Toespraak van SG Maarten Camps bij de stakeholderconferentie KP9

Toespraak van secretaris-generaal Maarten Camps van het Ministerie van Economische Zaken bij de stakeholderconferentie KP9 op 19 juni 2017 in Den Haag.

Dames en heren,

“Science and innovation are like two legs: you need both to run and compete.”

Deze quote komt uit het position paper van Nederland over de interim-evaluatie van Horizon2020, dat ook vooruitblikt op de toekomst. Wetenschap en innovatie zijn twee benen van een en dezelfde topatleet. Daar zijn we het in deze zaal denk ik allemaal over eens. Dat is ook niet waarom ik deze quote aanhaal: ik noem hem omdat er meer zit in de metafoor van hardlopen.

Secretaris-generaal Economische Zaken Maarten Camps spreekt bij de conferentie over Horizon2020 en KP9

Als je kijkt naar de atletiek, zou je kunnen zeggen dat er twee soorten sporters zijn. De ene soort richt zich op podiumplaatsen. Neem de Britse atleet Mo Farah. Zijn kracht is dat hij, hoe goed het deelnemersveld ook is, in de laatste ronde kan demarreren. Dat bezorgde hem de afgelopen jaren vijf wereldtitels op de lange afstand. En dat terwijl zijn snelste tijden bij lange na niet de snelste zijn in absolute termen – dan staat Farah opeens niet op het podium, maar op plaats 50, of 60.

De andere soort atleet richt zich juist op de snelste tijden, op records. De Keniaan David Rudisha heeft de snelste tijd op de 800 meter – als enige ter wereld onder 1 minuut 41. Maar toch traint hij uit alle macht om die tijd te verbeteren. Als hij een podiumplaats haalt, is die het gevolg van zijn constante zoektocht naar een nieuw record.

En sommige atleten verenigen beide soorten in zich. Hét voorbeeld van deze tijd: Usain Bolt. Hij breekt wereldrecord na wereldrecord, en stapelt gouden medaille op gouden medaille. Hij verlegt grenzen, en wij kijken ademloos toe.

Dames en heren,

Als Nederland een atleet is, een atleet die aan de innovatiewedloop meedoet, dan behoren we tot de de eerste soort atleten. Wij zijn goed in de podiumplaatsen. Wij doen het goed in de lijstjes. Om er twee te noemen: We zijn de vierde concurrerende economie ter wereld volgens het World Economic Forum; En we zijn Innovation Leader op het European Innovation Scoreboard.

Dat we zo hoog in de lijstjes staan, vinden wij natuurlijk terecht. We doen het goed op vele vlakken. Ook binnen Europa, dat het als geheel ook uitstekend doet in termen van innovatie – dat is mede te danken aan Robert-Jan Smits, die daarvoor vorige maand een erepenning ontving van de KNAW.

Nederland is een wereldspeler in vele sectoren. Om er twee te noemen: Chips die door machines van ASML gemaakt worden, zitten in alle smartphones die hier in de zaal aanwezig zijn; Op 1 juni sloot QuTech, de Delftse bouwer van de kwantumcomputer,  een langdurige samenwerkingsovereenkomst met Microsoft – Microsoft komt naar Delft omdat ze denken dat wij hier de eerste kwantumcomputer gaan bouwen.

We doen het dus goed in de lijstjes. Maar in aanloop naar het volgende kaderprogramma – daarvoor zijn we hier ten slotte – moeten we ook blijven trainen als de tweede soort atleten. We moeten werken aan records. We moeten niet ademloos toekijken, maar onze grenzen blijven verleggen. De rest van de wereld sprint ook door. In de VS en China stijgen investeringen in onderzoek en innovatie enorm, soms wel met 20%. Als Europa wil blijven groeien en concurrerend wil blijven, moeten we vandaag investeren.

