Spreektekst minister Van Nieuwenhuizen voor Deltalinqs-diner, Onderzeebootloods, Rotterdam

“Alleen al de Nederlandse zeehavens zijn goed voor bijna 6% van de economie. Ruim 370.000 mensen verdienen hier hun brood. De havens doen het goed en daar verdient u alle waardering voor! Waar het om gaat is dat we sterk en concurrerend willen blijven. Niet de grootste, maar wel de beste haven. Een goed bereikbare, slimme, veilige en duurzame haven. Dat is onze ambitie en dat is ook waar dit kabinet op inzet.”
Dat zegt de minister vanavond bij het Deltalinqsdiner in de Rotterdamse haven.

Beste mensen,

Allereerst veel dank aan Deltalinqs voor deze uitnodiging in deze mooie en bijzondere locatie.
Een thuiswedstrijd, inderdaad. Want ik woon hier niet ver vandaan.
En ik doe dat al jaren met veel plezier, want ik hou enorm van de dynamiek, de bedrijvigheid en de sfeer van de haven.

Die affiniteit met havendynamiek zit misschien in mijn DNA; want ik kom uit Ridderkerk, hier vlak bij. En als ik kijk naar mijn geboortejáár, dan ligt er een hele directe link met de haven. Ik ben namelijk geboren in hét Havenjaar…
Hét Havenjaar, zult u denken? Het is toch ieder jaar havenjaar…
Mee eens.
Maar één jaar was extra bijzonder. Ik heb het over 1963.

Om even de sfeer te schetsen van dat jaar: een ijskoude winter met een legendarische Elfstedentocht. Hier in de haven lagen duizenden binnenvaartschepen stil. De Rijn was bevroren. De schepen werden heel slim tijdelijk gebruikt als opslagcapaciteit omdat ze toch niet konden varen...

Toen al was er sprake van smart shipping…
Maar 1963 was nog in een ánder opzicht een bijzonder jaar voor de Rotterdamse Haven. Het was een herdenkingsjaar.
Dat jaar werd herdácht dat 100 jaar geleden Koning Willem III de wet ondertekende die de Nieuwe Waterweg mogelijk maakte. De wet die uiteindelijk leidde tot het ontstaan van de haven.

Ik neem u heel kort mee naar 24 januari 1963, de Sint Laurenskerk hier in Rotterdam. Het Havenjaar wordt officieel geopend.
Burgemeester Van Walsum houdt een toespraak waarin hij terugblikt en vooruitkijkt.
Hij noemt het succes van de haven. Want dat jaar is de Rotterdamse Haven net voor het eerst de grootste ter wereld geworden.
Hij besluit met de woorden – en ik citeer: “Ik ben ervan overtuigd dat de haven er in de toekomst geheel anders zal uitzien dan wij allen nu denken.”

En in dát jaar werd ik geboren...
Nu ben ik minister van Infrastructuur en Waterstaat. En sta ik hier zelf. En ik zou de woorden van de oud-burgemeester zomaar kunnen herhalen. Want ook ík ben ervan overtuigd dat de haven er in de toekomst heel anders uit gaat zien. Maar dan om hele andere redenen dan toen.

En inderdaad, de heer Lak zei het al, moeten we stappen zetten naar die toekomst zonder het heden en de bestaande belangen van ondernemers over het hoofd te zien.

Daarom willen we een goed bereikbare haven. De prognoses zijn dat de mobiliteit nog flink toeneemt, zeker op de weg. Het zal dus slimmer moeten.

We willen naar een veiliger haven. De cyberaanval van het afgelopen jaar heeft grote bedrijven als APMT en Maersk lamgelegd. Cybersecurity zal hoger in ons bewustzijn en steviger op de agenda van ons allemaal moeten.
En we willen naar een energie-neutrale samenleving – en dus ook haven - in 2050. In 2030 al naar 49% minder CO2-uitstoot. Een ongekende opgave.

