Toespraak minister Van Nieuwenhuizen Verkeersveiligheidsdiner

‘Mobiliteit hoort bij het leven: de ruimte en de vrijheid voor elk individu om zich te verplaatsen. Als verantwoordelijk minister wil ik er alles aan doen om iedereen van die vrijheid te laten genieten. Maar veiligheid is daarbij een absolute – niet onderhandelbare – voorwaarde!’

Dat zegt minister Van Nieuwenhuizen tijdens het vijfde Verkeersveiligheidsdiner op 4 september 2019.

Beste Frits, dames en heren,

In de eerste plaats dank voor de uitnodiging om hier te zijn. En Frits, dank voor je woorden! Je hebt helemaal gelijk als je stelt dat verkeersveiligheid een heel belangrijke maatschappelijke opgave is, waar we allemaal een verantwoordelijkheid in dragen.

Dit is het 5e verkeersveiligheidsdiner dat ANWB organiseert. En fijn dat ik voor de 2e keer hierbij aanwezig kan zijn.

Goed dat ANWB zoveel partijen bijeen brengt die zich inzetten voor de verkeersveiligheid. ANWB zorgt hiermee voor podium voor inspiratie en samenwerking.

Trouwens, verkeersveiligheid staat niet alleen bij ons hoog op de agenda. Veel Nederlanders vinden het het belangrijkste onderwerp van Infrastructuur en Waterstaat, blijkt uit een recente enquête van ons ministerie.

Natuurlijk, mobiliteit hoort bij het leven: de ruimte en de vrijheid voor elk individu om zich te verplaatsen. Als verantwoordelijk minister wil ik er alles aan doen om iedereen van die vrijheid te laten genieten. Maar veiligheid is daarbij een absolute – niet onderhandelbare – voorwaarde!

En daar zit ook bij mij een grote zorg. Want het aantal dodelijke verkeersslachtoffers stijgt weer. Sinds de jaren ’70, zeker na het verplicht stellen van de autogordel, zagen we een consequent dalende trend. In 2013 waren het er 569. Maar in 2017 betreurden we alweer 613 en vorig jaar 678. Dit zijn niet alleen cijfers. Dit zijn mensen die er niet meer zijn, en die door velen worden gemist.

Het motiveert ons allemaal om meer werk van verkeersveiligheid te maken!

En het geeft precies de weerbarstigheid van het vraagstuk aan. Hard werken vertaalt zich niet altijd meteen in een mooi resultaat. Het is een kwestie van lange adem.

Het verkeer verandert snel. In de zoektocht naar oplossingen voor de toenemende vraag naar mobiliteit zien we ontzettend veel creativiteit: lichte elektrische voertuigen, elektrische cargobikes, steeds meer deelconcepten, elektrische steps.

Daarmee staan we samen voor een aantal nieuwe vragen: hoe veilig zijn die voertuigen, zoals de elektrische step, zelf eigenlijk? Welke voertuigen laten we toe op de openbare weg en wat betekent dat voor andere weggebruikers? Snorfietsen op het fietspad of de rijbaan? En de elektrische step? Hoe gaat dat in de landen om ons heen, en wat kunnen wij daarvan leren?

De kernvraag komt hierop neer: hoe geven we ruimte aan innovatieve concepten in ons verkeer, zonder dat de verkeersveiligheid in gevaar komt?

Een vraagstuk waar ook ANWB en RAI zich over buigen. Het komt ook duidelijk terug in de nieuwe versie van ‘Verkeer in de stad’ van de ANWB.

Het is tijd voor een nieuw beoordelingskader: wat is het effect van nieuwe voertuigen op de verkeersveiligheid, op duurzaamheid en wat is toegevoegde waarde voor mobiliteit? Op welk deel van de weg horen ze thuis, waar zouden ze moeten parkeren?

Het zijn specifieke vragen voor onze steden, onze regio’s, het landelijke wegennetwerk. Daar moeten we dus samen mee aan de slag. Om zo, met de juiste voorwaarden en randvoorwaarden, de introductie van nieuwe voertuigen goed te faciliteren.

Dames en heren,

‘Veilige wegen, veilige voertuigen’ – dat is het thema van dit veiligheidsdiner.

Veilig handelen mag daar van mij nog aan toegevoegd worden. Want deelnemen aan het verkeer is en blijft mensenwerk.

Toch wordt verkeersveiligheid te vaak als een vanzelfsprekendheid beschouwd. Als een kwestie van ontwerp. Op een veilige weg gaat het vanzelf goed, is de gedachte. Maar een veilige weg, is een weg waarop verkeersdeelnemers zich bewust zijn van de risico’s en daarnaar handelen.

Veel van u heb ik ook gezien bij de aftrap van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid op 14 februari. We hebben toen met elkaar samen een stip op de horizon gezet; nul slachtoffers in 2050.

