Verklaringen van minister-president Rutte en minister Plasterk over de gevolgen van orkaan Irma

Actualiteiten over Sint Maarten St. Eustatius en Saba, na de orkaan Irma, die ministers-president Rutte en minister Plasterk deelden tijdens de persconferentie van vrijdag 8 september om 10:30 uur.

Minister-president Rutte:

Door de rapportages die we binnen krijgen begint ook het beeld steeds duidelijker te worden. De ravage op Sint Maarten is enorm, en dat geldt ook voor de ontreddering. Een groot deel van de bewoners is verstoken van eerste levensbehoeften. Zij hebben op dit moment alle hulp nodig die we kunnen bieden. En Nederland neemt dan ook de eigen verantwoordelijkheid als Koninkrijkspartner. We doen alles wat mogelijk is om zoveel mogelijk hulpgoederen ter plaatse te krijgen. Inmiddels ...lukt dat zowel via de haven van Philipsburg als via het vliegveld. We hebben de landingsbaan van het vliegveld vrij kunnen maken en daar is nu ook een eerste toestel geland. Ook hebben onze hulpschepen hun goederen kunnen lossen in de haven.

Inmiddels lukt dat zowel via de haven van Philipsburg als via het vliegveld. We hebben de landingsbaan van het vliegveld vrij kunnen maken en daar is nu ook een eerste toestel geland. Ook hebben onze hulpschepen hun goederen kunnen lossen in de haven.

We proberen nu in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk voedsel, water en medicijnen ter plaatse te krijgen. Maar ook tenten, dekzeilen, hygiënekits, bouwmaterialen ter herstel van vitale infrastructuur. Daar is nu alles op gericht. We hebben haast omdat de volgende orkaan in aantocht is. De laatste berichten zijn dat orkaan José minder krachtig is en Sint Maarten ook van enige afstand zal passeren. Dat zou bij alle ellende een klein beetje goed nieuws zijn. Maar we zijn op alles voorbereid en houden de situatie nauwlettend in de gaten.

Ik herhaal wat ik hier gisteren ook zei. We laten Sint Maarten niet in de steek. Wij doen alles wat in onze macht ligt om de mensen daar te helpen. Daarbij werken we nauw samen met Frankrijk en andere partners in de regio. En uiteraard houden we ook zorg voor de Nederlanders die in de getroffen regio verblijven.

Minister Plasterk:

Allereerst, de haven en de luchthaven zijn dus open voor militaire doeleinden. Dat betekent dat ze nu kunnen worden gebruikt voor de eerste prioriteit, namelijk het naar binnen brengen van hulp en naar buiten brengen van absolute noodgevallen. We hebben vanochtend in de ministeriële commissie nog eens op een rijtje gezet, er waren al 35 militairen altijd op het eiland. Er zijn voor de orkaan 100 extra bijgekomen, en nadien nu nog 100 onderweg. Alles bij elkaar is het beeld dat wij nu van de professionals krijgen dat met dit bestand men de taken kan doen. En dat men ook een beperkte opnamecapaciteit heeft voor meer mensen, ook omdat er een gebrek is aan benzine en aan transportmogelijkheden. Wij hebben als politiek gezegd dat er wat ons betreft een mandaat is om het te laten weten, als het noodzakelijk zou zijn, om nog meer mensen naar het eiland te brengen. Dus die ruimte is er, als dat nuttig en nodig is.

Vanmiddag krijgt u over de precieze stand van zaken voor wat betreft de rol van Defensie een technische briefing. Generaal Oppelaar zal daarvoor beschikbaar zij, dat zal op het Ministerie van Defensie gebeuren. Overigens heel veel respect voor wat de mensen van Defensie op dit moment allemaal aan het doen zijn.

Ten slotte nog in de categorie overig nieuws. Inderdaad werd al genoemd dat naar het zich nu laat aanzien wellicht de tweede orkaan José Sint Maarten wat meer zal schampen. Er wordt nu gesproken over windkrachten, dus niet orkaankracht maar windkracht, 5 tot 6. Dat is wel een andere orde van grote. Maar goed, we houden de vinger aan de pols. En naarmate hij dichter bijkomt krijgen we natuurlijk een exacter beeld van wat de precieze consequenties zouden kunnen zijn.

Ik breng ook graag nog een keer onder uw aandacht het gironummer van het Rode Kruis 5125, voor slachtoffers. En ten slotte vanmiddag spreek ik opnieuw de minister-president van Sint Maarten. Die heb ik gisteren uitgebreid gesproken, toen met hem geconstateerd dat er door het gebrek aan communicatie eigenlijk nauwelijks functioneel openbaar bestuur is op dit moment. We zullen nu bespreken hoe we samen kunnen zorgen dat we dit zoveel mogelijk en zo snel mogelijk herstellen. En ik zal u daar vanmiddag nader over informeren.