Racisme bij BZ: ‘Dit is niet wie wij willen zijn.’
De wereldwijde Black Lives Matter-protesten waren voor het ministerie van Buitenlandse Zaken mede aanleiding om onderzoek uit te voeren naar racisme in de eigen organisatie. De conclusies van het onderzoek liegen er niet om. Secretaris-generaal Paul Huijts, hoogste ambtenaar op het ministerie, reageert. ‘Reken erop dat we ons met dubbele kracht zullen inzetten om ten goede te veranderen.’
Je bent de hoogste baas binnen BZ. Wat doet het met je als er zulke harde conclusies worden getrokken over jouw organisatie?
‘Ik vond het ontzettend akelig om te lezen. Je wordt er letterlijk naar van. Vooral omdat je een beeld krijgt van collega’s die op allerlei manieren met racisme worden geconfronteerd. Van knalhard racisme tot een ongewenste grap. Dat is meer dan kwetsend. Zo krijgen die collega’s het diepe gevoel: ik hoor er niet bij.
Racisme staat in schril contrast met wie wij willen zijn: een diverse, inclusieve organisatie, waar mensen welkom zijn en zich gewaardeerd voelen om wat ze inbrengen. Waar mensen zich gelijkwaardig behandeld voelen. Racisme doet precies het tegenovergestelde.’
Prominent in het kantoor van Huijts staat een Delfts blauw bord met daarop de tekst van artikel 1 van de grondwet. Eerste zin: allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. De secretaris-generaal neemt de woorden al zo’n vijftien jaar mee naar alle werkplekken die hij in Den Haag heeft gehad.
‘Ik heb van huis uit meegekregen dat geen enkel mens het recht heeft om neer te kijken op een ander, door wat je toevallig bezit, of omdat je een mooie positie hebt.
Ja, ik ben zelf bevoorrecht opgegroeid, maar dat is dankzij mijn vader die zich heeft losgevochten uit een hele eenvoudige omgeving. Hij zei mij altijd: je hebt twee soorten mensen. Mensen die deugen en mensen die niet deugen. En alle andere verschillen doen er niet toe.’
Hoe pijnlijk is dit rapport?
‘Racisme sluit uit. Racisme zet mensen weg als minderwaardig. Dat vind ik echt heel erg. Ieder geval dat er is, is er een te veel. Racisme mag niet, racisme kan niet. Daar is geen discussie over.
Het spijt mij enorm dat we tot nu toe niet in staat zijn gebleken om een veilige werkomgeving te bieden waarin dit soort dingen niet voorkomen. Waarin mensen dit niet hoeven te ondergaan. Daarom heb ik namens de Bestuursraad ook excuses aangeboden aan de collega’s die met zijn racisme zijn geconfronteerd.’
Op sociale media zie je oproepen om disciplinaire maatregelen te nemen tegen de mensen die deze uitspraken gedaan hebben. Gaan jullie dat doen?
‘Laat ik vooropstellen dat we collega’s die over de schreef gaan, zullen aanpakken. Maar dit verkennende onderzoek alleen biedt daar geen aanknopingspunten voor, omdat medewerkers hun verhaal hebben gedaan op basis van anonimiteit. Voordat je iemand kunt straffen, moet je weten over wie de melding gaat, moet er wederhoor plaatsvinden en moeten de feiten worden vastgesteld.
Belangrijk is dat we de drempels verlagen om melding te doen.
Iedereen die iets heeft meegemaakt wil ik op het hart drukken: blijf er niet mee zitten. Ga het gesprek aan. Met betrokkene zelf als dat een oplossing kan bieden. En anders met je leidinggevende, een van de vertrouwenspersonen en met de integriteitscoördinator.’
Sommige respondenten uit het onderzoek geven aan dat het met racisme bij BZ erger gesteld is dan bij andere overheidsorganisaties. Deel je die conclusie?
‘Dat kan ik op grond van dit rapport niet beoordelen. Mensen zijn gevraagd om naar voren te komen met hun ervaringen. Dat maakt het lastig om te zeggen of het bij ons erger is dan elders.
Wel is het zo dat BZ het meest diverse ministerie is van alle departementen. Wij hebben over de hele wereld lokale medewerkers, 120 nationaliteiten in totaal. Dus binnen BZ zijn er waarschijnlijk meer contacten en meer mogelijkheden voor verkeerd gedrag.
Het is natuurlijk extra pijnlijk dat dit juist om BZ gaat. Wij vinden van onszelf dat we met een open blik naar alle culturen in de wereld kijken. Dus dit is niet wat wij willen zijn. En ik weet zeker dat dit geldt voor de verreweg meeste BZ’ers.’
Wat zou je willen zeggen tegen collega’s die binnen BZ met racisme zijn geconfronteerd?
‘Ik hoop dat we met dit rapport het signaal geven: wij zien wat er gebeurt en we nemen het zeer serieus.
Reken erop dat we ons met dubbele kracht zullen inzetten om ten goede te veranderen. Betere preventie, betere actie en institutionele veranderingen, daar gaan de hard mee aan de slag. Zoals het rapport ook van ons vraagt.
Ik hoop ook dat mensen zich ook steeds vrijer voelen om iets te melden. Of om bij een collega te rade te gaan als hen weer iets overkomt. Die cultuur moet er zijn.’
Er zijn collega’s voor wie de bevindingen als volkomen verrassing komen. Wat zou je hen willen meegeven?
‘Dit rapport drukt ons met de neus op de feiten: ook bij BZ gebeuren dingen die niet deugen. Ja, ook bij BZ. Maar dat is niet hetzelfde dat BZ niet deugt. De overgrote meerderheid van de collega’s staat op een goede manier in het leven.
Maar dit rapport opent ons wel de ogen. Je ziet hoezeer je een ander kunt kwetsen. Ook met opmerkingen waarvan de zender misschien denkt: dit is grappig, of: daar bedoel ik toch niks mee.
Daar moeten we echt beter mee omgaan. We zijn allemaal verantwoordelijk voor de cultuur binnen onze organisatie. Dat geldt juist ook voor racisme. Je kunt dingen niet laten gebeuren en denken dat iemand anders het wel oplost. Het is niet oké om een zwijgende toeschouwer te zijn.
Samen moeten we ervoor zorgen dat we racisme uitbannen bij BZ. Dat is onze opdracht, en die gaan we uitvoeren ook.’