Hoogvliet, deelgemeente Rotterdam
Nieuwe werkwijze Wijkoverleg positief geëvalueerd.
11 januari 2001
In grote lijnen kan op basis van de evaluatie de conclusie worden
getrokken dat in algemene zin het afgelopen jaar op basis van het
gekozen model voor wijkoverleg een goede stap is gezet naar een
verdere verbreding en verdieping van de communicatie met bewoners. Zo
zijn de bewonersoverleggen meer thematisch geweest en is er een
grotere diversiteit aan bewoners geweest. In de werkgroepen kon
diepgaander op een aantal onderwerpen worden doorgesproken. Er is een
betere aansluiting geweest tussen de bewonersvraag en het beleid en er
is tegemoet gekomen aan de verscheidenheid van de wijken; en ten
slotte er is meer aandacht besteedt aan het gericht informeren van
bewoners.
Commissie BFW
Vergaderdatum 16 januari 2001
Agendapunt: 7
Aan de gemeenteraad.
Betreft: Evaluatie communicatievisie in relatie tot het wijkoverleg
Bijlage:
Rapport: "Evaluatie communicatievisie in relatie tot het wijkoverleg"
(52247)
Aanleiding:
In september 1999 is door de deelgemeenteraad Hoogvliet de
communicatievisie vastgesteld. In het verlengde van deze visie zijn er
4 modellen besproken voor de inrichting van het wijkoverleg. Er is
daarbij een keuze gemaakt voor 1 van deze modellen en is er tevens de
afspraak gemaakt dat er een evaluatie plaatsvindt van het gekozen
model na een jaar en meer specifiek of het gehanteerde model bijdraagt
aan de vastgestelde communicatievisie. Deze evaluatie ligt hier voor.
Inhoudelijke analyse:
Ten aanzien van de inhoud van de evaluatie verwijzen wij
kortheidshalve naar de bijgevoegde evaluatie. Aan de hand van de
evaluatie is in de laatste paragraaf een aantal conclusies getrokken
en op basis van deze conclusies een aantal aanbevelingen gedaan.
Ten behoeve van de zorgvuldigheid is deze evaluatie in december ook
nog eens besproken in alle wijkoverleggen. De meningen over de
aanbevelingen waren verdeeld. In sommige wijken zijn afwijkende
aanbevelingen gedaan die over het algemeen betrekking hebben op de
eigen wijk. Hieronder zullen we kort weergeven wat in de verschillende
wijkoverleggen aan de orde kwam. Tevens wordt onze reactie hierop
aangegeven.
Algemeen
Alle wijkoverleggen hebben moeite met de overgang van frequente
kleinschalige wijkoverleggen naar meer algemene bewonersoverleggen
(thema-avonden). Er bestaat wel begrip voor deze keuze van verbreding
en verdieping. Men is tevreden over de instelling van de werkgroepen
buitenruimte.
In een aantal wijken vond men dat de evaluatie een te hoog
abstractiegehalte had.
Db-advies
: de veranderde structuur continueren.
Specifiek per wijk:
Westpunt:
Na enige aarzeling kon het wijkoverleg Westpunt zich vinden in de
evaluatie communicatievisie. Het samengaan met wijkoverleg NE / DJP
krijgt het voordeel van de twijfel. Men is erg tevreden over de
werkgroep buitenruimte.
Db-advies
: conform
Nieuw Engeland / Digna Johannapolder:
Over het samengaan met het wijkoverleg Westpunt is men verdeeld.
Enerzijds bestaat de zorg dat het gebied daarmee te groot wordt,
anderzijds ervaart men wel degelijk de overeenkomsten in de gebieden
en de gedeelde belangen.
Db-advies:
samenvoeging van de wijkoverleggen in gang zetten.
Boomgaardshoek:
Men kan zich vinden in de aanbevelingen met uitzondering van het
samenvoegen met de wijk Kern vanwege de eigenheid van de wijken. Men
is erg tevreden over de werkgroep buitenruimte.
Db-advies
: Wijkoverleg Boomgaardshoek niet samenvoegen met Kern.
Kern:
Men is niet enthousiast over de veranderde wijkoverlegstructuur.
Hoewel men tevreden is over de instelling van de werkgroep
buitenruimte mist men de sociale contacten die men binnen het
wijkoverleg heeft. Men is geen voorstander van samenvoeging met
Boomgaardshoek. Aangezien er een overlap bestaat in het gebied van
Kern en Boomgaardshoek oppert men het idee om 1x per jaar een
gecombineerde werkgroep buitenruimte te organiseren.
