Toespraak van minister Van Engelshoven bij de opening van het MBO-jaar

Minister Van Engelshoven sprak tijdens de opening van het MBO-jaar, op 27 augustus 2018 in Tilburg.

Beste mensen,


Vanochtend mocht ik 1200 MBO-collega’s toespreken, in het Luxortheater in Rotterdam. En vanmiddag begint het schooljaar hier in Tilburg in koninklijk gezelschap. Wat mooi dat de MBO-raad alles uit de kast trekt om het jaar feestelijk te openen.

En we zullen het er snel over eens zijn: dat is uiteraard helemaal terecht.

Want een half miljoen Nederlanders ontdekken in het MBO welk vak er bij ze past. Onder de hoede van velen van u kiezen studenten wat ze willen worden.
En misschien zelfs een beetje wie ze willen zijn.

Volgens mij mogen zowel studenten, docenten als beleidsmakers zich dan ook zo voelen als de stralende vogels die hier naast me staan. Ze zijn het toonbeeld van talent, diversiteit en trots. En daarmee zijn ze het MBO.

Maar… de veelkleurigheid van deze vogels vertelt me ook dat dé MBO’er niet bestaat.

In ons beroepsonderwijs is iedere student op weg naar een eigen toekomst. En als wij met z’n allen ons werk goed doen, dan staat die toekomst in dienst van iets dat stukken groter is dan ieder van ons: de samenleving.

Voor het voortbestaan van die samenleving zijn steengoede vakmensen onmisbaar. Zonder hen kan er niemand in een ziekenhuis terecht, komt er geen druppel water uit de kraan… en blijft elke innovatie die ons leven beter kan maken… steken in theorie.

Dat is nu zo. Dat zal in de toekomst niet anders zijn. En dat was ook meer dan 60 jaar geleden al het geval.

In 1954 opende Koningin Juliana in Drenthe een telescoop, die toen de krachtigste radiotelescoop ter wereld was. Ik was er in juni op werkbezoek, bij Astron. Hun telescoop was destijds een bijzondere innovatie. En hij is nog steeds indrukwekkend om te zien.

Niet alleen vanwege z’n formaat. Toen ik hem zag bedacht ik wat er allemaal is gedaan om hem neer te zetten. Daar is strakke samenwerking voor nodig geweest.

Tussen de ontwerper die de eerste tekening maakte, de lassers die het vele ijzer met elkaar verbonden [in de winter, in de open lucht!]… en de monteur die het laatste schroefje heeft aangedraaid.

Zonder die samenwerking, geen telescoop. Geen metingen en geen ontdekkingen.

Hoewel de telescoop nu niet langer de sterkste signalen ter wereld verstuurt en ontvangt, heeft hij aan verbeeldingskracht maar weinig verloren. Ook het werk van Astron is nog altijd bijzonder, maar je moet nu iets meer moeite doen om het te zien. De metingen worden nu gedaan met antennes en datakasten, verspreid over de Drentse velden. Die worden daar opgebouwd en onderhouden door de opvolgers van de vakmensen die destijds aan de telescoop sleutelden…

Ons land is dus nog altijd gevuld met vakmensen die aan vooruitgang werken. En baanbrekende innovaties vragen nog altijd om een nauwkeurig samenspel van mensen achter tekentafels, toetsenborden of met een tang in hun handen.

Het bewijst dat we alle talent nodig hebben om te slagen. Niemand werkt alleen met z’n brein. En niemand alleen met z’n handen. Dat mogen we in Nederland nog wel wat vaker erkennen.

Net als het feit dat het beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs meer met elkaar gemeen hebben dan op het eerste gezicht soms lijkt.

Juist via grote innovaties en langs de weg van de verbeelding zijn ze aan elkaar verbonden.

Daarom vind ik Astron zo’n goed voorbeeld, want daar weten ze dat maar al te goed. Dat is ook niet zo gek. Ze zien daar elke dag zoveel dat groter is dan henzelf. En ze weten uit ervaring dat ze alleen tot de sterren kunnen reiken… als ontwerp en uitvoering verbonden zijn.

Dat is buiten de Drentse velden gelukkig niet anders.

Deze regio kent haar eigen voorbeelden. Neem de Mind Labs, waar onderwijs, training, onderzoek en ondernemerschap vermengen. Met doorlopende leerlijnen tussen MBO, HBO en universiteit. Die verbinding heeft voor mij de toekomst.

Want op ieder MBO, HBO en op elke universiteit in ons land ontwikkelen studenten expertise waarmee ze de samenleving van stráks een plezier gaan doen. En ons onderwijs kan – nóg meer dan ze nu al is – de verbindende kracht zijn die voor samenhang in de samenleving zorgt.

Vanuit die overtuiging doe ik elke dag mijn werk.

Beste mensen,

Elke student begint z’n studie met de wens ergens goed in te worden. Met het verlangen om iets in zichzelf te ontdekken.

Onze oosterburen beschrijven een verlangen naar het onbekende op een prachtige manier.

Zij noemen dat ‘Fernweh’.

‘Fernweh’ is een gevoel van heimwee naar een plek waar je nog nooit bent geweest. Het is je nog onbekend, maar je weet gewoon dat je er moet zijn. ‘Fernweh’ brengt je bij je bestemming.

Het succesvol najagen van die bestemming is precies waar het mij in het onderwijs om gaat.

Want iedereen die vooruit wil komt dat gevoel ergens in z’n leven tegen. Als we er voor zorgen dat niemand zich op zo’n moment laat stoppen, gaan we samen vooruit.

Ik wens u een jaar vol ontdekkingen.

Dank u wel.