Frits, je vroeg mij waar ik wil uitkomen, wanneer ik tevreden ben: als we bij die nul zijn uitgekomen. Dan ben ik tevreden.

Om daar te komen heeft iedereen een eigen rol en verantwoordelijkheid. Overheden, maatschappelijke partners, maar ook de weggebruikers zelf.

Ik ben ervan overtuigd dat we heel ver komen, als iedereen hier zich met hart en ziel voor inzet.

Bij het Strategisch plan hebben we ook een kennisnetwerk opgezet. Een kennisbank voor elke professional die met verkeersveiligheid bezig is.

Het kennisnetwerk organiseert dit jaar samen met de regio’s 12 provinciale bijeenkomsten over het SPV en de risicoanalyses.

Bij de eerste twee bijeenkomsten – in Noord Brabant en Noord-Holland – was de betrokkenheid en opkomst hoog. Meer dan 100 verkeersambtenaren, wethouders en politieagenten werkten aan het inventariseren en prioriteren van de belangrijkste risico’s in hun gebied.

En het is nu inderdaad tijd om die kennis en visie te vertalen naar actie. Ik zie lokaal en regionaal veel goede voorbeelden.

De gemeente Rotterdam brengt looproutes in kaart en haalt obstakels weg. Het doel is dat ouderen en mensen met een beperking veilig en zelfstandig naar buiten kunnen.

Of het pact “Veilig op de fiets naar school”. Dit is een krachtenbundeling van Rijk, F10 gemeenten - gemeenten die voor een 10 gaan op fietsbeleid - en maatschappelijke partners zoals de ANWB. Al deze partijen, publiek en privaat, hebben verkeersveiligheid hoog op de agenda. Ze gebruiken elkaars expertise en ervaring bij nieuwe pilots.

Een veilige infrastructuur, dat is de basis. Daarom wil ik bij alle MIRT projecten het onderwerp verkeersveiligheid standaard op de agenda.

Daarnaast dragen we samen de verantwoordelijkheid voor de veilige voertuigen. En dat betekent ook: goed gebruik maken van de ingebouwde technologie die auto’s veiliger maakt.

Op 3 juni tekenden we het ADAS-convenant – Frits noemde het al. Die advanced drivers assistance systems – heerlijke term trouwens – zitten niet voor niets in die auto. Het is letterlijk doodzonde ze niet te gebruiken. Maar ook hier is de meest veilige vorm nog niet uitgekristalliseerd. Hoe meer technologie in de auto, hoe meer te bedienen…  

Op 3 juni tekende ik nog een convenant: Data for road safety. Een Europees samenwerkingsproject, waaraan meerdere lidstaten, autofabrikanten – waaronder VOLVO – en serviceproviders deelnemen. Een heel mooie stap voorwaarts in publiek/privaat samenwerken aan verkeersveiligheid.

En dat brengt mij bij de derde slag:

Veilig handelen.

Dus niet appen op de fiets. MONO rijden.

Afgelopen maandag is het vervolg van de MONO campagne gelanceerd: MONO zakelijk. Met de vraag aan werkgevers: wat doet u om uw werkgevers veilig te weg op te laten gaan?

Ik sprak met Michiel Muller, CEO van Picnic. Hij vertelde me dat zijn bezorgers met een digitale routeplanner op pad gaan, en hun eigen mobiel vaak niet eens meenemen onderweg. Een tracker volgt de bezorgwagens. Dat is voor het logistieke overzicht, maar houdt ook het rijgedrag van bezorgers bij. Verkeersveiligheid is prioriteit in zijn bedrijf.

En laat ik hier die vraag ook aan u stellen. Wat doet u? Wat zegt u tegen uw medewerkers als ze om zes uur naar hun auto lopen? Zijn de zakelijke telefoons standaard mono ingesteld?

Hans de Boer, ik ben blij dat je hier bent vandaag. Deze vraag aan jou stellen, is hem praktisch aan heel Nederland stellen.

Wij hebben een praktische MONO toolkit ontwikkelt die werkgevers kan helpen het belang van MONO rijden bij medewerkers onder de aandacht te brengen. Ik nodig u allemaal uit daar flink gebruik van te maken.

Dames en heren,

Ik vat samen, wat is de rode draad:

Daar kan ik twee dingen op zeggen:

Ten eerste: we zijn goed op weg, maar we zijn er nog zeker niet.

En:

Maar ook: het staat of valt met samenwerking. Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid is van ons allemaal, we hebben elkaar er hard bij nodig.

Ik wil de komende periode nog meer werk maken van publiek-private samenwerking; met overheden, maatschappelijke partners, bedrijfsleven.

Dat we de ‘risico gestuurde aanpak’ terugzien in alle uitvoeringsagenda’s en maatregelen van de regio’s in het hele land.

Actie dus. Vanuit een breed gevoelde urgentie. En ik zie hier aan tafel heel veel potentieel om de coalitie nog verder te versterken. Dus voel u vooral aangesproken!  

Dank u wel.