Db-advies
: zie Boomgaardshoek. Het idee voor gecombineerde werkgroepen
bespreken met werkgroep Boomgaardshoek.
Meeuwenplaat:
Men kan zich vinden in de aanbevelingen. Ten aanzien van de
samenvoeging met Zalmplaat gaat men alleen akkoord indien er per wijk
één woordvoerder wordt benoemd.
Db-advies
: De wijkoverleggen zullen in de komende jaren meer naar elkaar toe
groeien doordat veel ontwikkelingen in het kader van Maasranden samen
opgaan waardoor samenvoeging op termijn passender is. Wij gaan daarbij
uit van een samenvoeging van de wijkoverleggen per 1 juli 2002
Zalmplaat:
Het wijkoverleg vindt het onjuist dat bewonersoverleggen geteld zijn
als wijkoverleggen. Men vindt 3x per jaar een wijkoverleg een
vereiste. De evaluatie vindt men op sommige onderdelen niet correct.
Over het functioneren van de werkgroep buitenruimte is men niet
bijzonder tevreden aangezien enkele knelpunten al lange tijd lopen.
Men is op dit moment geen voorstander van samenvoeging met
Meeuwenplaat.
Db-advies
: zie advies Meeuwenplaat.
Oudeland:
Men kan zich vinden in de aanbevelingen. Vooral de instelling van de
werkgroep buitenruimte wordt als positief ervaren. Men vindt wel dat
er 3x per jaar een wijkoverleg moet blijven plaatsvinden.
Db-advies
: zie onder kopje algemeen
Voorstel:
Wij stellen voor om in te stemmen met de evaluatie communicatievisie
en de daarin opgenomen
aanbevelingen zoals beschreven in paragraaf 4 van de evaluatie
(documentnummer 52247) met
inachtneming van de hierboven aangegeven aanpassingen, zijnde:
- dat de wijkoverleggen van Boomgaardshoek en Kern niet worden
samengevoegt;
- dat het idee om de werkgroepen van Boomgaardshoek en Kern samen te
voegen zal worden besproken in de werkgroep Boomgaardshoek;
- dat de wijkoverleggen Meeuwenplaat en Zalmplaat per 1 juli 2002
worden samengevoegd.
Hoogvliet, 9 januari 2001
Het dagelijks bestuur van de deelgemeenteraad van Hoogvliet.
De raad van de deelgemeente Hoogvliet, gelezen het voorstel van het
dagelijks bestuur d.d. 9 januari 2001,
BESLUIT:
In te stemmen met de aanbevelingen uit de evaluatie communicatievisie
(docsno. 52247) met als afwijkingen:
- dat de wijkoverleggen van Boomgaardshoek en Kern niet worden
samengevoegt;
- dat het idee om de werkgroepen van Boomgaardshoek en Kern samen te
voegen zal worden besproken in de werkgroep Boomgaardshoek;
- dat de wijkoverleggen Meeuwenplaat en Zalmplaat per 1 juli 2002
worden samengevoegd;
Hoogvliet, 25 januari 2001
Het dagelijks bestuur van de deelgemeenteraad van Hoogvliet
De secretaris, de voorzitter,
J.J. Kerkhof J.J.A.M. Elemans
Evaluatie communicatievisie in relatie tot het wijkoverleg
1. Inleiding:
In september 1999 is door de deelgemeenteraad Hoogvliet de
communicatievisie vastgesteld. In het verlengde van deze visie zijn er
4 modellen besproken voor de inrichting van het wijkoverleg. Daarbij
is er een keuze gemaakt voor 1 van deze modellen en is tevens de
afspraak gemaakt dat er een evaluatie plaatsvindt van het gekozen
model na een jaar en meer specifiek of het gehanteerde model bijdraagt
aan de vastgestelde communicatievisie. Deze evaluatie ligt hier voor.
De evaluatie bestaat naast de inleiding uit 3 paragrafen. Allereerst
zal kort worden ingegaan op de communicatievisie zoals die is
vastgesteld, vervolgens op de evaluatie en tot slot zullen er een
aantal algemene conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden
gedaan.
2. Communicatievisie:
In de eerste helft van 1999 is de beleidsvisie 1999-2002 van de
deelgemeente vastgesteld. Een van de 10 kernambities in deze
beleidsvisie gaat over communicatie. Deze kernambitie luidt:
"Er zal veel aandacht worden besteed aan een goede communicatie met bewoners, ondernemers en het maatschappelijk middenveld".
