Speech van de minister Kajsa Ollongren (BZK) op het WoON-congres ‘Ruimte voor Wonen’ in Den Haag

Dames en heren,

Wat een volle zaal.
Geweldig om zoveel betrokken professionals bij elkaar te zien.
Een hele veelzijdige, brede sector - in één grote zaal bij elkaar.
Allemaal samen voor een groter doel: prettig wonen voor iedereen in Nederland.
Ik zeg dit bewust, omdat er geen week voorbij gaat zonder debat over wonen - over woningprijzen, over woningbouw, over verduurzaming…
Wat me daaraan zo opvalt, is dat het debat alle kanten opgaat.
Het is een debat van uitersten:
óf we moeten de corporaties een grotere rol geven - óf we moeten hun rol juist inperken.
We moeten de prijzen in de middenhuur reguleren - óf we moeten de markt vrij spel geven.
We willen te snel verduurzamen, óf het gaat juist veel te langzaam.
Nu is het publieke debat mij zeer lief - ik ben en blijf tenslotte een democraat.
Laat u dus horen!
Maar laat die woorden nooit zonder daden gaan.
Natuurlijk mag iedereen zijn eigen mening hebben.
Maar uiteindelijk moeten we doen wat écht werkt in de praktijk - zodat mensen prettig kunnen wonen.
En toen ik vanmorgen in de auto zat, moest ik denken aan een werkbezoek dat bol stond van de actie en het optimisme.
Dat was een bezoek aan Utrecht, samen met de Koning.
Wat me het meeste is bijgebleven is de enorme energie,
van ontwikkelaars en corporaties,
van bouwers, gemeente en bewoners.
Alle grote woonvragen kwamen daar voorbij: de vraag naar nieuwe woningen, naar de juiste woningen en naar duurzame woningen…
En ik wil u vanmorgen dus even mee terug nemen naar dat bezoek.

Allereerst iets over die nieuwe woningen.

U ziet hier een prachtige nieuwe stadswijk - waar vroeger de Utrechtse Veemarkt stond.
Toen stonden hier grote hallen vol koeien en paarden, waar je de hele dag het vee kon ruiken en het handjeklap van de handelaren kon horen.
Nu zijn er acht mooie, kleine woonbuurten, met elk een eigen uitstraling.
De Veemarkt is een van de vele plekken in het land waar heel hard wordt gebouwd aan de 75.000 nieuwe woningen, die we per jaar nodig hebben.
De vraag is op veel plaatsen groot - en het tempo voor sommigen te langzaam.

Maar als we goed kijken naar de cijfers, dan zaten we afgelopen jaar al bijna op dat jaarlijkse doel .
En de prognose voor dit jaar is dat we het halen.
We doen dus wat werkt - en we blijven koersvast.
De Veemarkt is een prachtige kans voor Utrecht om een bestaand terrein opnieuw te ontwikkelen.
Gelukkig had de financiële crisis is hier weinig invloed op en is het grootste deel van de wijk al bewoond.
Maar niet elke stad of regio heeft zo'n mooi Veemarkt-terrein.
De ruimte is schaars - het blijft Nederland - en het is soms lastig om snel nieuwe bouwprogramma's van de grond te krijgen.
Daarom ben ik druk bezig met 5 Woondeals, om woningbouw te versnellen in die regio's waar de opgave het meest taai is.
In Groningen en Eindhoven heb ik gemerkt hoeveel enthousiasme het losmaakt in de regio.
Dat belooft veel voor de drie andere stedelijke regio's waarmee we ook een Woondeal voorbereiden: Utrecht, Amsterdam en Den Haag/Rotterdam.
Misschien denkt u nu: leuk, die vijf regio's, maar bij mij gebeurt er ook veel.
Of u denkt: leuk dat bouwen, maar bij mij is krimp juist de grote opgave.
Ik zie die verschillen.
En neemt u van mij aan: iedere regio is mij even lief.
Juist daarom wil ik niet zomaar een groot landelijk programma over u allemaal uitstorten.
Dat voelt misschien daadkrachtig.
Maar het helpt u echt niet altijd.
Ik wil doen wat werkt.
En in dit geval is dat: overheden, marktpartijen en corporaties samen aan het stuur zetten in de eigen regio.
Zoals hier in Den Haag al gebeurt aan de Haagse Tafel Wonen.
Van zulke initiatieven verwacht ik veel.
Daarom kijk ik ook met veel belangstelling naar de 12 provincies, waar nu druk onderhandeld wordt over nieuwe coalities.
We hebben de ambitieuze plannen én de actieve rol van provincies nodig, om iedereen prettig te laten wonen.
Elke regio heeft een gezamenlijk programma nodig - of dat nu gaat over woningbouw of over krimp.
Ik wil hier dus een oproep doen aan de onderhandelende partijen:
-blijf volop ruimte bieden voor nieuwe bouwplannen.
-maar zorg er ook voor dat die plannen snel te realiseren zijn.
-en breng daarvoor regionale partijen bij elkaar.
Ik sta dus te trappelen om met de nieuwe provinciale colleges samen te werken.
En mocht u dan tegen knelpunten aanlopen, dan wil ik dat natuurlijk horen.
Zodat we er samen iets aan kunnen doen.

