Speech minister Koolmees op de Netwerkbijeenkomst SZW

Toespraak door minister Koolmees op de Netwerkbijeenkomst SZW, Caballero Fabriek, Den Haag.

Belang van verandering

Dames en heren,

Ik zal het maar meteen bekennen.

Vandaag begeef ik me in het hol van de leeuw.

Als ex-roker, midden in een sigarettenfabriek.

Gelukkig zijn wij beiden gestopt.

De fabriek én ik.

De fabriek was alleen nét iets eerder.

Drie weken geleden stak ik mijn laatste sigaret op.

Hoe meer er verandert, hoe meer alles hetzelfde blijft.

Dat schreef de Franse schrijver Jean-Baptiste Alphonse Karr.

Maakt u zich geen zorgen.

Ik zal niet in oude gewoonten vervallen. Zo bedoel ik het niet.

Pessimisten gebruiken Karr’s woorden,

om te zeggen dat veranderingen maar oppervlakkig zijn.

Een dun laagje metallic op een oude roestbak.

Dat vind ik cynisme keer drie:

Het was al niet goed,

en het wordt ook niet beter.

Omdat ‘ze’ dat niet willen.

Met dat cynisme kan ik niks. Voor mij betekenen zijn woorden dan ook iets anders.

Ik denk dat je juist moet blijven veranderen,

om het moois te behouden dat je al hebt.

En dat niet ‘ze’ maar ‘we’ dat moeten doen.

Samen.

Die regel gaat op voor mijn eigen leven.

En ik zie het om me heen.

Het is een visie die ik wil meenemen in dit ministerschap.

Het raakt de kern van wat ik wil met de arbeidsmarkt.

Én hoe ik mijn relatie met u zie.

En het gaat om deze fabriek.

Het succes van deze locatie is namelijk haar veranderkracht.

Hier, in deze oude fabriek, bedenken, schrijven en ontwikkelen slimme koppen nu de mooiste dingen.

Van serious games tot aan ‘Critical Alignment Yoga’.

Dat is zo vernieuwend dat ik niet precies weet wat het is!

Al klinkt het wel heel gezond.

Slimme koppen hebben deze uitgedoofde fabriek een nieuw leven ingeblazen.

Door te veranderen, is de kern,

het intrinsieke moois van deze locatie,

behouden:

Werk.

Bedrijvigheid.

Een arbeidsmarkt in het klein.

Het is een schoonheid die ik enorm waardeer.

 

Het belang van de arbeidsmarkt

Dames en heren,

Er zijn veel onderwerpen die ik belangrijk vind,

en waar ik het de komende tijd over wil hebben.

Denk aan integratie van nieuwkomers. Spanningen in de samenleving. Polarisatie.

Vandaag sta ik stil bij een ander belangrijk onderwerp:

De arbeidsmarkt.

Om nog maar een bekentenis te doen: Ik houd van de arbeidsmarkt.

Dat klinkt misschien een beetje gek.

Mensen houden van hun partner,

of hun kinderen.

Van hun hobby’s of stad. Van hun voetbalclub.

Dat doe ik ook…Wees gerust!

Maar ik denk dat we de schoonheid van de arbeidsmarkt wel eens onderschatten.

Dat we deze voor lief nemen.

De arbeidsmarkt gaat om iets heel elementairs:

Als deze gezond is, geeft het de zekerheid om iets op te bouwen.

De mogelijkheid om te groeien en je te ontplooien.

De kans om mee te doen. Voor iedereen!

Voor mensen. Voor bedrijven. En voor ons land.

Maar de arbeidsmarkt an sich is geen gegarandeerde kansen- en zekerheidsmachine.

Je ziet dat goed bij ontwikkelingen als robotisering en flexibilisering.

Voor de één levert dit kansen op.

Maar voor de ander vooral veel gepieker.

Over je baan, en of die er straks nog wel is.

Of over hoe je als flexwerker een hypotheek kunt krijgen, of een betaalbare huurwoning.

Natuurlijk, veel zzp’ers worden heel blij van vrijheid.

Zij maken bewust de keuze voor ondernemerschap.

Maar anderen worden noodgedwongen de zzp-hoek ingeduwd, zodat ze goedkoper zijn.

En dat heeft helemaal niks met vrijheid te maken!

Ook ondernemers zitten in een lastig parket.

