Toespraak minister Van Engelshoven bij onthulling Europees Erfgoedlabel Verdrag van Maastricht

Toespraak van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven, bij de onthulling van het Europees Erfgoedlabel voor het Verdrag van Maastricht, op 9 mei 2018.

Beste mensen,


Pak je hier vanmiddag in Maastricht de auto en stop je alleen om te tanken, dan sta je binnen 24 uur in de hoofdstad van Albanië, Tirana, aan de grenzen van de Europese Unie.

Rijd je in Tirana naar het regeringsgebouw, dan zie je daar premier Edi Rama hard werken aan de toekomst van zijn land. De Europese Unie betekent daarbij veel voor hem.

"Een instrument om onze samenleving echt te veranderen", zo noemt hij het vurig gewenste lidmaatschap.

De hoop op verandering die Europa met zich meedraagt, die hoorden we decennia geleden al, vanuit Parijs.

Op de dag af 68 jaar terug, presenteerde de Franse minister Robert Schuman zijn voorstel voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Een plan gevuld met hoop, op vrede en stabiliteit. En dankzij het Verdrag van Maastricht, kon die Gemeenschap uitgroeien tot de Europese Unie zoals we die vandaag de dag kennen. Met grote welvaart, een rijkdom aan culturen, tradities en waarden. Inmiddels is vandaag, 9 mei, bestempeld als Dag van Europa.

Toch is het de vraag of de Unie vandaag in West-Europa nog zoveel hoop oproept als destijds.

Ik denk aan Brexit, nationalisme en populisme…
en constateer dat we de Europese samenwerking steeds opnieuw moeten uitvinden.

Dat geluid hoor ik meer. “Ik wil niet tot een generatie van slaapwandelaars horen, die z’n eigen geschiedenis vergeten”, sprak Emmanuel Macron enkele weken geleden.

Als een veertigjarige president zich al zorgen maakt over het vergeten van onze collectieve geschiedenis… moeten wij ons dan geen zorgen maken om de nóg jongere generaties?

Er groeien op dit moment tieners en twintigers op, die hun paspoort alleen meenemen als ze één van de oceanen overvliegen:

voor wie Charles de Gaulle alleen een vliegveld is;
voor wie de val van de Muur alleen op video bestaat;
en voor wie de euro de enige munt is waar ze ooit mee betaalden.

Voor twintigers en tieners is een vrij, vredig en verenigd Europa een vanzelfsprekendheid. Dat is een zegen en een zorg inéén.

Ze hebben nooit ervaren dat het vroeger anders was.
Ze vallen na een Erasmusfeestje met Brusselse biertjes en Franse friet, in slaap op een matras uit Malmö.
Ze zijn meer Europeaan dan elke generatie vóór hen was. Dat is de zegen.

Maar het is de vraag is of ze wel weten dat ze meer Europeaan zijn dan anderen van hun leeftijd ooit waren. En of ze beseffen dat het ook anders had kunnen zijn.
Dat is waar mijn zorg zit.

Het risico bestaat dat er wordt vergeten wat er allemaal is gebeurd om tot de Unie te komen die vandaag de dag z’n werk zo goed doet. Dat vanuit vanzelfsprekendheid onverschilligheid ontstaat.

Een jongere uit 1992, [het jaar van het Verdrag], werd volwassen in een systeem waarin de wereld aan z’n voeten lag.

Er ontstond een continent vol welvaart, met een systeem vol kansen voor jezelf. Dat is fantastisch voor de zelfontplooiing, maar kan ook leiden tot een blik die zich naar binnen richt. En waar je focust op jezelf, vervaagt het collectief.

Daarom hecht ik aan dit Erfgoedlabel. Dit geeft status aan gemeenschappelijke waarden in Europa, aan onze gedeelde identiteit. De verschillende gebouwen, wetten, verdragen en andere vormen van erfgoed laten zien waar we vandaan komen.

Al dit erfgoed samen is de bewijslast van een Europa dat vooruit wil:

vanaf het uitvinden van de democratie, in het hart van Athene,
langs het Vredespaleis in Den Haag,
naar het openen van Europa’s binnengrenzen dankzij Schengen.

Doet het erfgoed haar werk, dan ontdekken scholieren en studenten het verhaal van Europese eenwording. Mét de hoofdstukken ‘Nooit meer oorlog’ en ‘Grote economische voorspoed’, zoals ik ze ken.

Toch is terugkijken uit tevredenheid onvoldoende.
Want ons erfgoed verbindt heden en verleden, maar laat ons ook in de toekomst kijken. De slogan van dit Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed luidt niet voor niets ‘Where the past meets the future’.

Ooit waren het de natuurlijke grenzen van berg en zee, die Europeanen van elkaar scheidden. In een later tijdperk waren het de landsgrenzen die dat deden. We zijn er in geslaagd om over beiden heen te kijken, en verbinding te maken [met de EU als een uniek resultaat].

Voor mij is de belangrijkste vraag van dit moment: ‘welke verbinding leggen we nú?’

Want er spelen nieuwe vragen die op Europees niveau een antwoord moeten krijgen. Denk aan het klimaat, vluchtelingen, en een houdbaar financieel systeem.

Het zijn onze gemeenschappelijke Europese waarden, die ons helpen om het antwoord op deze uitdagingen te vinden. Een landsgrens kan soms prima verenigen, maar vrijheid, democratie, mensenrechten, tolerantie en culturele diversiteit doen dat nog meer.

Dankzij die waarden kunnen we blijvend genieten van de levens die we leiden. Ik hoop dat u daar ook af en toe bij stil staat. En dat u niet went aan een tijdgeest waarin Europa negatief wordt neergezet.

De nationale gemeenschap en Europese gemeenschapszin hoeven geen concurrenten te zijn. Dat weet u hier als de beste.

Dat brengt me bij Europe Calling. Ik wil de provincie Limburg en al haar samenwerkingspartners bedanken voor de verbinding die zij veroorzaken. Dankzij Europe Calling kunnen verschillende generaties Europeanen elkaar ontmoeten, in debat gaan en reflecteren.

Dat is essentieel. Want cultuur gedijt in een open samenleving. En brengt mensen dichter bij elkaar.

Ik ben dan ook blij om te horen dat provincie, stad en universiteit de handen ineenslaan en Europe Calling voortzetten in Working on Europe, waar ik erg nieuwsgierig naar ben.
 

Beste mensen,

Dankzij het Verdrag van Maastricht is de Europese Unie al jaren een instrument voor verandering voor velen.

Dankzij het Erfgoedlabel worden deze plek en het Verdrag nog beter zichtbaar als een historische plaats die het verhaal van onze geschiedenis vertelt.

Mij maakt dat trots. De gouverneur maakt dat trots.
Dit zal voor ieder die de Euregio lief is, niet anders zijn.

Ik wil dan ook iedereen bedanken én feliciteren die zich heeft ingespannen voor de terechte waardering van dit historische Verdrag.


Dank u wel.