Glashelder dus dat de haven in de toekomst zal veranderen. Dus ja, die slotwoorden van de oud-burgemeester in 1963 zijn actueler dan ooit!

Het mooie is dat terugkijken ook veel vertrouwen geeft. Er is enorm veel bereikt:
-    De haven is sindsdien verviervoudigd.
-    Er is een Eerste en Tweede Maasvlakte aangelegd.
-    Niet meer de grootste haven van de wereld, maar wel van Europa.
-    De beste haveninfrastructuur ter wereld..
-    U mag trots zijn op mooie cijfers van het afgelopen jaar: bijna 10% groei van de overslag van containers!

Het mooie is dat u niet blijft hangen in het verleden maar volop bezig bent met de toekomst.
Er is in de haven het afgelopen jaar een groot LNG-bunkerschip gedoopt. Een stap in de goede richting om het aantrekkelijker te maken om met schonere brandstof te varen.  
Er is gestart met onderzoek naar aardwarmte, kilometers onder de Tweede Maasvlakte.
Smart shipping wordt omarmd. In november vorig jaar hebben we hier in de haven een speciale challenge georganiseerd. Een fantastische dag. Er was een enorme drive naar vernieuwing zichtbaar en voelbaar, met zelfvarende watertaxi’s, inspectierobots, slimme systemen die de wachttijd voor de haven verlagen.

Er liggen kansen om koploper te worden op dit gebied.
Ons land heeft hierin een traditie hoog te houden. We zijn altijd pioniers geweest.
Deze onderzeebootloods was er bijvoorbeeld niet geweest als ene Cornelis Drebbel niet in de 17e eeuw voor het eerst een bootje op de Theems onder water liet varen! De eerste duikboot ter wereld!
Hij deed dat voor de ogen van de Engelse Koning en duizenden verbaasde toeschouwers.

Wat mij betreft blijven we volop pionieren. Daarom heb ik bijvoorbeeld een speciaal meldpunt in het leven geroepen. Iedereen die een experiment wil doen op Nederlandse wateren kan zich hier melden – het adres is: Loket.smartshipping@rws.nl
Samen met Rijkswaterstaat en de Inspectie zullen we dan meedenken en kijken onder welke voorwaarden dat experiment uitgevoerd kan worden. Ik heb het dan over binnenwateren en de 12-mijlszone op zee.
We doen dat wel met een doel voor ogen. Waar het om gaat is dat we sterk en concurrerend willen blijven. Niet de grootste, maar wel de beste haven. Een goed bereikbare, slimme, veilige en duurzame haven. Dat is onze ambitie en dat is ook waar dit kabinet op inzet.

U kent het Regeerakkoord. Er is veel oog voor de belangen van de Rotterdamse Haven.
We pákken door met de aanleg van infrastructuur, we kíjken naar een verbetering van het vestigingsklimaat, we zijn aan de slag om een green deal op te zetten om de scheepvaart te verduurzamen, we zetten in op een level playing field…
Zo zijn de Nederlandse zeehavens verplicht om vennootschapsbelasting te betalen. Tegelijkertijd investeren ze in publieke infrastructuur die in omringende landen door de overheid wordt aangelegd. Een herbezinning op de kostentoerekening van infrastructuur moet ervoor zorgen dat de Nederlandse havens weer een gelijke uitgangspositie krijgen ten opzichte van havens in de buurlanden.

Er staat wel wat op het spel. Alleen al de Nederlandse zeehavens zijn goed voor bijna 6% van de economie. Ruim 370.000 mensen verdienen hier hun brood. De havens doen het goed en daar verdient u alle waardering voor!
Die goede uitgangspositie is niet vanzelfsprekend. Andere landen zitten niet stil. We moeten dus slim zijn. Samenwerken waar het kan.

You’ll never walk alone!

De gezamenlijke maritieme strategie is een mooi voorbeeld van krachten bundelen. Drie jaar geleden voor het eerst opgezet. Ik kijk er naar uit om volgende maand het nieuwe werkplan te kunnen ondertekenen.