Er ligt de laatste tijd wel heel veel op hun bordje.

Als je als werkgever zelf klem zit, is het lastig om werknemers een vast contract te geven.

De zekerheid van de één, zorgt voor de onzekerheid van de ander.

Dat begrijp ik goed.

Wat ik wil zeggen is het volgende:

De arbeidsmarkt is in verandering. En de arbeidsmarkt raakt iedereen.

Daarom zijn keuzes voor de toekomst enorm belangrijk.

Want nieuwe verhoudingen vragen om nieuwe afspraken.

Afspraken die we samen moeten maken.

 

Visie op samenwerken/de polder

Hier in deze fabriek, sta ik midden in de polder.

En dat is ook het hol van de leeuw.

Nou ja, volgens sommigen, dan.

Een polderbewoner vroeg zich onlangs vertwijfeld af:

‘Hoe moet dat nu, samenwerken met een D66’er?’

Voor iedereen die zich net zo’n zorgen maakt, geen nood:

Er is een handleiding.

En ik zal ‘m kort even toelichten.

Allereerst:

Ik kijk zelf erg uit naar die samenwerking. Met iedereen die hier vandaag aanwezig is.

Maar ik wil kort stilstaan bij de polder, juist omdat het goed laat zien hoe ik hier over denk.

Ik geloof niet in ‘voor’ of ‘tegen’ de polder.

Zo’n ideologische discussie brengt ons land niet verder.

De polder is een feit.

Ik ben er in geboren, vlakbij het laagste punt van Nederland. En ik ben er ook op afgestudeerd.

Ja, in mijn ouderlijk huis werd er vroeger flink gepolderd: met een familie van zeven moest dat ook wel.

Er was altijd een strijd om de afstandsbediening,

de snoeppot en gewoon het hoogste woord.

Daar heb ik later veel profijt van gehad.

Ik ben altijd op zoek naar overeenstemming,

omdat het je verder brengt.

 

Het belang van de polder

En zo gaat dat ook een beetje in de macropolder.

We weten allemaal: als je de snoeppot naar je toetrekt, zal niemand ‘m vullen.

Ook het verstoppen van de afstandsbediening,

levert vaak niet het gewenste resultaat op.

Nou ja, misschien één keer. Maar daarna heeft je broertje het trucje door.

De polder is een typisch Nederlands ding. Wij hebben geen samenleving van koning-keizer-admiraal.

En dat kun je heel letterlijk nemen: vroeger vormden de koopmannen het cement van onze steden.

En in 2017 bent u dat van onze samenleving.

In zo’n land wars van hiërarchie is de polder een prachtige manier om vreedzaam tegenstellingen te overbruggen.

We overleggen gezamenlijk over eigenbelangen.

En dat zorgt heel letterlijk voor peace of mind,

Of, wat minder hip, voor arbeidsrust.

De polder heeft ons land veel opgeleverd.

Denk aan een gezamenlijke inzet op werkgelegenheid.

Een vakbeweging die zich constructief opstelt, ook als het slecht gaat.

De bereidheid van werkgevers zich in te spannen voor kwetsbare groepen.

 

Wat moet er anders in de polder

Dat is zeker mooi. Ik sta volledig achter deze lofzang.

Maar, ik vind dat je ook kritisch moet kunnen kijken naar de polder.

Ook hiervoor geldt dat je moet blijven veranderen,

om het moois te behouden dat je al hebt.

De polder is geen statisch landschap.

Dat zit eigenlijk al in de naam.

We zijn ons landschap gaan veranderen, om onze omgeving en onszelf te beschermen. Om het moois dat we hebben te behouden.

Het polderlandschap is oerhollands,

juíst door zijn kracht zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.

En dat is ook nodig. Bijvoorbeeld bij de discussie over onze oudedagsvoorziening.

Het draagvlak voor ons pensioenstelsel brokkelt langzaam af.

Ouderen zijn boos omdat hun pensioen al jaren niet wordt geïndexeerd.

En steeds meer jongeren willen niet meer meedoen.

Ze zijn bang dat er straks voor hen geen geld meer in de pot zit.

Er is dus een reëel risico dat groepen mensen mentaal afhaken.

En erger nog: dat die groepen straks lijnrecht tegenover elkaar staan.

En dat terwijl het stelsel in de basis mooi is.

