Nieuwe manieren om wegen veiliger te maken

De komende periode krijgen gemeenten, provincies en waterschappen nieuwe mogelijkheden om met geld van het Rijk hun wegen veiliger te maken. Dit geld komt uit de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid, waarmee het Rijk 500 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld tussen 2020 en 2030.

Vandaag meldde minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) dat de regels voor overheden om aanspraak te maken op dit geld worden verruimd wanneer de derde tranche ingaat. Naar verwachting is dat in het derde kwartaal van 2024. Tijdens de eerste twee tranches is al voor ruim 200 miljoen bijgedragen aan verkeersveiligheidsmaatregelen. Denk aan het verbreden van fietspaden, het verlagen van het snelheidslimiet en de aanleg van rotondes.

Minister Harbers: “Het aantal verkeersslachtoffers is weer aan het stijgen: in 2022 ging het om 745 dodelijke slachtoffers, dat zijn meer dan twee mensen per dag. Dat is veel te veel. Uit onderzoek blijkt dat veel ongelukken gebeuren in de bebouwde kom. Daarom hebben we vanuit het Rijk geld beschikbaar om ook deze wegen veiliger te maken. Ik vind het belangrijk om te luisteren naar wat de overheden nodig hebben om dit geld zo effectief mogelijk te besteden, vandaar dat we de regels flexibeler gaan maken.”

Nieuwe regels

Eén van de veranderingen die vandaag wordt aangekondigd, is dat het voor overheden mogelijk wordt om in één keer aanspraak te maken op een groter geldbedrag. Bij de vorige tranches gold er een lager plafond, waardoor kleinere gemeenten onvoldoende geld konden krijgen om de grotere maatregelen uit te voeren. Denk dan aan het aanleggen van een rotonde of fietsonderdoorgang.

Daarnaast worden de geschatte kosten voor het uitvoeren van de maatregelen beter passend gemaakt bij de daadwerkelijke kosten. Eerder werden de kosten berekend op basis van het huidige prijspeil. Doordat de uitvoering vaak pas een jaar of twee later plaatsvindt, liepen veel overheden er tegenaan dat de bijdrage van het Rijk aan een maatregel lager uitviel dan verwacht.

Verder wordt de verantwoording voor overheden eenvoudiger. Nu moeten overheden achteraf laten weten hoe veel geld zij hebben uitgegeven aan bijvoorbeeld het inrichten van een schoolzone. Op basis daarvan wordt bepaald op hoe veel geld ze recht hebben. Voor de derde tranche gaat IenW alleen nog kijken naar of een maatregel is gerealiseerd, maar staat de bijdrage voor die maatregel vooraf vast. Als overheden een maatregel goedkoper kunnen uitvoeren, dan is dat in hun voordeel.

Onderzoek is positief

In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) ingeschat hoe veel slachtoffers zijn voorkomen en hoe veel kosten zijn bespaard door deze investeringen in veiliger wegverkeer. Wanneer alle maatregelen worden uitgevoerd, zullen er volgens hen over 30 jaar bijna 600 slachtoffers zijn voorkomen. Daarmee leveren de maatregelen 1,5 keer zoveel baten op als dat ze kosten.