European Union


Increased scope for electricity imports competition in Northern Europe - a step forward towards an internal market for electricity
DN: IP/01/30 Date: 2001-01-11

TXT: FR EN DE DA NL IT

PDF: FR EN DE DA NL IT

Word Processed: FR EN DE DA NL IT

IP/01/30

Brussel, 11 januari 2001

Ruimere mogelijkheden voor concurrentie inzake elektriciteitsinvoer in Noord-Europa een stap voorwaarts op weg naar de interne elektriciteitsmarkt

Na bezwaren van de Commissie zijn de elektriciteitsbedrijven E.ON uit Duitsland, Statkraf uit Noorwegen en Elsam uit Denemarken overeengekomen dat zij capaciteit zullen vrijmaken op essentiële elektriciteitskabels die de hoogspanningsnetten van de Scandinavische landen verbinden met Duitsland. De heer Mario Monti, Europees commissaris voor het Mededingingsbeleid, gaf daarover de volgende commentaar: "het is een zeer welgekomen stap voorwaarts op weg naar de totstandkoming van een Europese interne elektriciteitsmarkt. Zonder een open en niet-discriminatoire toegang tot de koppellijnen kan er geen echte concurrentie zijn aangezien de gevestigde elektriciteitsbedrijven de schaarse beschikbare capaciteit voor zichzelf kunnen monopoliseren. Zonder intracommunautaire elektriciteitshandel zouden de voordelen voor de consumenten in termen van lagere prijzen worden uitgesteld.

Uit de beoordeling van de overeenkomsten waarvan sommige waren aangemeld door de Commissie is gebleken dat de volledige capaciteit van de koppellijnen of de kabels die de hoogspanningsnetten verbinden in de betrokken landen of althans een deel ervan zou worden voorbehouden voor de betrokken ondernemingen waardoor andere elektriciteitsproducenten zouden worden uitgesloten en de eerlijke concurrentie zou worden geschaad.

De toegang tot grensoverschrijdende koppellijnen is een voorafgaande voorwaarde voor de totstandkoming van een Europese interne elektriciteitsmarkt. Die koppellijnen zijn de enige manier om elektriciteit van één lidstaat naar een andere te transporteren. Het openstellen van de nationale elektriciteitsmarkten voor concurrenten uit andere lidstaten leidt in toenemende mate tot een nieuw patroon van elektriciteitshandel over de nationale grenzen heen waardoor de prijzen voor de consumenten kunnen worden verlaagd.

De capaciteit van de koppellijnen is beperkt en sommige ervan zijn verzadigd. Dit is inzonderheid het geval voor de verbindingen tussen Duitsland en Denemarken en Denemarken en Noorwegen.

Dit is gedeeltelijk het gevolg van een langetermijnovereenkomst waarbij 60% van de totale capaciteit van de enige kabel die West-Denemarken verbindt met Noorwegen ("de Skagerrakkabel") wordt voorbehouden voor de Noorse elektriciteitsproducent Statkraft en Elsam, de dominante elektriciteitsproducent in West-Denemarken. De overeenkomst, die gebaseerd is op eerdere langlopende regelingen zou 20 jaar gelden.

De resterende 40% van de capaciteit op de Skagerrakkabel werd bij een overeenkomst tussen Statkraft en E.ON eveneens voor lange duur voorbehouden. Deze overeenkomst had eveneens betrekking op de reserving van de doorvoercapaciteit via het West-Deense netwerk en ongeveer 34% van de capaciteit van de Deens/Duitse koppellijn naar Duitsland. Deze reservering gold voor 25 jaar te rekenen vanaf 1998.

Samen blokkeerden die overeenkomsten de volledige doorvoercapaciteit tussen Noorwegen en Denemarken en ongeveer 34% van de capaciteit aan de Deens/Duitse grens. De twee afnemers, E.ON en Elsam, nemen een zeer sterke positie in op hun respectieve markten. De invoer van elektriciteit via de koppellijnen is derhalve een essentiële bron van concurrentie.

De Commissie heeft aanwijzingen gevonden dat het gebrek aan vrije capaciteit op de Skagerrakkabel en op de Deens/Duitse koppellijnen geleid heeft tot verstoringen van het handelsverkeer tussen Noorwegen, West-Denemarken en Duitsland.

Derhalve deelde de Commissie aan de partijen mede dat zij ernstige twijfels had omtrent de verenigbaarheid met het mededingingsrecht van de langlopende overeenkomsten die betrekking hebben op de Skagerrakkabel en de Deens/Duitse koppellijn. Dientengevolge is de overeenkomst tussen Statkraft en Elsam voor 60% van de capaciteit op de Skagerrakkabel gewijzigd teneinde vanaf januari 2001 capaciteit volledig vrij te maken. Met deze mededingingsbezwaren werd tevens rekening gehouden in de procedure betreffende de fusie tussen VEBA en VIAG. Daardoor zag E.ON af van zijn voorbehouden capaciteit op de Skagerrakkabel en de Deens/Duitse koppellijn. De wijzigingen werden van kracht per 1 januari 2001.

De Commissie zal toezicht uitoefenen op de situatie van alle verzadigde koppellijnen zoals die tussen Duitsland en Nederland, België en Nederland, Frankrijk en Spanje en Italië en Frankrijk.