Toespraak Informatiebijeenkomst Droogte

“We zijn opgeschaald naar fase 2: sinds vandaag is in heel Nederland sprake van een watertekort. Daarbij wil ik één belangrijk punt maken: er komt genoeg water uit de kraan. Een tekort aan drinkwater is niet aan de orde. De kraan blijft aan.” Dat zegt Michèle Blom, voorzitter van het Managementteam Watertekorten, donderdag 2 augustus 2018 bij de Persbijeenkomst Droogte.

Dames en heren,

Het is droog in Nederland. Dat kan niemand zijn ontgaan. Het gras is geel, de natuur heeft te lijden. Op bepaalde plekken is het verboden om te sproeien. Schepen hebben minder water onder de kiel. En ook uw tuin krijgt het voor de kiezen. Die paar regenbuien van de afgelopen week doen daar niets aan af.

Dat is vervelend. De droogte geeft hinder. En hier en daar ook schade.

Vanwege de aanhoudende droogte, ook de komende weken, is vanochtend voor het eerst officieel het Managementteam Watertekorten bij elkaar geweest. Dat betekent dat we zijn opgeschaald naar fase 2: tot nu toe was landelijk sprake van een dreigend watertekort, sinds vandaag is in heel Nederland sprake van een feitelijk watertekort.

Dat betekent dat de vraag naar water groter is dan het aanbod aan water. Dat was al zo in de hoge delen van Nederland, in het zuiden en oosten: de Veluwe, de Achterhoek, Brabant, Limburg. Maar dat is nu ook het geval in de rest van Nederland. Er valt simpelweg te weinig regen. Er komt te weinig water via de rivieren ons land binnen. En door het warme weer verdampt er te veel.

Daarbij wil ik 1 belangrijk punt maken: er komt genoeg water uit de kraan. Een tekort aan drinkwater is niet aan de orde. De kraan blijft aan.

Wat we in Nederland ontzettend belangrijk vinden, is de veiligheid van onze dijken. Die stellen we voorop. Evenals genoeg drinkwater, bescherming van zeldzame natuur en onze energievoorziening. We kiezen ervoor om daar prioriteit aan te geven.

Omdat we een tekort aan water hebben, moeten we kiezen hoe we het water verdelen tussen landbouw, scheepvaart, industrie, recreatievaart en niet-zeldzame natuur. Die keuzes maken we al en dat blijven we doen. Daarbij gaat het niet om landelijke besluiten, maar om regionaal en lokaal maatwerk. We doen wat we moeten doen. Waar nodig. Zo kan het zijn dat op de ene plek de scheepvaart voorrang krijgt en op de andere plek de landbouw of de natuur.

Met het IJsselmeer hebben we een prachtige landelijke watervoorraad en die zetten we in. We hebben vanmorgen afgesproken dat de waterschappen dezelfde hoeveelheid water uit het IJsselmeer en Markermeer kunnen blijven pompen als ze nu doen. Maar ook niet méér.

Dames en heren,

Ik hecht eraan te zeggen dat we deze plannen niet nu bedenken. We zijn een nat land, maar Nederland is ook voorbereid op droogte. We hebben in de Waterwet heldere afspraken hoe we in Nederland met droogte omgaan. Dat plan voeren we uit.

Dat betekent niet dat er geen problemen zijn. Die zijn er wel. Wat essentieel is, is verzilting te voorkomen. Door de lagere waterdruk in de rivieren dringt vanuit het westen zeewater ons land binnen. Daar komt bij dat elke boer die niet kan beregenen, een deel van zijn oogst verliest. De natuur lijdt eronder. Vissen, planten, bomen.

Ook schepen die vanwege de diepgang minder vol beladen zijn, kosten omzet. Evenals de fabriek van Akzo Nobel in Hengelo, die minder productie draait omdat het bedrijf zijn koelwater niet kwijt kan. Ook de waterkwaliteit is een groeiend probleem. Botulisme, vissterfte en blauwalg, waardoor het op steeds minder plekken veilig is om te zwemmen.

Alle maatregelen – zowel nationaal als lokaal – zijn erop gericht dat soort schade en hinder zoveel mogelijk te beperken. Maar er zal schade zijn.

Ook mensen zelf kunnen wat doen. Verspreid je watergebruik over de dag en verspil het niet.

Dank u wel.