Collectiviteit, risicodeling en verplichtstelling zijn prachtige kernwaarden.

Waarden die we moeten behouden,

door te vernieuwen.

Ik besef goed dat dit niet meteen geregeld is.

Vernieuwing van het pensioenstelsel is een ingrijpende operatie.

Het vraagt om grote zorgvuldigheid,

een getimede aanpak,

en vooral een goede samenwerking met alle partners.

We zullen het samen moeten doen.

Dat kan alleen als we onze deelbelangen aan de kant zetten en tegenstellingen overbruggen.

Door op deelbelangen te blijven hameren, stoot je anderen af.

Erger nog, het maakt je blind voor overkoepelende problemen,

die voor de buitenwereld allang zichtbaar zijn.

 

Hoe polarisatie verzwakt, en wat te doen

De polarisatie die ons land verzwakt, bijvoorbeeld.

De kloof tussen oud en jong.

Arm en rijk.

Werkgever, werknemer.

Vast en flex.

Het terugdringen van tegenstellingen

is één van kernpunten uit het Regeerakkoord.

Dat terugdringen doe je niet door iedereen over één kam te scheren,

maar juist door ruimte voor verschillen te laten.

Met meer zekerheden voor mensen die dat nodig hebben.

En tegelijk genoeg vrijheid voor mensen die daar behoefte aan hebben.

Verschil moet een keuze zijn. En niet het gevolg van ‘scheefgroei’ binnen het systeem.

Denk bijvoorbeeld aan het oneigenlijk gebruik van payrolling en nulurencontracten.

Dat wil ik bestrijden.

Maar werkgevers moeten dan wel meer ruimte krijgen,

zodat ze weer mensen aan durven te nemen.

Daarom wil ik bijvoorbeeld ook het ontslagrecht aanpassen en de verplichtingen rondom loondoorbetaling bij ziekte verlichten.

U ziet het:er valt voor werkgevers én werknemers veel te winnen als we met elkaar in gesprek gaan.

Want alleen dan kunnen we tegelijkertijd vernieuwen én vasthouden aan al het waardevols dat we samen hebben opgebouwd.

 

Slot

Dames en heren,

Graag kijk ik samen met u naar de toekomst.

Ik zit niet te wachten op ideologische fijnslijperij.

Ik wil kijken hoe we het in de praktijk gaan aanpakken.

Niet omdat je niet mag dromen,

maar omdat ik liever werk maak van dat wat nu belangrijk is.

Ik wil grote thema’s aanpakken.

Gezond ouder worden. Duurzame inzetbaarheid. Een betrouwbaar pensioen.

En ik wil kijken hoe we nieuwe zekerheden gaan bieden.

Hoe gaan we van baanzekerheid naar werkzekerheid in een evenwichtige arbeidsmarkt?

Flexibele arbeidsrelaties zijn nodig en gewenst in deze tijd.

Maar er moet wel sprake zijn van een goede balans.

Daarom zal ik mij de komende jaren inzetten voor een moderne en eerlijke arbeidsmarkt.

Een arbeidsmarkt waar werken loont.

Een arbeidsmarkt met ruimte voor verschillen.

En een arbeidsmarkt waar iedereen zich kan ontwikkelen.

Niet in een draaideur van flexcontracten, maar wel via een trap omhoog. Met werk dat zorgt voor ervaring én perspectief.

Kortom: een nieuw evenwicht tussen kansen en zekerheden. In een samenleving met plek voor iedereen.

Dames en heren,

We moeten tot afspraken komen.

En als realist weet ik dat we er nog niet zijn. Dat heb ik als onderhandelaar over het Regeerakkoord met eigen ogen gezien.

Maar ik weet ook dat werkgevers, vakbeweging en kabinet een eerlijke en evenwichtige arbeidsmarkt willen.

Met een goede balans tussen vast en flex, maar ook tussen werk en privé.

Een arbeidsmarkt waar we gezond en gemotiveerd doorwerken tot aan ons pensioen. En waar we oog hebben voor mensen in zwakkere posities.

Het Regeerakkoord biedt hiervoor een mooie basis.

Voor die afspraken is het eigenlijk heel simpel:

Wat we nodig hebben is een gezamenlijke doelstelling.

Een aantal uitgestoken handen.

En tot slot een gedeeld besef,

namelijk:

het enige constante in het leven is verandering.

Dank u.