In het kader van deze kernambitie in de beleidsvisie is een aantal ontwikkelingen genoemd die verdere aandacht vragen. Het gaat daarbij onder andere om de publieke dienstverlening, de website, het verder ontwikkelen van informatiemiddelen, de ontwikkeling van het informatiecentrum, het monitoren van de sociale vragen, de communicatie met ondernemers, de verbetering van het imago en het organiseren van inspraak- en thema-avonden. Al deze ontwikkelingen hebben een relatie met elkaar en voor al deze ontwikkelingen is bekeken of er verbeteringen noodzakelijk zijn en zijn ook voorstellen voorgelegd. Zo is er een communicatieplan opgesteld in relatie met het imago verbeteringsproces, zijn er verbetervoorstellen gedaan voor de Magnaat, is het aantal deelgemeentepagina's vergroot, zijn er voorstellen voorgelegd met betrekking tot het informatiecentrum, is er een voorstel gedaan ter verbetering van de monitoring van de sociale vraag (de leefbaarheidsmonitor) en zal er begin 2001 een i-visie verschijnen om de website in een tweede fase te brengen.
Ten aanzien van het wijkoverleg is op basis van de geconstateerde
ontwikkelingen een aantal belangrijke uitgangspunten geformuleerd, te
weten:
a. Het aanbrengen van meer diepgang in de thema's;
b. Meer betrokkenheid creëren van wijkbewoners die niet in het WOB
vertegenwoordigd zijn;
c. Vergroting van de directe terugkoppeling naar beleidssectoren en
portefeuillehouders;
d. Beter tegemoet komen aan de verscheidenheid van de Hoogvlietse
wijken.
Deze uitgangspunten zijn opgenomen in een algemene communicatievisie
die niet alleen voor het wijkoverleg relevant is, maar ook voor alle
andere vormen van communicatie met bewoners. In de door de
deelgemeenteraad vastgestelde visie wordt gesproken over de termen
verbreding en verdieping van communicatie.
2.1 Verbreding van communicatie
:
Bij verbreding van communicatie wordt bedoeld de poging om meer
bewoners te bereiken bij de vele plannen die in Hoogvliet worden
ontwikkeld. Er wordt daarbij vooral gedacht om naast de mensen uit het
wijkoverleg meer mensen te bereiken. Afhankelijk van het thema worden
plannen dus voorgelegd aan wijkbewoners, aan bovenwijkse groepen
bewoners, via allerlei (nieuwe) media, en vooral ook aan meerdere
bewonersgroepen. Dit gaat dan niet alleen om wijkoverleggen, maar ook
om een brede uitnodiging van vele verschillende bewoners voor
bewonersavonden, door vroeg in het proces verschillende groepen
bewoners naar hun mening te vragen en via gebruikmaking van vele
mediakanalen (website, deelgemeentepagina, brochures,
informatiecentrum). Daarbij wordt steeds meer gebruik gemaakt van
duidelijke communicatieplannen bij de belangrijke te ontwikkelen
beleidsplannen. Dus verbreding is:
Met gebruikmaking van verschillende media meer doelgroepen proberen te
bereiken.
2.2 Verdieping van de communicatie:
Bij de verdieping van communicatie wordt vooral gedacht aan het
diepgaander discussiëren over thema's. Dit kan o.a. via de werkgroepen
buitenruimte of via andere thema werkgroepen zoals werkgroepen voor
sociale- en veiligheidsvraagstukken. Bij aanvang van deze werkgroepen
wordt afgesproken wat het thematische doel is van de werkgroep en
hoelang de werkgroep over iets zal gaan nadenken. Verdieping vindt ook
plaats via de deelgemeentelijke schouwen of bij de ruimtelijke
inrichtingsplannen of door het uitdiepen van thema's via de media. Dus
verdieping is:
Met gebruikmaking van verschillende media diepgaand discussiëren over
belangrijke inhoudelijke thema's
.
2.3 Model wijkoverleg:
Uitgaande van de communicatie visie en uitgaande van de voorwaarden
voor interactieve beleidsvorming is er nagedacht over een model voor
het wijkoverleg. Gekozen is voor een variant
waarbij wordt gestreefd naar 3 a 4 keer per jaar een "open"
wijkoverleg (per wijk of voor heel Hoogvliet). Daarbij wordt op de
agenda tijd vrij gemaakt om in maximaal 1 uur terug te koppelen uit de
werkgroepen en om algemene informatie te geven. Daarna zal het
inhoudelijke thema worden besproken.
