Toespraak van minister Van Engelshoven bij symposium '100 jaar ontgroening'

Toespraak van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ingrid van Engelshoven, tijdens symposium '100 jaar ontgroening', op zaterdag 1 december 2018, in De Rode Hoed te Amsterdam.

Beste mensen,

Dank voor de uitnodiging om hier te spreken.
Mooie plek. Het voorprogramma van Andere Tijden.

Zo’n uitnodiging sla je niet af.

We hebben het vanmiddag over ontgroeningen.
Een bijzonder stukje cultuur… dat je niet zomaar verandert.

De liberaal Ortega y Gasset noemde cultuur een reddingsboei.
De mens klampt zich er als een drenkeling aan vast, zei hij.

Dat is met de ontgroening ook het geval.

Ondanks misstanden, excessen en maatschappelijke verontwaardiging, al sinds de jaren ‘60, blijft het fenomeen bestaan.

Hans Goedkoop kan ons straks vast meer vertellen over het hoe en waarom daarachter.

Van mij heeft u nog weinig gehoord over de ontgroening.
Tot nu toe alleen wanneer er excessen in het nieuws waren.

Gek woord eigenlijk.
Excessen.

Een net woord ook. Toch?
Voor iets wat we soms ook gewoon strafbare feiten noemen…

Maar ik zal vanmiddag niet teveel kou de lucht inblazen.

Bovendien, laat dit duidelijk zijn: ik heb niks tegen ontgroende mensen. Sommige van mijn béste collega-ministers…


En ik moet toegeven: als niet-lid heb ik altijd wel wat nieuwsgierigheid gehad naar de ontgroening.

Het had niet veel gescheeld of ik kon er uit eigen ervaring over meepraten.

Er is me tijdens mijn studie aangeboden lid te worden van Carolus Magnus, in Nijmegen. Als het goed is zit de huidige senaat van Carolus hier in de zaal…

De rest van jullie hoor ik denken: ‘Nijmegen, links bolwerk, Havana aan de Waal, dat is niks vergeleken met Leiden of Amsterdam.’

En, sorry Nijmegen… daar zit misschien wel iets in.

Carolus heeft de pers ook wel eens gehaald, maar richting mij waren ze destijds mild.

Ik mocht lid worden van Carolus zonder ontgroening.

Nu was ik in die tijd ook afdelingsvoorzitter van D66.
Een politieke vriendin kwam de vereniging niet verkeerd uit.

‘Is goed’, zei ik.
‘Als dan ook iederéén lid mag worden zonder groentijd.’

Dat feest ging niet door.
Je helpt natuurlijk niet je eigen traditie om zeep.
Dat begrijp ik best en u nog beter.

Nu verloopt de ene ontgroening onschuldig en de ander problematisch.
Scheer ik het ritueel over één kam, dan doe ik de goeden tekort.

Het ritueel verdient dus nuance.

De roes van de ontgroening, volgens mij beleeft iedereen die op z’n eigen wijze.

De één leert zich handhaven.
Sluit vriendschappen.
De ander ervaart voor het eerst van z’n leven dat ‘ie het niet voor het zeggen heeft. 

Leerzaam.

En laten we niet vergeten: het is maar voor even hè.
De ontgroening is gewoon een spel, een act.

Macaroni voor ontbijt.
Zingen tot je schor bent.
Op je hoofd staan.

Een aardige act.

Zolang het op je eigen hoofd is…
… en er geen slachtoffers vallen.

Nu ben ik hier vanmiddag niet als schooljuf.  
En ook ik ben volwassen geworden tijdens m’n studententijd.

Dan kleur je af en toe buiten de lijntjes.
Omdat je ze nog niet zag, of gewoon wilt weten wat er gebeurt als je dat doet.

Daar word je groot van.

Toch voeren we al een paar decennia discussies over misstanden tijdens het ontgroenen.

En het lukt maar niet om ze te stoppen.

Nu laat ik de evolutie van het ritueel het liefst aan de verenigingen zelf, met wat dwingende hulp van buitenaf.

Want vernedering, misdragingen en geweld, of het nu fysiek of mentaal is: het blijft gebeuren.

En dat is in alle opzichten ontoelaatbaar.

Het is de plicht van verenigingen dat uit te bannen.