Secretaris-generaal Economische Zaken Maarten Camps spreekt bij de conferentie over Horizon2020 en KP9

Bovendien hebben we onderzoek en innovatie ook hard nodig om antwoorden te vinden op grote maatschappelijke vraagstukken. U kent ze wel: de energietransitie, vraagstukken rond water en mobiliteit, de veiligheid van het internet. De richting waarin we antwoorden op deze vraagstukken moeten zoeken is soms helder, soms ook niet. Daarom is het zaak te blijven investeren in sleuteltechnologieën die baanbrekende innovaties mogelijk maken en ook economisch interessant zijn.

Om grenzen te blijven verleggen in innovatie, heeft Horizon2020 een uitstekende aanpak. De huidige aanpak langs drie pijlers van excellent onderzoek, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen is heel effectief gebleken.

Uitsluitend het beste onderzoek en innovatie wint de race en wordt beloond in het Kaderprogramma, en dat moeten we zo houden; de kwaliteit van de voorstellen is belangrijker dan de plek waar die vandaan komen. Dat werkt goed voor Nederland: Nederland is op dit moment een van de meest succesvolle deelnemers in het kaderprogramma. Onze bedrijven en instellingen hebben sinds de start van Horizon2020 al 1,9 miljard euro uit het Kaderprogramma ontvangen. Dat is een retourpercentage van 7,7%. Daarmee staat Nederland op de 6e plaats van EU-lidstaten.

En dat is slechts de financiële component: deelname in het kaderprogramma levert evenzeer grote waarde in nieuwe netwerken en partnerschappen.

Ook het Nederlandse bedrijfsleven doet bovengemiddeld mee. Daar kunnen we echt trots op zijn. En dat komt door u. U levert de beste voorstellen aan, met de meeste impact. RVO heeft daarbij ook een grote rol gespeeld: wie de hulp inriep van RVO.nl bij het indienen van voorstellen voor Horizon 2020, zag zijn slaagkansen verdubbelen.

Volgens mij zit ons geheim in onze samenwerking. Onze gouden driehoek van kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven is onmisbaar. Grote bedrijven hebben hier een belangrijke rol in. Daarom hecht ik ook aan industrieel leiderschap als thema in het kaderprogramma.

Neem ASML, dat ik al noemde: met enorme investeringen in onderzoek en ontwikkeling trekken ze internationaal excellerende kenniswerkers en innovatieve startups aan. Die samenwerking zorgt voor een ecosysteem van innovatie. Waarin onderzoeksresultaten vertaald worden in nieuwe producten en diensten die kunnen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen.

Dames en heren,

Wetenschap en innovatie hebben elkaar nodig om te lopen, maar we moeten niet vergeten steeds harder te lopen. Een hoge positie op een lijst is mooi, maar we moeten blijven excelleren. We moeten de Usain Bolt van de innovatie zijn. Dat doen we met elkaar.

De drie partijen in de gouden driehoek zijn hier samen aan zet: de ondernemers, de onderzoekers en de overheid. De onderzoekers bij universiteiten en andere kennisinstellingen zijn de echte atleten, de experts die vaak ook grenzen verleggen.

Neem Ben Feringa: Nobelprijswinnaar en voorzitter van het Chemical Building Blocks Consortium, waarin grote bedrijven samenmet kennisinstellingen zeer fundamenteel onderzoek doen. Bedrijven groot en klein, brengen het onderzoek verder, naar producten en naar de markten. De overheid is hoeder van maatschappelijke uitdagingen en  regisseur van samenwerking in de gouden driehoek. Wij werken aan toekomstbestendige regelgeving, gebaseerd op het innovatie-principe.Kortom, we hebben elkaar nodig, om een sterk en eenduidig geluid uit Nederland te laten horen: Excellentie telt.

Samen gaan we een spannende periode tegemoet: Europa is in beweging, De discussie over de Europese begroting voor na 2020 is gestart. Het zal u niet verbazen dat Nederland daarbij aandacht vraagt voor wetenschap en innovatie, zodat er ruimte is voor een ambitieus 9e Kaderprogramma. Vanwege de bijdrage die dat levert aan economische groei en aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Vraagstukken die alleen maar groter worden. Het begin van die spannende periode is nu. 2020 komt snel dichterbij, en het is tijd om na te denken over wat er achter die horizon ligt.

Dankuwel.