Voor deze open wijkoverleggen worden naast de wijkoverleg leden,
afhankelijk van het thema, ook andere bewoners(groepen) of
maatschappelijke organisaties uitgenodigd. Omdat er niet altijd in een
wijk een bepaalt thema speelt, maar een thema soms ook in meerdere
wijken speelt of zelfs in heel Hoogvliet zal een wijkoverleg af en toe
ook breder worden ingevuld.
In paragraaf 4 zullen algemene conclusies worden getrokken over de
mate waarin het hiervoor beschreven model voldoet aan de geformuleerde
uitgangspunten voor het wijkoverleg en aan de algemene visie van
verbreding en verdieping.
3. Evaluatie en conclusies:
Deze evaluatie is vormgegeven aan de hand van 3 methoden. Allereerst
zijn er kwantitatieve gegevens verzameld over de periode 1 oktober
1999 tot en met 1 oktober 2000. Ten tweede is er een enquête gehouden
onder bewoners en in de derde plaats is aan de communicatiemedewerkers
gevraagd om de ervaringen op te schrijven van het gehanteerde model in
vergelijking met de periode daaraan voorafgaand.
3.1 Kwantitatieve evaluatie
:
Voor de periode 1 oktober 1999 tot en met 1 oktober 2000 is er een
overzicht bijgehouden waarop alle bijeenkomsten met bewoners zijn
bijgehouden. In het onderstaande tabel staat ingevuld:
* welke bijeenkomsten betrekking hebben op wijkoverleggen dan wel
themaoverleggen. Daarbij zijn algemene thema's en bewoners
overleggen met thema's die een relatie hebben met de wijkaanpak
apart uitgesplitst. Dit is gedaan omdat uit de cijfers naar voren
komt dat er enige verschillen zijn te bespeuren tussen
bewonersoverleggen met algemene thema's en bewoners overleggen met
thema's die een relatie hebben met de wijkaanpak;
* welke overleggen betrekking hebben op werkgroepbijeenkomsten
buitenruimte;
* welke overleggen betrekking hebben op overige overleggen zoals
overleggen over schouwen, over sociale veiligheid of anderszins.
Overleggen met het bedrijfsleven of overleggen die vooral plaatsvinden
met maatschappelijke organisaties zijn, om verwarring te voorkomen,
niet in het overzicht opgenomen.
Er is bij deze 4 typen overleggen achtereenvolgens aangegeven:
a. Het aantal bijeenkomsten;
b. Het percentage overleggen waar er sprake was van een grotere
diversiteit aan groepen bewoners (meer bewoners onder de vijftig
en/of allochtonen). Deze percentages zijn op basis van schattingen
per bijeenkomst aangegeven.
c. Het totaal aantal bewoners dat aanwezig is geweest;
d. Het gemiddeld aantal bewoners per bijeenkomst.
Aantal | % Diversiteit | Aantal Bew. | Gem. aantal bew.
Wijk/thema overleggen:
20 12% 1091 55
Wijkaanpak thema's:
16 50% 1616 101
Werkgroep buitenruimte:
47 8% 220 5
Overige overleggen:
15 12% 67 5
3.1.1 Conclusies kwantitatieve gegevens:
Uit de kwantitatieve gegevens komen een aantal conclusies naar voren:
a. Het totaal aantal bewonersoverleggen per wijk of bovenwijks is 36.
Uitgaande van 8 wijken is het dus gemiddeld 4,5 per wijk. Dit is
meer dan de planning van 3 a 4 overleggen per wijk of bovenwijks;
b. Van het totaal aan bewonersoverleggen heeft er in 20% van de
gevallen een combinatie plaatsgevonden van een terugkoppeling van
algemene informatie en de behandeling van een thema;
c. Van de 20 bewonersoverleggen bestond 75% van de overleggen uit
voornamelijk de bekende actieve wijkoverleg bewoners en 25% van de
overleggen had een meer open karakter.;
d. Omdat ongeveer 30 % van de overleggen een bovenwijks thema hadden
en er relatief veel overleggen plaatsvonden in de wijkaanpak
gebieden is het aantal van 3 a 4 per wijk niet gehaald in de
wijken Boomgaardshoek en het Middengebied. In de wijk Westpunt is
dit aantal ook niet gehaald maar heeft een aantal overleggen
plaatsgevonden in relatie met de andere wijken in Hoogvliet
Noord-west. Wel zijn er in iedere wijk minimaal 2
bewonersoverleggen geweest ;
e. In de wijk Tussenwater is het Wijkoverleg voorlopig in zijn oude
vorm gehandhaafd;
f. De bijeenkomsten die thema's hebben die verband houden met plannen
in het kader van de wijkaanpak hebben een grotere opkomst en een
grotere diversiteit;
g. Vooral in wijken waarin geen wijkaanpak thema's spelen, is met
uitzondering van de bespreking van de wijkvisies, de opkomst laag
en de diversiteit klein. Hier zijn bij de bewonersoverleggen
vooral de bekende actieve bewoners aanwezig;
h. Er zijn nog relatief veel buitenruimte overleggen in vergelijking
met overleggen over andere onderwerpen. Overleggen met als
onderwerp veiligheid of jongeren zijn wel in aantal toegenomen;
3.2 Enquête bewoners
:
Omdat het erg belangrijk is hoe bewoners denken over de nieuwe opzet
van het wijkoverleg zijn aan de bewoners een aantal vragen voorgelegd.