En ik ben blij met universiteiten en hogescholen die dit scherp in de gaten houden. Zodat ontgroeningen wel móeten veranderen.
Want je zit aan tafel, of je staat op het menu.

Dat zien we bij meer tradities.

Zelfs de meest traditionele instituten zijn niet langer immuun voor verandering.                                                        

De kerk.
Het Koningshuis.
Sinterklaas…

En natuurlijk het huwelijk… gelukkig maar.

En hoewel ook de ontgroening langzaam met z’n tijd meegaat, lijkt het me niet gek om er nog eens goed naar te kijken.

Zodat het u geen toekomstige aspiranten kost… en die aspirant niet z’n toekomst. En zodat je ontgroening beter past bij 2018 en daarna.

Neem nu diversiteit.

De rituelen van ontgroening zijn niet ontworpen om een bont gezelschap te smeden. Wie afwijkt valt af.

De bedreiging van de bubbel slaat ongemerkt toe.
Mannen- en vrouwendisputen vormen helpt dan ook niet echt mee.

Zonder dat je het door hebt ben je in de fase van je leven waarin je volwassen wordt… omringd met klonen van jezelf.

En dat is op z’n zachtst gezegd: jammer.
Want na je studie stap je de samenleving in, en die is stukken diverser dan het selecte gezelschap van je dispuut.

Waarschijnlijk ben je de MBO’er, de student met een beperking, en wie als eerste van de familie ging studeren, maar weinig tegengekomen.


Nu omschrijft S.T.O.A. een toekomstwens in haar uitnodiging voor vandaag.

U wilt graag dat ontgroeningsrituelen blijven bijdragen aan de vorming van leidinggevenden van de toekomst.

Dan is diversiteit helemaal hét onderwerp om het over te hebben. Want het wordt diverser aan de top.

En leiders kun je op hele andere manieren kweken.

Manieren die beter passen bij de tijd.

Minder lompe dominantie.
Geen afblaffen, bek houden, stilzitten.
Niet lang, zwaar en vernederend.

Geen kapotte eieren op je kop of witbrood eten tot je kotst.

De gemeenste zijn, dat is gemakkelijk.
Wees eens creatief.

Dat moet de leider vandaag de dag ook zijn.

Leg die nieuwelingen het zwijgen op door ze iets heel indrukwekkends te laten zien. Of vertel het ze.

Nuttig gebruik van een grote mond.

Breng een groep dichter bij elkaar.
Niet omdat jij de collectieve vijand bent,
maar doordat je ze inspireert.

Wees de gaafste, origineelste, of grappigste ontgroening.
In plaats van de hardste, of meest vernederende.


Een Tilburgse onderzoeker beschreef eens het gevoel dat macht je geeft.
Hij vergelijkt het met het effect van alcohol.

Macht maakt zelfgenoegzaam, net als drank.

Je kunt je ontgroening droogleggen, waar ik helemaal voor ben.
Maar dat voorkomt misstanden niet.

Misbruik van macht is het probleem.

Pas als dat uit je ontgroening verdampt, zijn excessen verleden tijd.

In dit licht is het interessant om nog eens naar die aflevering van Andere Tijden te kijken, uit 2017.

Dirk Salomons, oud-rector van het Amsterdams Studenten Corps komt daarin aan het woord.

Hij kijkt met open mond terug op zichzelf, in de jaren ‘60.

En vraagt zich af waarom het toch zo belangrijk was… dat idee van: ‘we doen het nou eenmaal zo’.

Verandering van het ritueel kwam niet eens in hem op.

De excessen laten hem wél zien “hoe ver een subcultuur kan afdwalen van de normen van de gemeenschap.”

Hij formuleert als een buitenstaander, van een afstand.
Gelukkig is zijn slotsom persoonlijker.

Hij vraagt zich af:

“Wat ging er in ons om? Waarom duurde het zo lang voordat wij beseften dat dit niet was wie we wilden zijn?”

Zijn antwoord krijgen we niet te zien.

Maar ik hoop dat u, en iedereen die íets te zeggen heeft over een ontgroening…
… zich deze vraag nooit meer hoeft te stellen.

Maakt u alstublieft – in de geest van Ortega y Gasset – een nieuwe culturele reddingsboei.

Eentje waar studenten zich juist met plezier aan vasthouden.

Dank u wel.