Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=408066



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Directie Europa Afdeling Oost-Europa en Centraal-Azië Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 29 januari 2001 Auteur DEU

Kenmerk DEU-050/01 Telefoon 070 - 348 5334

Blad /5 Fax 070 - 348 5329

Bijlage(n) E-mail Deu@minbuza.nl

Betreft Bezoek van Minister-President Kok en Minister van Aartsen aan Moskou op 19 januari jl.

Zeer geachte Voorzitter,

Op 19 januari bezochten Minister-President Kok en ik Moskou om nader kennis te maken met president Poetin en premier Kasjanov en om een reeks bilaterale zaken en een aantal kwesties van bredere internationale betekenis te bespreken. Wij voerden tevens gesprekken met vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven in de Russische Federatie en met Artsen zonder Grenzen-Nederland.

Inleiding

President Poetin is inmiddels een klein jaar in functie. Het was mede daarom van belang de Nederlands-Russische relatie na diens aantreden ook een persoonlijke invulling te geven. Nederland heeft goede betrekkingen met de Russische Federatie en streeft op een aantal terreinen ondersteuning na van het moeizame transformatieproces in dat land. Onder deze nieuwe president moet opnieuw worden geïnvesteerd in een doelgerichte en effectieve relatie met Rusland.

Deze inzet sluit aan bij de huidige benadering van de Europese Unie en andere lidstaten om in het kader van het Partnerschaps- en Samenwerkingsakkoord en van de Gemeenschappelijke Strategie de relatie met de Russische Federatie uit te diepen en om meer concrete inhoud te geven aan de politieke dialoog. Ook het Zweedse Voorzitterschap streeft ten opzichte van Rusland naar een twee sporenbeleid: Aan de ene kant dient geïnvesteerd te worden in een relatie die zich kenmerkt door constructieve betrokkenheid bij en samenwerking met Rusland, teneinde gewenste ontwikkelingen in dat land te stimuleren en ondersteunen. Aan de andere kant moet gerichte kritische en niet aflatende aandacht blijven bestaan voor in onze ogen negatieve ontwikkelingen, zoals in de Noord-Kaukasus.

Het is duidelijk dat de relatie met Rusland veel aandacht vergt en vraagt om zorgvuldige afwegingen. De situatie in Tsjetsjenië baart grote zorgen. Verschillen van mening en inzicht daarover met de Russische Federatie moeten onderwerp zijn van een serieuze dialoog. Een dialoog die niet alleen voortdurend in multilaterale kaders moet worden gevoerd, maar ook in direct contact met het Russisch staatshoofd en vertegenwoordigers van de Russische regering. De serieuze samenwerkingsrelatie, die Nederland met Rusland heeft en die met dit bezoek aan Moskou op hoog politiek niveau werd bestendigd, biedt ook voor soms scherpe en diepgaande kritiek de nodige ruimte.

Het gesprek met president Poetin, waarbij ook Minister Ivanov van Buitenlandse Zaken aanwezig was, duurde anderhalf uur en verliep in een zakelijke, doelgerichte sfeer. Dit bood de mogelijkheid op intensieve wijze de bilaterale betrekkingen, de economische situatie in Rusland, de betrekkingen tussen de EU en de Russische Federatie, internationale veiligheidskwesties en Tsjetsjenië te bespreken.

Bilaterale betrekkingen

Op bilateraal gebied is overeengekomen dat het in 1998 in verband met de slechte gezondheid van toenmalig president Jeltsin uitgestelde Staatsbezoek van Hare Majesteit Koningin Beatrix aan de Russische Federatie dit jaar in juni alsnog zal plaatsvinden. Bovendien is bevestigd dat Minister Ivanov begin april Nederland zal bezoeken. Verder is overeengekomen dat een gemeenschappelijk werkprogramma zal worden opgesteld. Doelstelling is te komen tot een concreet, inzichtelijk document, waarin de verschillende bestaande samenwerkingsvormen worden genoemd en waaruit de richting moet spreken waarin verdere samenwerking zich kan ontwikkelen. Dit moet bovendien de mogelijkheid bieden om waar nodig eventuele problemen in de samenwerking te identificeren en bespreken.