Dit waren achtereenvolgens de volgende vragen:
* Bij welke bijeenkomsten bent u de afgelopen jaar aanwezig geweest?
* Bent u tevreden over de instelling van de werkgroepen? (Alleen aan
de leden van de werkgroepen gesteld);
* Hoe beoordeelt u het functioneren van de werkgroepen? (Alleen aan
de leden van de werkgroepen gesteld);
* Hoe oordeelt u over de kwaliteit van de thema-avonden?
* Denkt u dat door het houden van thema-avonden meer bewoners zijn
bereikt die voorheen niet betrokken waren bij de
wijkbijeenkomsten?
* Merkt u dat er meer aandacht wordt besteed aan het informeren van
bewoners (via Delta, nieuwsbrieven e.d.)?
* Heeft u aanvullingen of suggesties om de communicatie met bewoners
verder te verbeteren?
Voor deze enquête zin in de maand augustus 80 bewoners aangeschreven
en 10 vertegenwoordigers van diensten. Deze hadden tot 1 september de
tijd om de enquête in te vullen. De formulieren die later binnenkwamen
zijn ook meegenomen. Van de 80 geënquêteerde bewoners nemen er 40 deel
aan de werkgroepen verspreid over de 7 wijken, 30 nemen deel aan de
wijkoverleggen en 10 bewoners zijn geselecteerd uit de
presentielijsten van de thema-avonden. Van de 80 aangeschreven
bewoners hebben er 35 het formulier teruggestuurd, dat is een response
van 43,7%. Gezien het feit dat in zijn algemeenheid bij dit type
onderzoeken de respons 35% is, is het bereikte percentage dus hoog te
noemen.
Van de 10 aangeschreven dienstenvertegenwoordigers hebben niet alle
aangeschrevenen gereageerd. Een van de wijkagenten geeft aan geen
voorstander te zijn van de nieuwe wijkstructuur vanwege de verminderde
overlegmomenten oude stijl.
De Werf is erg positief over het instellen van de werkgroepen
buitenruimte. Zij vinden dat er beter gebruik wordt gemaakt van hun
mogelijkheden.
De mening van een vertegenwoordiger van het Opbouwwerk is verdeeld;
zij is positief over de werkgroepen, maar minder te spreken over het
verminderde aantal wijkoverleggen oude stijl.
3.2.1. Resultaten enquête
:
Vraag 1:
Bij welke bewonersbijeenkomsten bent u het afgelopen jaar geweest?
Bijna 40 % van de geënquêteerden gaf aan dat zij minimaal 4 keer aan de werkgroep buitenruimte hadden deelgenomen van de 9. Daarnaast antwoordde bijna 45 % dat zij ruim 2 keer hadden deelgenomen aan de 5 thema-avonden/wijkoverleggen. Tevens meldde bijna 28 % gemiddeld 1 keer te hebben deelgenomen aan de 4 werkgroepen sociaal.
Vraag 2a:
Bent u tevreden over het instellen van de werkgroepen ?
8,1 % antwoordje zeer ontevreden te zijn, 8,1 % ontevreden, 29,7% neutraal, 37,8% tevreden, 16,2 % zeer tevreden.
Vraag 2b
:
Hoe beoordeelt u het functioneren van de werkgroepen?
5,7% antwoordde zeer ontevreden te zijn, 8,6% ontevreden, 40%
neutraal, 40% tevreden, 5,7% zeer tevreden.
Vraag 3a:
Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de thema-avonden/wijkoverleggen?
3,3% antwoordde zeer ontevreden te zijn, 10% ontevreden, 36,7% neutraal, 43,3% tevreden en 6,7% zeer tevreden.
