2 januari 2001
VRAGEN VAN HET LID VAN OVEN (PVDA) AAN DE MININSTER VAN JUSTITIE
1. Is het waar dat het Openbaar Ministerie in Amsterdam tot een schikking is gekomen met de verdachte Nijmeegse medisch specialist F.D., die verdacht was in het kader van het beursfraudeonderzoek in de Operatie Clickfonds? 1)
2. Kunt U aangeven welke omvang de geconstateerde belastingfraude had? 3. Klopt het dat andere Clickfondsverdachten die de belasting in mindere mate zouden hebben ontdoken wel voor de rechter zullen moeten verschijnen? 1)
4. Zo ja, hoe is dit verschil in behandeling te verklaren? 5. Hoe verhoudt zich deze schikking met het door U tijdens dat AO over klassejustitie ingenomen standpunt dat in geval van ernstige misdrijven met de verdachte geen transactie behoort te worden aangegaan maar de zaak aan de strafrechter behoort te worden voorgelegd?
6. Acht U de beslising van het OM - mede in dat licht - om in dit geval een transactie aan te gaan verantwoord?
7. Herinnert U zich Uw toezegging - tijdens het AO gedaan - om met het OM in contact te treden teneinde Uw standpunt over het niet transigeren van ernstige misdrijven aldaar ingang te doen vinden en de Tweede Kamer over het resultaat daarvan te informeren?
8. Wanneer kan het resultaat van deze tweespraak tegemoet worden gezien?
Toelichting:1) zie NRC/Handelsblad van 22 december 2000-12-26