Financiële afspraken coronacrisis Jeugd en Wmo

Het Rijk en de VNG hebben financiële afspraken gemaakt die de gevolgen van de coronacrisis voor zorgaanbieders en gemeenten moeten beperken.

Welke financiële afspraken zijn er gemaakt tussen Rijk en VNG als gevolg van de coronacrisis

Meerkosten regeling

Het Rijk heeft op 25 maart jl. financiële afspraken gemaakt met de VNG. Hierbij is afgesproken dat directe meerkosten (bijvoorbeeld huur extra ruimtes, inzet meer personeel) in de coronacrisis die lokaal optreden als gevolg van de RIVM-richtlijnen door het Rijk worden gecompenseerd. Deze afspraak geldt tot 1 januari 2021.

Continuïteitsbijdrage

Het Rijk heeft op 25 maart jl. in afstemming met de VNG een zeer dringend beroep gedaan op gemeenten om hun aanbieders financiële zekerheid en ruimte te bieden.

Door vraaguitval of verminderde inzetbaarheid van personeel (door verhoogd ziekteverzuim) kon de omvang van zorg en ondersteuning tijdelijk feitelijk afwijken van de normale situatie. Het was van belang dat de financiering van de omzet onverminderd plaatsvond. Aanbieders hadden dat nodig om in de eerste fase van deze crisis continuïteit van zorg en ondersteuning te kunnen garanderen en professionals in te zetten daar waar dat het meest nodig was. Ook bleef zo voldoende capaciteit beschikbaar voor toekomstige zorg en ondersteuning.

Gemeenten zijn daarbij verzocht de omzet onverminderd (100%) door te betalen ook in geval er sprake is van vraaguitval. Het doel daarvan was acute liquiditeitsproblemen bij aanbieders te voorkomen en behoud van werkgelegenheid in de zorg en ondersteuning. Hiervoor is geen extra geld van het Rijk naar gemeenten gegaan.

Aangezien de corona maatregelen zijn versoepeld en de meeste zorg en ondersteuning weer is opgestart is een generieke oproep niet langer noodzakelijk en moeten lokaal afspraken gemaakt worden in het geval zorg en ondersteuning nog niet op de afgesproken wijze geleverd kan worden. Deze generieke oproep tot omzetgarantie geldt daarom tot 1 juli.

Uitstel noodzakelijke zorg (inhaalzorg)

Het Rijk en gemeenten zijn in gesprek over de effecten die optreden na afloop van de crisis. Hierbij wordt gekeken naar de extra uitgaven over het geheel van 2020 voor zover die gerelateerd kunnen worden aan een evident uitstel van noodzakelijke zorg.

De nadere uitwerking van bovenstaande afspraken heeft op 28 mei jl. geleid tot een voorschot voor gemeenten van € 144 miljoen voor de meerkosten en inhaalzorg.

In de komende periode werken Rijk en VNG samen om van inschatting van de kosten tot inzicht en definitieve afspraken te komen.

Wat betekent het vervallen van de continuïteitsbijdrage voor aanbieders in het sociaal domein per 1 juli?

Nu de zorg en ondersteuning weer grotendeels op gang komt vervalt vanaf 1 juli deze generieke oproep aan gemeenten om de omzet van hun aanbieders 100% door te betalen.

De Routekaart voor mensen met een kwetsbare gezondheid inzake COVID-19, die VWS heeft gepubliceerd, biedt handvatten voor aanbieders en gemeenten om goede afspraken te maken over de herstart van voorzieningen.

Het is van groot belang dat lokaal met alle betrokken partijen breed de continuïteit van zorg en ondersteuning wordt nagestreefd. Dit vereist dat gemeenten en aanbieders hier op lokaal niveau het gesprek over voeren.

Met het vervallen van de generieke oproep om de omzet door te betalen wordt van gemeenten verwacht dat zij, vanuit hun zorgplicht nu en in de toekomst, aandacht hebben voor de financiële positie van aanbieders, zodat voldoende capaciteit beschikbaar blijkt.

Gegeven de wettelijke taak om de continuïteit van zorg en ondersteuning te waarborgen, wordt van gemeenten verwacht dat maatwerk wordt verleend aan aanbieders als daartoe aanleiding is. 

Ten aanzien van de continuïteitsbijdrage voor het (sociaal recreatieve) vervoer in de Wmo geldt een uitzondering. Hierbij is de oproep aan gemeenten om met vervoerders gerichte continuïteitsafspraken te maken voor de periode tot 1 september 2020.

Wat betekent continuering meerkostenregeling tot 1 januari 2021?

De regeling tot compensatie van meerkosten wordt verlengd tot 1 januari 2021. Hiermee wordt de einddatum van deze regeling in het sociaal domein gelijkgetrokken met de Wlz. 

De notitie ‘uitwerking meerkosten Jeugdwet en Wmo – VNG en Rijk versie 2 juni’ biedt het kader voor wat onder meerkosten wordt verstaan. Meerkosten dienen aantoonbaar te zijn en doen zich pas voor wanneer een aanbieder dit niet binnen zijn reguliere contract kan opvangen. Op de website van vng staat meer informatie over uitwerking afspraken over meerkosten in Wmo en jeugd.

Deze meerkosten voor gemeenten in het kader van de coronamaatregelen van het kabinet en de RIVM-richtlijnen worden gecompenseerd door het Rijk. Hiertoe wordt op macroniveau de omvang van de meerkosten bepaald. Dit wordt in principe via de gebruikelijke verdeelmodellen verdeeld over gemeenten.

Mocht dit een verdeelvraagstuk opleveren, dan dient dit binnen de macro-omvang van de compensatie opgelost te worden.