Vraag 3b
:
Denkt u dat door het houden van thema-avonden bewoners zijn bereikt
die voorheen niet betrokken waren bij de wijkbijeenkomsten?
27,5% antwoordde ja, 20% nee, 51,4% enigszins.
Vraag 4
:
Merkt u dat er meer aandacht wordt besteed aan het informeren van
bewoners (via Delta, nieuwsbrieven etc)?
45,7% antwoordde ja, 8,6% nee en 45,7% enigszins.
Vraag 5:
Heeft u aanvullingen of suggesties om de communicatie met bewoners
verder te verbeteren?
Zie bijgevoegde bijlage.
3.2.2. Belangrijkste conclusies enquête
:
Uit de antwoorden op de vragen uit de enquête valt een aantal
conclusies te trekken. De belangrijkste zijn:
a. Van de geënquêteerden, voornamelijk actieve bewoners, is ook in de
nieuwe structuur sprake van een redelijk hoge opkomst bij de
werkgroepen en de bewonersoverleggen;
b. Van de geënquêteerden is een meerderheid positief over het
instellen van de werkgroepen;
c. Van de geënquêteerden is een meerderheid tevreden over het
functioneren van de werkgroepen;
d. Van de geënquêteerden is een meerderheid tevreden over de
kwaliteit van de themabijeenkomsten;
e. Van de geënquêteerden denkt de meerderheid dat er meer of
enigszins meer bewoners zijn bereikt dan voorheen;
f. Van de geënquêteerden geeft een meerderheid aan dat er meer
aandacht wordt besteedt aan het informeren van bewoners;
g. Bij de vragen over de werkgroepen en de bewonersoverleggen is er
een vrij grote groep die neutraal heeft ingevuld. Waarschijnlijk
betekent dit dat een aantal niet over het onderwerp kan oordelen
omdat men niet voldoende heeft deelgenomen, dat een aantal mensen
geen verandering constateert en dat een aantal gewoonweg geen
mening heeft hierover.
3.3 Ervaringen communicatie medewerkers
De hierboven geschetste evaluaties op basis van de kwantitatieve
gegevens en op basis van de enquête geeft veel informatie over het
gehanteerde model en ten dele ook over de veranderingen in
vergelijking met de periode ervoor. Om het beeld compleet te krijgen
is ook aan de communicatiemedewerkers gevraagd wat de ervaringen zijn
geweest met het nieuwe model.
Achtereenvolgens zijn de volgende ervaringen door de
communicatiemedewerkers naar voren gebracht:
a. De aanpassingen in de structuur van wijkoverleg zijn overwegend
positief ervaren. De combinatie tussen terugkoppeling van de
werkgroepen en de behandeling van thema's is in de praktijk
moeizaam uitvoerbaar gebleken. De tijdsdruk en de praktische
organisatie waren hier debet aan;
b. De invoering van gespecialiseerde werkgroepen is een goede keuze
gebleken. De effectiviteit van vergaderen is toegenomen en de
onderwerpen konden verder worden uitgediept. De terugkoppeling uit
de werkgroepen richting actieve wijkbewoners heeft vaak alleen
mondeling plaatsgevonden;
c. Naast de werkgroepen op het gebied van de buitenruimte zijn er ook
discussie bijeenkomsten geweest over de sociale veiligheid en op
het gebied van jongeren en een aantal incidentele andere
onderwerpen. De werkgroepen sociale veiligheid zijn inmiddels
tijdelijk opgeheven. Bij 1 groep had dit te maken met gebrek aan
inzet van de politie en bij 1 overleg met privacy gevoelige
informatie die naar voren kwam. Om een goede invulling van de
werkgroepen te kunnen waarborgen zou dit wellicht beter kunnen via
bovenwijks overleg dan per wijk;
d. Er zijn meer bewoners bereikt door een bredere inzet. De
communicatie met `reguliere' bewoners is meer ingebed in de
algemene communicatie en de doelgroep is enigszins verbreed,
d.w.z. gemiddeld nemen meer mensen onder de vijftig deel aan
bewonersoverleggen. Bij een aantal overleggen zijn ook veel
allochtonen aanwezig geweest, hoewel hier nog veel aandacht nodig
is;
e. De onderwerpen zijn diverser en omdat bewonersoverleggen meer op
basis van thema's geschieden kan er een gerichter
uitnodigingsbeleid plaatsvinden. In de praktijk blijkt dat
bepaalde groepen zich meer manifesteren bij specifieke thema's;
f. Omdat bewonersavonden meer op basis van thema's plaatsvinden en
omdat ook de leden van het dagelijks bestuur vaker aanwezig zijn
wordt het bewonersoverleg en dan vooral overleggen met een
duidelijk thema, een belangrijker onderdeel in het beleidsproces.
