Toespraak door minister Van Engelshoven bij de opening van twee tentoonstellingen in museum Jan Cunen

Toespraak door minister Van Engelshoven bij de opening van twee tentoonstellingen in museum Jan Cunen, op 8 februari 2020, te Oss

[Let op: het gesproken woord geldt!]

Beste mensen,

De afgelopen jaren mocht ik vele tentoonstellingen, voorstellingen en optredens bezoeken. Dat hoort er nou eenmaal bij als minister van Cultuur – mij hoort u niet klagen! Toch vind ik het extra bijzonder om hier met jullie in Oss te zijn, in dit schitterende museum.

Het is voor mij immers de eerste keer dat ik niet alleen een tentoonstelling zie, maar er zelf onderdeel van ben. Ik vermoed overigens dat dit voor meer mensen in de zaal geldt…

Carla van de Puttelaar heeft mij een paar jaar geleden geportretteerd. Op mijn werkkamer, in de Haagse Hoftoren.

Een fotosessie met Carla bleek bepaald wat anders dan een selfie voor mijn Instagram-pagina. Langzaam veranderde mijn alledaagse kantoordecor in de magische wereld van Carla. Ik werd deel van een subtiel spel van licht en donker, van nauwkeurige compositie en het zorgvuldig draperen van stoffen.

En tegelijkertijd voelde ik me zelden zo op mijn gemak voor de lens van een camera. Carla kijkt namelijk niet alleen scherp; ze luistert ook goed.

Langzaam veranderde mijn alledaagse kantoordecor in de magische wereld van Carla

Het resultaat is prachtig - net als haar andere portretten die hier te zien zijn.
Naast Carla’s werk is er nog een nieuwe tentoonstelling te bewonderen: De Haagse School, Haagse Nieuwe. Twee tentoonstellingen die meer met elkaar gemeen hebben dan je op het eerste gezicht zou vermoeden.

Beide tentoonstellingen vinden namelijk schoonheid in het alledaagse. En beide tentoonstellingen schijnen licht op wat vaak onbelicht blijft.

Jan Hendrik Weissenbruch van de Haagse School speelt met licht en lucht en toont ons zo het bijzondere in een ogenschijnlijk alledaags polderlandschap. Malou Cohen van Haagse Nieuwe voegt een gebroken zwarte tegel en wat witte Tipp-Ex samen en biedt ons zo een verrassende blik op het heelal.

En Carla tilt invloedrijke vrouwen uit hun dagelijkse omgeving en belicht met haar fototoestel het uitzonderlijke in hen.

Beide tentoonstellingen vinden schoonheid in het alledaagse

Hoe Museum Jan Cunen op deze manier traditie en vernieuwing tot één geheel smeedt, verdient een groot compliment. En dat daarbij ook jonge kunstenaars een plek in de schijnwerpers krijgen, maakt mij extra trots.

Zij zijn immers onze toekomst.

Beste mensen,

Ik hoop dat jullie inmiddels, net als ik, staan te popelen om de tentoonstellingen te bezoeken. Ik rond dus af. Veel dank aan het Museum Jan Cunen en iedereen die geholpen heeft, en heel veel plezier bij het bezoeken van de tentoonstellingen.

Dank jullie wel.