Toespraak minister van Defensie, J. A. Hennis-Plasschaert tijdens de medaille-uitreiking op Veteranendag

Toespraak bij Medaille-uitreiking op het Binnenhof ter gelegenheid van de Nederlandse Veteranendag 2017, door minister van Defensie, J. A. Hennis-Plasschaert op zaterdag 24 juni te Den Haag.

Let op: alleen het gesproken woord geldt!

Majesteit, Ridder der Militaire Willemsorde, veteranen, aangetreden militairen, dames en heren, jongens en meisjes,
Vandaag eren wij onze veteranen.
Vrouwen en mannen die opkwamen, en opkomen, voor de waarden die wij zo belangrijk vinden.
Zij beschermen wat ons dierbaar is.
Hier in Nederland en ver daarbuiten.


Het ‘militair zijn’ behelst nogal wat.
Veel trainen. Een ijzeren discipline.
Het vergt ook moed. Incasseringsvermogen.
En kracht.
De kracht om vol te houden … zeker als je lange tijd van huis bent.
Weg van je gezin, familie of vrienden.
Weg van wat je lief is.


Beste veteranen,
Deze dag is voor velen welhaast een soort reünie.
Oude vrienden zien elkaar weer.
Halen herinneringen op.
Delen blijdschap en ook verdriet.
De afgelopen jaren heb ik dit zelf kunnen zien.
Hier op het Binnenhof én op het Malieveld.
Een bijzondere dag!
Een mooie dag ook om na te denken over hoe wij met onze vrijheid omgaan.
Dat zijn we onze vrijheid verschuldigd.
Want wie in vrijheid leeft, heeft de verantwoordelijkheid die te onderhouden.
En dus dienen we fatsoenlijk om te gaan met onze vrijheid.
Dé man … die daar geen misverstand over liet bestaan … was generaal Ted Meines.
Hij vertelde graag over zijn ontmoeting met Martin Luther King in 1952.
Bij het afscheid zou de later vermoorde burgerrechtenactivist tegen hem hebben gezegd:
Be yourself, be good and tell it.’
Ted Meines maakte deze woorden tot de zijne. Steeds weer stelde hij:
‘Wees jezelf, zet je in voor de medemens, en leg getuigenis af van wie je bent.’
Het zijn ware woorden.
Woorden die navolging verdienen.
Dit is de eerste Veteranendag zonder Ted Meines, de 'Vader der Veteranen'.
Hij wordt gemist, maar het spreekt voor zich dat zijn betrokkenheid, inzet en gedachtengoed blijven.


Dames en heren,
Over het begrip vrijheid ... wordt in ons land veel gesproken.
Veel mooie woorden over het belang hiervan.
En dan is het goed om ook even stil te staan bij de verantwoordelijkheid die deze woorden met zich meebrengen.
Een verantwoordelijkheid van ons allemaal.
Hoe gaan wij met onze vrijheid om?
Als iets waar wij simpelweg recht op hebben?
Of als een kostbaar cadeau … een cadeau dat we elke dag opnieuw mogen uitpakken?
De vraag stellen, is ‘m beantwoorden.
Onze vrijheid is een kostbaar bezit.
Kijk naar hoe vrijheid elders in de wereld vorm krijgt … en dan besef je al snel hoe kwetsbaar die vrijheid is.
In Nederland zouden we daarom soms best ‘ns wat zorgvuldiger met onze vrijheid mogen omgaan.
En ook stil staan bij wat die vrijheid van ons vergt.
Zo is een veilige én stabiele omgeving van groot belang … om vrij te kunnen zijn.
De vrijheid van meningsuiting is immers weinig waard als je op straat moet vrezen voor een aanslag.
En wat hebben we aan de vrijheid om te gaan en staan … waar we maar willen … als we daar vervolgens geen gebruik van kunnen of durven maken?
Veiligheid en stabiliteit, dichtbij en ver weg, zij vormen het fundament onder onze vrijheid.
En we kunnen het ons niet veroorloven om dit te verwaarlozen.
Het zijn de Nederlandse militairen die dit fundament mede onderhouden.


En voor ons staan vrouwen en mannen die voor dit doel aan verschillende VN-, NAVO- en EU-missies hebben deelgenomen, en onlangs zijn teruggekeerd.
Zij hebben zich ingezet voor het zo noodzakelijke fundament onder onze vrijheid. Niet zelden onder moeilijke omstandigheden.
Daarvoor ontvangen zij straks de Herinneringsmedaille Internationale Missies.


En 4 veteranen ontvangen vandaag een bijzondere onderscheiding.
Allereerst Sergeant-majoor der mariniers Severs.
Sergeant-majoor Severs,
Volgens collega’s bent u:
Buitengewoon toegewijd.
Een boegbeeld voor onze organisatie. En …
Een steun en toeverlaat voor uw superieuren.
Woorden recht uit het hart.
Woorden met grote betekenis.
In 2009 werd u voor het Korps Mariniers uitgezonden naar Afghanistan.
Daar viel uw functioneren direct op.
Uw acties waren van topniveau … dat zei uw commandant.
Tijdens die uitzending raakte u ernstig gewond. U verloor een been door een bermbom.
Een gebeurtenis die ongekend hard ingreep in uw leven. Maar deze ultieme beproeving schakelde u niet uit. Integendeel.
Deze vent gaat alles weer doen, zo beloofde u uzelf. Dat deed u. En hoe!
De afgelopen jaren droeg u uw operationele ervaring en kennis over aan nieuwe collega’s. Als ervaringsdeskundige was u betrokken bij de voorbereiding van - en ook de debriefing na een uitzending.
Ook was u medeorganisator van het eerste gewondensymposium in het jaar 2015.
Als vrijwilliger droeg u bij aan de Battlefield Casualties-studies.
En tussendoor deed u ook nog even mee aan de Invictus Games.
2 jaar geleden redde u zelfs nog iemand van de verdrinkingsdood. U aarzelde geen seconde, ging te water om die zo noodzakelijke eerste hulp te verlenen.
Wat - een - veerkracht!
Uw vastberadenheid dwingt echt groots respect af.
Het is mij dan ook een zeer groot genoegen u te kunnen mededelen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd u … als onderofficier … te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden.
U ontvangt deze onderscheiding zo dadelijk uit handen van onze Minister-President.


