* Persbericht, 9 januari 2001
GS stellen randvoorwaarden vast voor herindelingsplan Westfriesland
Gedeputeerde Staten (GS) hebben de volgende randvoorwaarden
vastgesteld waaraan het herindelingsplan voor de regio
Westfriesland zal voldoen:
· De afspraken die de Westfriese gemeenten onderling gemaakt hebben
in het kader van de herindeling gelden voor de provincie als
uitgangspunt bij het maken van het herindelingsplan.
· Het herindelingsplan zal nadrukkelijk aandacht besteden aan de positie van Hoorn als centrumgemeente. De provincie zal streven naar een evenwichtige opbouw van de regio, inclusief een evenwichtige spreiding van bovenlokale voorzieningen.
· In het streekplan Noord-Holland-Noord en in het uitwerkingsplan Hoorn-Enkhuizen-Stedebroec wordt het gebied tussen Hoorn en Enkhuizen aangewezen voor verdere verstedelijking. Bij de beoordeling van het verzoek van Hoorn tot uitbreiding van haar grondgebied zal dit het uitgangspunt blijven.
· Eventuele uitbreiding van Hoorn ten westen van de A7 is voor de provincie de minst gewenste optie vanwege de stedebouwkundige problemen die een snelweg in een stedelijke omgeving kan opleveren.
De door het Rijk ingestelde Stuurgroep Krachtige Gemeenten
bepleitte in 2000 in haar eindrapport voor een meer sturende en
regisserende rol door de provincie in Westfriesland.
De provincie Noord-Holland heeft vervolgens gekozen voor een
actievere regierol bij het
zoeken van een zorgvuldige oplossing voor de knelpunten in de
bestuurlijke organisatie in Westfriesland.
Verdere procedure
De randvoorwaarden voor het herindelingsplan Westfriesland worden
op 18 januari 2001 voor advies voorgelegd aan de statencommissie
Ruimtelijke Ordening en Bestuur (ROB). Daarna worden de betrokken
gemeenten geïnformeerd over de door de statencommissie ROB
geaccepteerde randvoorwaarden.
De provincie streeft ernaar om het eerste ontwerp van het
herindelingsplan Westfriesland gereed te hebben op 1 mei 2001.