Misschien denkt u nu: Mooi dat het op papier staat, maar laten we het vooral doen! Of het nu gaat om het opleiden van mensen, het oppakken van de digitalisering, het klimaatneutraal maken van de haven….

Dat is precies de bedoeling!

Dat geldt zeker bij een betere bereikbaarheid van de haven. Internationaal scoort Rotterdam hoog met de infrastructuur en de verbinding met het achterland. Dat willen we zo houden.

Daarom blijven we de komende jaren fors investeren. Zo gaat de A15 fors op de schop. Vooral het stuk tussen Gorinchem en Papendrecht geeft problemen. We gaan dit jaar verkennen hoe we dit structureel kunnen oplossen..

Ook de Suurhoffbrug op de A15 pakken we aan. De startbeslissing voor een nieuwe brug is net genomen.

En we blijven tempo maken met hele grote projecten, zoals de Blankenburgtunnel. Voor het ontwerp en de aanleg is een maand geleden het contract getekend, komend jaar maken we de financiële afspraken en dan kunnen we echt aan de slag.

En Koning Willem III kan tevreden zijn. Want dit jaar beginnen we met het verdiepen van zijn Nieuwe Waterweg met anderhalve meter.

De Botlek wordt toegankelijk voor schepen met een diepgang van 15 meter. Hartstikke belangrijk voor de industrie daar.

We zien daarnaast veel nieuwe mogelijkheden om de logistiek slimmer te maken. De congestie van de binnenvaart in de Rotterdamse Haven is zo’n knelpunt. Met wachttijden van soms 70 uur maak je je niet aantrekkelijk voor verladers. En mijn streven is nu juist om verladers te verleiden voor het water!

Een deel van de oplossing ligt in slimme logistiek om goederen sneller via spoor, weg en binnenvaart te vervoeren. Het uitwisselen van data wordt steeds belangrijker. Als we data beter delen kunnen de schippers beter anticiperen op wachttijden, en verladers hun goederen beter spreiden.

Ik zeg hier één ding nadrukkelijk bij. We willen ook een veilige haven blijven. Weerbaar tegen hackers. Het afgelopen jaar heeft u de effecten gemerkt van een wereldwijde cyber-aanval.

Dat willen we voorkomen.

Alle hens aan dek wat mij betreft. Samen met de maritieme sector, maar ook met internationale organisaties als de IMO, werken we aan betere regelgeving, betere informatie-uitwisseling, meer oefeningen, een scherpe risicobeoordeling.

U zit niet stil op dit punt. Heel goed dat u bijvoorbeeld met het project FERM er alles aan doet om iedereen scherp te houden. De cybercafés zijn bijvoorbeeld een goed middel.

Ik sta open voor de ervaringen die u hier op doet. Laten we goed op elkaar aansluiten. Daar worden we alleen maar sterker van.

Afsluitend keer ik nog even terug naar de St Laurenskerk in 1963.

Aan cybersecurity werd nog niet gedacht.

Er werd wel voorzien dat de toekomst van de haven er heel anders uit zou zien. Een toekomst die ze met vertrouwen tegemoet zagen.

Dat blijkt wel uit de woorden van historicus en Eerste Kamerlid Mr Lichtenauer. Hij zei tijdens die bijeenkomst - in mooi gezwollen taal: “Moge Rotterdam door de noeste vlijt die alles overwint, en de geestelijke kracht die overal erkenning vindt, dat onmogelijke wonder van de wording van de Nieuwe Waterweg zich steeds weer naar behoefte doen herhalen.”  

Ik sluit daar graag bij aan, maar dan wel heel graag in mijn eigen woorden…

Rotterdam is groot geworden door veerkracht, ondernemerslust en samenwerking. Die eigenschappen zullen de komende jaren keihard nodig zijn om sterk en concurrerend te blijven.

Ik heb daar alle vertrouwen in. Sterker nog, ik heb er erg veel zin in om samen met u aan een sterke toekomst van de Rotterdamse Haven te blijven werken.

Dank u wel.