willen steden beter aan elkaar verbinden met fietssnelwegen.
-    We willen de verschillende deelfietssystemen beter aan elkaar verbinden.
-    De veiligheid verbeteren.
-    In tien jaar tijd willen we 20% meer fietskilometers realiseren.

De kennis die we opdoen, delen we graag met andere landen. Onze Dutch Cycling Embassy zet zich inmiddels over de hele wereld in.
We leren zelf graag van andere landen. In andere landen zien we mooie voorbeelden van fietsdeelsystemen. In Zuid-Amerika is veel ervaring met het inzetten van de fiets om mensen uit een isolement te halen.

Overal zien we dat de aandacht voor de fiets groeit. Laten we Velo-City gebruiken om de kennis over de fiets te delen en de fiets de aandacht geven die hij verdient.
Tot slot. Ik ben tien minuten aan het woord geweest. Terwijl ik aan het woord was zijn er in Nederland weer 10 fietsen bijgekomen! I rest my case.

Ik wens u een heel mooi en inspirerend congres!