'Digitale economie moet ook een eerlijke economie zijn'

Opinie van staatssecretaris Keijzer voor het eerste rondetafelgesprek op 22 januari 2018.

Het digitale tijdperk is al decennia geleden aangebroken. Mobiel internetten, online winkelen en contactloos betalen zijn bijvoorbeeld niet meer weg te denken. Dit brengt Nederlanders veel: gebruiksgemak, grenzen die wegvallen, economische groei, noem het maar op.

Maar dat is niet het hele verhaal – dat is alleen de economische kant. Digitalisering gaat ook over de verhoudingen in onze samenleving, over veiligheid en toegankelijkheid. De digitale economie is niet overal een eerlijke economie. Het is hoog tijd dat daar verandering in komt. We moeten zorgen dat iedereen digitalisering kan benutten en dat digitale bedrijven zich niet kunnen onttrekken aan de regels van de reguliere economie. Alleen zo wordt iedereen beter van digitalisering.

Het kabinet komt nog dit jaar met één strategie om ervoor te zorgen dat alle ondernemers en consumenten in Nederland kunnen profiteren van de digitale economie. Ik spreek daarom maandag met onderzoekers, economen en twintig vertegenwoordigers uit het hele bedrijfsleven, van kleinbedrijf tot multinational bij een eerste ronde tafel digitalisering: een gezamenlijk vertrekpunt op weg naar deze strategie.

Zonder gewetensvragen verliest digitale economie aan waarde

De bedoeling is om het hele verhaal over onze digitale economie op tafel te krijgen: de economische kant en de maatschappelijke kant. Ik verwacht van mijn gesprekspartners dat ze steeds met een open blik, van twee kanten naar digitalisering kijken. Dat verwacht ik ook van mijzelf en eigenlijk van iedereen. Daarmee bedoel ik dat we enerzijds terecht optimistisch mogen zijn over de mogelijkheden die de digitale economie ons biedt en over onze concurrentiekracht, maar onszelf anderzijds de grote gewetensvragen moeten blijven stellen. Zonder het tweede verliest het eerste zijn waarde.

Want, het staat als een paal boven water dat digitalisering grote voordelen met zich meebrengt. De digitale wereld bespaart consumenten geld, brengt tegelijkertijd meer geld in het laatje bij ondernemers en kan ons leven leuker en interessanter maken. Digitalisering is zelfs noodzakelijk, als we de grote maatschappelijke problemen van onze tijd willen oplossen en economische groei willen houden. Die hebben we nodig, zodat de Nederlandse zorg en het onderwijs zo goed blijven als ze nu zijn.

Als het gaat om connectiviteit of innovatie in de digitale wereld is Nederland op zijn best – dat weet heel de wereld. Zaken als data en slimme sensoren zijn onmisbaar in onze kassen. Met digitale toepassingen kunnen we zelf opgewekte, duurzame energie uit zonnecellen en windmolens slim benutten. Ons internet hoort mondiaal gezien bij de snelste en betrouwbaarste. Daar mogen we trots op zijn, en dat kan ons nog veel meer moois brengen.

Digitalisering is niet voor iedereen een verhaal van kansen

Daar zit wel een belangrijke voorwaarde aan. Digitalisering is niet alleen een goed nieuwsshow. Digitalisering wordt ook als eng ervaren. Veel bedrijven en hun medewerkers weten niet precies wat ze ermee kunnen, of weten het wel, maar missen de middelen. Dat is jammer, gezien de kansen die het biedt. De digitale wereld is zo snel gegroeid, dat we nog niet voor alles een plan hebben. Stel dat je als winkelier investeert in een website of een digitaal productieproces – van wie is de data die dat oplevert dan? Van jou, de beheerder van de website, een marketeer? En wat vertel je je klanten?

Ik heb het dan over het belang van mee kunnen komen, van bereikbaarheid en toegankelijkheid, en over privacy en veiligheid. Ook als het gaat om de economische belangen, moeten we deze vragen blijven stellen over digitalisering. Wij sturen de digitale wereld, maar de digitale wereld stuurt ons soms ook: die balans moeten we bewaken.

Gelden regels van de ‘reguliere’ economie ook voor de digitale?

In hoeverre gelden dan regels van de ‘reguliere’ economie ook voor de digitale economie? Bedrijven concurreren in de digitale economie op andere voorwaarden. Bijvoorbeeld ten koste van arbeidspositie zoals bij bezorgdiensten gebeurt, of ten koste van veiligheidsvoorschriften in de toeristische accommodatiemarkt.

Digitaal mag niet meer dan dat we in de rest van de economie toelaten. Dat zou geen eerlijke economie zijn. We moeten opnieuw naar ons economische beleid kijken: welke regels en wetten hebben we en waarom? Wat moeten we behouden? Wat kunnen we veranderen om de kansen én bedreigingen van digitalisering in banen te leiden? 

Het is tijd om te komen tot het verhaal over de eerlijke, inclusieve digitale samenleving. Met daarin de trots en het optimisme, maar ook de antwoorden op de maatschappelijke vragen die er zijn. Als we onszelf de moeilijke vragen stellen, de ethische, de gewetensvragen, dan komen we niet alleen tot een compleet verhaal, maar ook tot een bloeiende digitale economie waarin iedereen meedoet. Dat is juist in het belang van kleine en grote bedrijven die deze kansen willen benutten.

Mona Keijzer is staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en als bewindspersoon in het kabinet verantwoordelijk voor digitale economie, ICT, telecom en internet.