Toespraak door minister Sander Dekker tijdens startconferentie verdiepend onderzoek naar afstandsouders en afstandskinderen

Toespraak door minister Sander Dekker tijdens startconferentie verdiepend onderzoek naar afstandsouders en afstandskinderen, Maarssen 30 september 2019.

Dames en heren,

Schuld, schaamte, eenzaamheid.

Woorden die zijn blijven hangen na mijn gesprek met Will, Carine en Anne-Marie, een afstandsmoeder en twee geadopteerden. Zij vertelden mij hun levensverhaal. Of beter gezegd, zij raakten mij met hun levensverhaal.

Enorm taboe

Mij werd duidelijk dat een leven bepaald kan worden door één enkele gebeurtenis. Een gebeurtenis die 30, 40 of 50 jaar na dato nog steeds impact kan hebben. Ook al heb je in het leven de ene na de andere kans gekregen en gegrepen, die ene pijnlijke gebeurtenis uit het verleden blijft leidend.

Naar schatting hebben 13.000 moeders in de periode 1956 - 1984 afstand gedaan van hun kind. Van een eigen besluit was vaak geen sprake, maar zij moesten wel, want zij waren ongehuwd en zwanger.

Een enorm taboe in die tijd, een schande zelfs. Een tijd waarin vrouwen veel minder dan nu iets te vertellen hadden over hun eigen leven. Waarin vaders voor hun dochters en mannen voor hun vrouw besloten wat goed voor hen was.

Omgevingsdruk

Met die afstandsmoeders- én vaders zijn er minstens even zoveel adoptiekinderen die vragen hebben over hun herkomst. Over de reden van afstand. Dat zijn tientallen duizenden personen met één gemene deler: los van hun wil, roepen de genen met een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Want de sterke biologische band tussen een ouder en een kind wordt niet verbroken door alleen een juridisch besluit. Zo simpel werkt dat niet.

Zelf denk ik niemand te kennen die betrokken is geweest bij afstand ter adoptie. Maar is dat ook zo? Als ik erover nadenk, zou zomaar mijn buurvrouw onder druk van haar omgeving afstand kunnen hebben gedaan van een zoon of dochter. En mijn achterbuurman zou ter adoptie kunnen zijn afgestaan. Zoiets is niet zichtbaar aan de buitenkant. Of zoals Elke Mannink het treffend verwoordt in haar boek 'Zo stroom ik van je over': "Je ziet eruit als de rest, maar voelt je niet als iedereen."

Erkenning verborgen leed

Mensen in je omgeving vragen naar je gebroken been, maar niet naar je gebroken hart. Omdat ze het niet zien of omdat het wel heel kwetsbaar is om daar naar te vragen. Daarom is het de hoogste tijd dat we hier vandaag zijn om uw verborgen leed te erkennen. Om u de ruimte te geven uw verhaal te doen. Aan lotgenoten, aan mijn ministerie, maar zeker ook aan de onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut. Want zij starten vandaag met een verdiepend onderzoek naar de praktijken en impact van afstand ter adoptie tussen 1956 en 1984.

Uit de schaduw

Wat is er precies gebeurd in die periode? En wat was daarbij de rol van de overheid? De rechtsstaat verplicht ons tot het stellen van deze vragen, tot zelfreflectie. De rechtsstaat biedt de ruimte aan de overheid om fouten te maken, maar zij biedt evenveel ruimte aan burgers om die overheid daarop aan te spreken. Ook wanneer fouten lang geleden zijn gemaakt, kan daar nog steeds een oordeel over worden gegeven.

Als uit het onderzoek blijkt dat er in het verleden dingen zijn misgegaan bij de afstand ter adoptie, dan kan ik dat niet ongedaan maken. Maar we kunnen dat wel erkennen, en u de mogelijkheid bieden het een plek te geven.

Hiervoor hebben wij u nodig. Want het welslagen van het onderzoek is afhankelijk van uw medewerking. Ik vraag u daarom uit de schaduw te treden. Deze oproep zal ik morgen ook landelijk doen. Aan alle betrokkenen. Niet alleen aan ouders en kinderen, maar ook aan destijds verzorgenden, vroedvrouwen en artsen. Want ik weet zeker dat er nog zoveel verhalen zijn die mogen worden verteld. Verhalen die moeten worden gehoord, ontdaan van het juk van een eenzaam zwijgen.

Stilte doorbreken

Ook mevrouw Scheele-Gertsen wilde die stilte doorbreken. In haar aansprakelijkstelling vraagt zij onder meer erkenning voor het leed dat zij heeft ervaren. Zij wil duidelijkheid over wat er is gebeurd vanaf het moment dat de Adoptiewet in werking trad tot aan het moment van legalisatie van abortus. Ik kan u vertellen, ook ik wil die duidelijkheid. En ook ik vind erkenning van het verleden belangrijk.

Ik hoop dat het onderzoek bijdraagt aan uw verwachting. Dat u straks allemaal de erkenning ervaart die het onderzoek en de andere maatregelen die we treffen u bieden. Dat u een beter inzicht krijgt in de rol die de overheid, de tijdgeest en misschien ook wel het geloof hebben gespeeld. Ik hoop dat de resultaten u en de overheid een richting zullen geven.

Inzage dossier

In de aanloop van het onderzoek ben ik in gesprek gegaan met belangenorganisaties en Fiom. Bewust van de lessen uit het verleden, vroegen we ons hardop af welke maatregelen we nu al konden treffen. Dus zonder het onderzoek te hoeven afwachten.

We waren het er al snel over eens. We willen allemaal weten waar we vandaan komen. Wie onze biologische ouders zijn. Daarom kunnen geadopteerden kosteloos inzage hebben in het afstandsdossier. Om die onzekerheid over hun afkomst weg te kunnen nemen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport draagt bij aan de financiering ervan, evenals aan de financiering voor de zoekacties door Fiom.

Nazorg

We hebben ook gesproken over de noodzaak van goede nazorg voor degenen die daar behoefte aan hebben. Voor uw hulpvraag zijn meestal professionals nodig. Professionals die oog hebben voor uw verleden. Ook hier hebben we stappen in gezet. Zo kunnen alle geadopteerden en afstandsouders vanaf 2020 gebruikmaken van extra ondersteuning door Fiom. Zij gaat tegelijkertijd aan de slag met de ontwikkeling van trainingen voor zorgprofessionals, zodat zij u beter kunnen begeleiden. En heeft u behoefte om in contact te komen met lotgenoten? Dan regelt Fiom dit ook.

Ik noem deze maatregelen niet om aan te geven dat we het nu ineens allemaal perfect doen. Ik begrijp het heel erg goed als u nog argwanend bent. Maar weet dat wij aan uw kant staan. Dat we onze uiterste best doen. Want ook al kunnen we de tijd niet terugdraaien, we kunnen onze fouten wel onder ogen zien. Leren van fouten is in een rechtsstaat een permanente opdracht aan de overheid.

Ik hoop dat wanneer ik de volgende keer met afstandsouders en afstandskinderen praat, dat er andere woorden blijven hangen. Woorden als erkenning, openheid en verbondenheid. Zodat uw heden niet meer in het gisteren ligt, maar in het vandaag. Laten we met inzet van ons allemaal die tijd proberen te overbruggen.

Dank u wel en ik wens u een waardevol congres toe.