Opmerkingen van bewoners hebben zo meer kans om te worden
meegenomen in het beleid;
g. Professionals zijn meer op hun plek doordat ze alleen aan die
bewonersoverleggen deelnemen die relevant voor hen zijn.
h. Er zijn grote verschillen tussen de wijken en dan met name wijken
waar ontwikkelingen zijn in het kader van de wijkaanpak en de
andere wijken. In de wijkaanpak wijken zijn er relatief veel
thema-avonden en kunnen bewoners dus ook vaak meepraten over het
beleid. Een probleem daarbij is echter dat er niet veel kans is om
algemene zaken terug te koppelen of zaken die in de werkgroepen
zijn besproken. In wijken waar geen vernieuwingen plaatsvinden is
het moeilijker om goede thema's te behandelen waardoor de opkomst
bij overleggen vaak achter blijft;
i. De behandeling van de wijkvisies levert veel dynamiek op in de
wijk. Veel bewoners zijn bereid mee te praten over hun wijk ook in
de niet-wijkaanpak gebieden. Omdat de aanbevelingen van de wijken
ook in meer algemene beleidstermen werden verwoord kon ook de
koppeling naar het beleid beter worden en kregen de aanbevelingen
veel minder een adhoc en wensenlijst karakter;
j. Een probleem in de wijkaanpak gebieden is dat de plangebieden niet
geheel parallel lopen met de wijken. Zo bestaat het Maasranden
gebied uit de wijken Meeuwenplaat en Zalmplaat en Hoogvliet Noord
west uit Nieuw Engeland, Digna Johanna en Westpunt. Een aantal
thema's wordt dan ook op dit niveau behandeld en niet zozeer op
wijkniveau. Bij het behandelen van onderwerpen in deze gebieden is
de wijkstructuur niet altijd logisch en zal er meer
gedifferentieerd moeten worden;
k. Het wijkoverleg in Tussenwater is gehandhaafd op de oude manier
omdat de wijk nog niet geheel af is en er op vele gebieden nog een
goed evenwicht gevonden moet worden in de wijk;
l. Belangrijk onderdeel van het nieuwe model is de informatie aan
bewoners via allerlei media. Hieraan is veel aandacht besteed. Zo
zijn er voor alle wijkaanpak plangebieden nieuwsbrieven, is de
Magnaat verbeterd en is er wekelijks informatie op de
deelgemeentelijke pagina in de Delta. Deze informatie zal verder
moeten worden verbeterd, ook in het kader van de website.
4. Algemene conclusies en aanbevelingen
:
Aan de hand van de conclusies van de kwantitatieve gegevens, de
enquête en de ervaringen van de communicatiemedewerkers zullen in deze
paragraaf een aantal algemene conclusies worden getrokken en zullen op
basis van deze conclusies aanbevelingen worden gedaan.
4.1. Algemene conclusies
In grote lijnen kan op basis van de evaluatie de conclusie worden
getrokken dat in algemene zin het afgelopen jaar op basis van het
gekozen model voor wijkoverleg een goede stap is gezet naar een
verdere verbreding en verdieping van de communicatie met bewoners. Zo
zijn de bewonersoverleggen meer thematisch geweest en is er een
grotere diversiteit aan bewoners geweest. In de werkgroepen kon
diepgaander op een aantal onderwerpen worden doorgesproken. Er is een
betere aansluiting geweest tussen de bewonersvraag en het beleid en er
is tegemoet gekomen aan de verscheidenheid van de wijken; en ten
slotte er is meer aandacht besteedt aan het gericht informeren van
bewoners. In grote lijnen kan dus geconstateerd worden dat er een
goede stap gezet is ten behoeve van de vorig jaar door de
deelgemeenteraad geformuleerde doelen. Uit de hierboven beschreven
evaluatie komen echter ook een aantal punten naar voren die
verbetering behoeven. Te denken valt daarbij aan het geven van meer
inhoud aan overleggen in de niet-wijkaanpak gebieden, aan het bereiken
van een nog grotere diversiteit aan bewoners vooral in de
niet-wijkaanpak gebieden, aan het verder thematisch uitdiepen van
andere onderwerpen dan buitenruimte, aan het nog beter informeren van
bewoners via bijvoorbeeld de website en aan het beter aan elkaar
koppelen van plangebieden wijkaanpak en bewonersbijeenkomsten.