En dan …
De heer Christiaan Laurens Albertus Peterse … meneer Peterse,
U was amper 20 jaar oud toen u in dienst kwam. In het jaar 1959.
Een jaar later meldde u zich vrijwillig aan om naar Nieuw-Guinea te gaan.
Over uw uitzending zei u eerder dat het geen vervelende tijd was.
Sterker nog, het weerzien met uw geboorteland, deed u goed.
Die hernieuwde kennismaking duurde slechts 6 maanden.
In augustus 1960 werd u namelijk buitengewoon dienstplichtig verklaard.
Uw vader was gestorven in krijgsgevangenschap in 1943. Defensie meende dat u als oudste zoon het verdiende om naar huis te gaan.
Om bij uw moeder te zijn.
Meneer Peterse, met het oog op uw inzet … ken ik u straks met veel genoegen het Nieuw Guinea Herinneringskruis toe.
En graag keer ik nog even terug naar uw vader: Landstorm sergeant der infanterie bij de KNIL, Christiaan Wilhelmus Peterse.
Hij stierf in krijgsgevangenschap op het eiland Flores in mei 1943.
Enige tijd geleden heeft u het Mobilisatie-Oorlogskruis voor hem aangevraagd.
En het doet mij goed u te kunnen mededelen dat het Mobilisatie-Oorlogskruis inderdaad is toegekend.
En heel graag wil ik ook deze zo dadelijk aan u overhandigen.


De heer Jan Tameris … Meneer Tameris,
U heeft er al bijna een eeuw op zitten … 98 jaar oud bent u nu.
Veteraan uit de Meidagen van 1940.
Tussen de tiende en vijftiende mei van dat jaar probeerde Nederland dapper stand te houden.
Ruim 6 duizend Nederlandse militairen raakten gewond. Meer dan 2.300 militairen sneuvelden.
U was gelegerd in IJmuiden, 1 van de plaatsen waar zich als gevolg van de oorlog dramatische taferelen afspeelden.
Vele mensen probeerden in die bange dagen nog een plek te krijgen aan boord van de vele schepen die vanuit IJmuiden en Amsterdam vertrokken.
Meneer Tameris, u en uw strijdmakkers vertrokken niet maar voerden de opdracht uit.
Vandaag, na al die jaren, ontvangt u hiervoor … uit handen van de Commandant der Strijdkrachten … het Mobilisatie-Oorlogskruis.


Tot slot, de heer Wijnand van de Ree … meneer Van de Ree,
In het jaar 1979 diende u in Zuid-Libanon als onderdeel van de VN-vredesmacht.
U was gelegerd op post 7-12 en kreeg de opdracht om op de nabijgelegen ‘Heuvel 600’ een andere post in te richten.
Daar werd u langdurig beschoten door de PLO.
Na verloop van tijd gaf uw commandant het bevel de wapens neer te leggen en u over te geven.
U werd gevangen genomen door diezelfde PLO.
Deze gebeurtenis heeft u zeer veel leed bezorgd.
Terug in Nederland bent u behandeld voor PTSS.
En nog altijd draagt u hier de littekens van.
Uit handen van de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht ontvangt u dan ook zeer terecht het Draaginsigne Gewonden.


Dames en heren,
Iedere veteraan zal u vertellen dat zijn of haar werk alleen mogelijk is dankzij het thuisfront.
Online contact maakt natuurlijk veel goed, maar het is geen volwaardige vervanging.
Bovendien kunnen de impact van het gemis en de onzekerheid eindeloos groot zijn.
En als blijk van waardering voor het thuisfront reik ik zo dadelijk de speciale anjerspeld uit …
… aan mevrouw Marja van den Boogaard.
Als echtgenote van een Libanon-veteraan en dochter van een Nederlands-Indië veteraan ... staat zij vandaag symbool … voor dat thuisfront.  Zij weet wat het is om ‘te moeten missen’ en te leven met onzekerheid.
Marja van den Boogaard en haar echtgenoot zijn ook de drijvende krachten geweest achter 1 van de eerste inloophuizen voor veteranen, in Eindhoven om precies te zijn.
Ook is ze met haar echtgenoot meerdere keren teruggegaan naar Libanon.
En in Bosnië werkte ze - met veteranen - mee aan de bouw van een nieuwe school.
Over het waarom van haar inzet voor veteranen, zegt zij zelf:
'Omdat ze het verdienen. En omdat niet iedereen even goed terugkeert. Aandacht geven is dan het minste wat je kunt doen.’
En door de omgang met veteranen heeft zij ook haar vader - postuum -beter leren begrijpen.


Beste veteranen, tot slot: Nederland dankt u voor uw inzet.
Ik dank u voor het onderhouden - en zo nodig bevechten - van onze vrijheid, inclusief het fundament daarvan. Waar ook ter wereld.
U verdient onze erkenning, onze waardering en onze zorg.
Vandaag zeggen wij publiekelijk dank.
En graag vraag ik alle aanwezigen om een groot applaus voor alle veteranen die hier vandaag aanwezig zijn, een groot applaus voor alle veteranen in Nederland.
Grote dank!