Dan mijn tweede punt: de vraag naar de juiste woning.

U ziet hier bewoners van de Veemarkt-wijk, die heel blij waren dat ze een fijne woning konden vinden - die past bij hun woonwensen.
En het leuke is dat in deze acht hofjes veel verschillende soorten huizen gebouwd zijn.
Eengezinswoningen en appartementen. Koop en huur.
Wat je woonwens of levensfase ook is, je kunt er terecht.
De Veemarkt is voor mij een prachtig lokaal voorbeeld van de landelijke opgave.
Want prettig wonen is per definitie maatwerk:
we hebben niet alleen nieuwe woningen nodig - we ook de juiste woningen nodig.
Voor studenten én voor ouderen.
Voor het gezin met kinderen én voor de happy single.
Voor de kleine én de grotere portemonnee.
Mijn doel is een woningvoorraad die alle woonwensen ruimte geeft.
De cijfers uit het WoON-onderzoek laten zien dat we de goede kant op gaan:
Want veel mensen die tijdens de crisis niet durfden te verhuizen, hebben dat alsnog gedaan - ze zijn bijvoorbeeld in de Veemarkt gaan wonen.
De gemiddelde relatieve woonlasten van Nederlanders zijn stabiel gebleven of zelfs gedaald.
En scheefwonen is afgenomen. Sociale huurwoningen komen weer meer terecht bij mensen die ervoor in aanmerking komen.
Bovendien is het aantal huurwoningen in het middensegment toegenomen - onder andere in de Veemarkt.
Dat zijn mooie conclusies, waar u samen alle credits voor verdient.
Maar ik zie het echt als een tussenresultaat.
Want dat einddoel hebben nog niet bereikt.
Mijn focus ligt op wat werkt voor de lange termijn.
Zodat de huursector niet alleen nu, maar ook morgen betaalbaar en toegankelijk is.
Zodat de prijzen van koophuizen minder omhoog of omlaag schieten in lastige tijden.
Daarom kijkt het Centraal Plan Bureau op mijn verzoek wat we daarvoor het beste kunnen doen.
De afspraken uit het Sociaal Huurakkoord helpen mensen met een laag inkomen om betaalbaar te wonen.
Afspraken die overigens door huurders en verhuurders zélf zijn gemaakt.
Ik wil gemeenten de ruimte geven om woningen in de middenhuur betaalbaar te houden, voor mensen die daar het beste terecht kunnen.
Voor kopers - zeker voor starters - blijf de NHG een baken van veiligheid.
En we zitten bovenop malafide verhuurders en laten AirBnB-huizen registreren.
Maar ik geloof ook in meer ruimte voor flexwonen: zodat mensen die vanwege werk, een gestrande relatie - of een andere reden - snel woonruimte kunnen vinden.
Uiteindelijk vraagt dat vooral lokaal om bestuurlijke lef.
Hier in de stad Den Haag ligt er een stevige lokale Woonagenda, met veel focus op middenhuur en op het aantrekken en behouden van leraren, verplegers en politiepersoneel.
De ruimte is er dus.
Maar ook die ambitie vraagt om samenwerken - en de woonwensen van mensen centraal zetten.
Want die wensen trekken zich - terecht! - niets aan van gemeentegrenzen.
En laat het me ook hier weer weten als er knelpunten zijn, zodat ik - waar mogelijk - kan helpen.