4.2. Aanbevelingen:
Op basis van de conclusies kunnen de volgende aanbevelingen worden
gedaan:
a. In de wijkaanpak wijken zou de structuur van de overleggen met
bewoners meer volgend moeten zijn op de planontwikkelingen. Dit
betekent dat het wijkoverleg Nieuw Engeland en Westpunt (Hoogvliet
Noord-west) en het wijkoverleg Meeuwenplaat en Zalmplaat
(Maasranden) beter samengevoegd kunnen worden. De uitdieping van
de buitenruimte onderwerpen zullen nog wel worden gedaan conform
de oude wijkstructuur;
b. Vanwege het feit dat in de wijken Middengebied en Boomgaardshoek
de problemen die naar voren worden gebracht vrijwel identiek zijn
is ook de samenvoeging van deze twee wijkoverleggen aan te
bevelen;
c. Omdat de ontwikkeling van het stadshart een belangrijke
ontwikkeling is in het kader van de vernieuwing van Hoogvliet, dit
gebied relevant is voor veel Hoogvlieters en omdat in dit gebied
relatief weinig bewoners wonen zal er voor dit gebied een goed
plan moeten worden ontwikkeld over de wijze waarop hierover met
bewoners wordt gecommuniceerd;
d. Het is wenselijk dat de werkgroepen buitenruimte in alle wijken
van Hoogvliet worden gehandhaafd;
e. In de deelgemeenteraad is reeds besloten om elke twee jaar per
wijk een leefbaarheidsmonitor te houden. Het verdient aanbeveling
om deze monitor per wijk goed te bespreken. Er zullen per wijk
zoveel mogelijk bewoners betrokken moeten worden bij deze monitor
zodat de dynamiek die nu bij de wijkvisies plaatsvindt vaker kan
plaatsvinden. Dit pakt vooral ook positief uit voor de wijken die
niet-wijkaanpak gebied zijn;
f. Om ook bewoners goed te informeren over wat er met hun inbreng is
gedaan zal er 1 keer per jaar per wijk informatie kunnen worden
gegeven over inzet van middelen in het kader van de
deelgemeentelijke begroting. Dit kan speels worden opgezet en zou
breed moeten worden bekend gemaakt;
g. Omdat in de praktijk blijkt dat veel praktische zaken niet
teruggekoppeld kunnen worden door het meer thematische en open
karakter van wijkoverleggen en omdat veel zaken vaak worden
ingebed in bovenwijkse beleidskaders en planningen zal er
jaarlijkse een algemene terugkoppeling moeten plaatsvinden,
waarbij wordt aangegeven welke vraagstukken in de planning zijn
opgenomen. Deze terugkoppeling kan goed plaatsvinden bij de
behandeling van de begroting met de bewoners (aanbeveling f);
h. Omdat aan sommige specifieke onderwerpen in werkgroepverband
onvoldoende invulling kan worden gegeven op wijkniveau zullen er
wellicht vaker werkgroepen op deelgemeenteniveau moeten worden
ingesteld. Te denken valt daarbij aan het onderwerp sociale
veiligheid. Dit is een onderwerp dat de interesse heeft van veel
bewoners. Daarnaast kan gedacht worden aan een pilotwerkgroep in
de Boomgaardshoek over (ervaren) jongerenoverlast, met jongeren en
bewoners;
i. Er is al veel aandacht besteed aan informatie via allerlei media.
De website wordt echter nog te weinig gebruikt voor
informatieverstrekking. In verband met de snelle ontwikkelingen op
het gebied van internet en de grote mogelijkheden voor
interactieve beleidsvorming via dit middel, zal dit verder moeten
worden uitgebouwd. Daarnaast zou op basis van beleidsnota's een
soort chatbox moeten worden gecreëerd waar bewoners hun mening
kwijt kunnen over specifieke beleidszaken;
j. Omdat de wijk Tussenwater bijna afgebouwd is zal ook de structuur
in deze wijk binnen twee jaar moeten worden getransformeerd naar
het huidige model. Ook daar is het van belang meer bewoners te
bereiken en diepgaand over een aantal thema's te spreken;
Hoewel er actief moet worden gekeken naar goede onderwerpen per wijk
om te bespreken zal er niet te rigide moeten worden gekeken naar
minimaal 3 of 4 thema bijeenkomsten per wijk. Uitgangspunt moet zijn
een goede inhoudelijke invulling van thema's en een groot bereik van
bewoners. Dit hoeft niet per definitie per wijk maar kan ook vaker
bovenwijks