Het derde punt waar ik het met u over wil hebben, is de vraag naar duurzaam wonen.

Ook daarover spraken we uitgebreid met bewoners en professionals in Utrecht.
Dat deden we in Overvecht.
U kent de wijk vast: er is veel hoogbouw uit de jaren 60.
Huizen die vaak aan renovatie en aan verduurzaming toe zijn.
Er lopen al allerlei mooie proeven.
Zoals hier op de foto: een flat met zonnepanelen en warmtepompen aan de gevel - en een windturbine op het dak.
De Koning en ik spraken met een jong stel dat heel blij was om bij de voorlopers te horen - ook al woonden ze letterlijk in een proefproject en kon er van alles misgaan.
Maar ze willen graag actief meewerken aan de omslag naar een nieuw, duurzaam tijdperk.
Dit soort enthousiaste pioniers hebben we keihard nodig.
Net als wethouders en corporaties die hun nek ervoor uitsteken.
Want er ligt een grote klus op ons te wachten.
Een klus die we stap voor stap - en wijk voor wijk - gaan uitvoeren.
Zodat het proces goed te overzien is.
We nemen 30 jaar de tijd, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord.
En natuurlijk is dat spannend: want het moet voor iedereen haalbaar en betaalbaar kunnen zijn.
Gelukkig worden we scherp gehouden door de planbureaus.
De doorrekening laat zien dat het kan: verduurzamen zonder dat je er duurder van gaat wonen.
Dat is cruciaal.
Ik krijg daar energie van - en ik hoop u ook.

Maar dat neemt niet weg dat het voor veel mensen een grote opgave is.
Zeker als je je maar net een koopwoning kunt veroorloven, maar geen spaargeld hebt voor isolatie, een warmtepomp en zonnepanelen.
De mensen die u hier ziet, maakten zich daar ook echt zorgen over.
Daar heb ik alle begrip voor.
Want het is niet niks.
Dus nemen we ruim de tijd.
En kijken we naar maatregelen om mensen erbij te helpen.
Zoals het Warmtefonds, dat zoveel mogelijk mensen moet kunnen helpen om de overstap betaalbaar te maken.
Ook hier geldt: we gaan het samen doen.
Op een manier die comfortabel en duurzaam wonen voor iedereen mogelijk maakt.
Die de tegenstelling overbrugt tussen de enthousiaste voorlopers en de mensen die zich oprecht zorgen maken.
En ook daar heb ik u allemaal heel hard bij nodig.
De corporaties, om samen de schouders te zetten onder de verduurzaming.
Bouwers en projectontwikkelaars, om samen de omslag te maken naar klimaatneutraal bouwen en renoveren.
En gemeenten, om wijk voor wijk goede en haalbare plannen te maken - en die samen met bewoners uit te voeren in een tempo dat voor iedereen te behappen is.

Dames en heren,
We hebben veel te doen met elkaar, om samen dat einddoel dichterbij te brengen:
ruimte voor prettig wonen - voor iedereen.
Prettig en comfortabel.
Betaalbaar en duurzaam.
Door te bouwen,
door huren betaalbaar en kopen mogelijk te houden,
door foute praktijken aan te pakken
en door samen de schouders te zetten onder verduurzaming.
En uiteindelijk moet dat een sector opleveren die nog beter tegen een stootje kan.
Waar u als corporaties en ontwikkelaars, bouwers en wethouders - in nog meer harmonie met elkaar samenwerkt.
Waar de woningmarkt minder uitschieters kent.
En waarin iedereen uiteindelijk duurzaam woont.
Natuurlijk is dit niet morgen af.
En niemand van ons kan het alleen.
Maar ik reken wel op uw vakmanschap en energie.
Dus zoek elkaar op.
Laat van u horen.
We hebben een bestuurscultuur in dit land, waarin samenwerking diep verankerd is.
Laten we Nederland opnieuw bewijzen wat die cultuur voor elkaar krijgt.
Dat kan vandaag al - nu we hier met de hele sector bij elkaar zijn.
Ik daag u uit om vandaag niet naar huis te gaan zonder een nieuw idee of een nieuwe samenwerkingspartner.
En weet dat u altijd ook op mij kunt rekenen.
Dank u wel!