Russische economie

Minister-President Kok toonde, mede op basis van de ontmoeting met het Nederlandse bedrijfsleven, een voorzichtig optimisme over de economische situatie in Rusland, maar sprak ook met enige zorg over het tempo van noodzakelijke economische hervormingen. Bovendien onderstreepte hij het belang van een vertrouwenwekkende afhandeling van de diverse uitstaande schuldenkwesties. President Poetin zei zich te realiseren dat de voorspoedige economische ontwikkelingen voor een groot deel te danken waren aan de gunstige internationale conjunctuur. De groei was volgens President Poetin echter wel degelijk ook een resultaat van goed regeringsbeleid, waarbij hij onder meer verwees naar de nieuwe belasting- en douanewetgeving. Als nieuwe aandachtsgebieden noemde hij corruptiebestrijding, vermindering van de bureaucratie, vereenvoudiging van regelgeving en sanering van de financiële sector. Van Nederlandse kant werd steun toegezegd voor Russische toetreding tot de WTO. Met betrekking tot de schuldenkwesties gaf President Poetin expliciet aan dat Rusland geen eenzijdige stappen zou nemen en zich terdege bewust was van het belang terzake de eigen internationale reputatie niet te schaden.

EU - RF

In een bespreking van de uitbreiding van de Europese Unie kwam het bekende Russische standpunt aan de orde dat dit proces met belangstelling wordt tegemoet gezien, maar dat pragmatische afspraken gemaakt moeten worden tussen de EU en Rusland in verband met door Moskou verwachte negatieve gevolgen voor de Russische handelsbetrekkingen met de toetredende landen. Ten aanzien van het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid vroeg Rusland om transparantie en maximale uitwisseling van informatie, hetgeen niet gezien mocht worden als een poging tot beïnvloeding van dit proces. De noodzaak van transparantie werd van Nederlandse kant volledig onderschreven.

Veiligheidskwesties

Op veiligheidsterrein gebruikte Minister-President Kok deze gelegenheid om zorg uit te spreken over nucleaire proliferatie, waarbij hij met name India en Iran noemde als risicofactoren. Ook sprak hij over de gevaren die ermee verbonden zijn als gevoelige landen in het bezit komen van ballistische raketten. Ten derde noemde hij de problematiek van het nucleaire afval in de Russische Federatie. Op dit laatste punt bevestigde hij nogmaals Nederlandse bereidheid bij te dragen aan het opruimen van de nucleaire erfenis van het Sovjetverleden, waarbij hij echter onomwonden stelde dat dan wel de Russische Federatie zelf daaraan ook duidelijk prioriteit moest geven.

President Poetin beaamde het belang van non-proliferatie en het risico van nucleaire aspiraties van gevoelige landen. Hij erkende dat de Russische Federatie nog niet alle mogelijke en noodzakelijke maatregelen had getroffen om proliferatie van massavernietigingswapens te voorkomen. Overigens zei President Poetin van mening te zijn dat levering van conventionele wapens een zaak van geheel andere orde was: al was het alleen maar, zo stelde hij, omdat als Rusland geen wapens zou leveren, dit wel door landen als Frankrijk, Duitsland, Oekraïne of Belarus gebeurde, of zelfs door de VS via derden.

Over het National Missile Defense-programma gaf President Poetin aan hoop te hebben op vruchtbaar overleg met de Verenigde Staten, waar, nu de verkiezingscampagne achter de rug was, meer ruimte ontstond voor een pragmatische, op serieus overleg gerichte aanpak.

Tsjetsjenië

Tsjetsjenië vormde een belangrijk gespreksonderwerp. De Minister-President en ik hebben onze diepe zorg kenbaar gemaakt over de situatie aldaar. Daarbij spraken we over nog steeds nieuwe meldingen van schendingen van mensenrechten, over het uitblijven van adequate, overtuigende juridische stappen in vervolg op onderzoek naar vermeende schendingen, over de humanitaire situatie in de Noord-Kaukasus, over de grote militaire presentie in Tsjetsjenië en over de noodzaak naar een duurzame politieke oplossing te streven. Ook is een beroep gedaan op president Poetin om met volle inzet te werken aan een behouden terugkeer van de programma-coördinator van Artsen zonder Grenzen-Holland die op 9 januari jl. in Tsjetsjenië werd ontvoerd. Dit is uiteraard van belang in verband met zijn persoonlijk welzijn, maar heeft bovendien betekenis voor de humanitaire situatie in Tsjetsjenië, waar vrijwel alle internationale humanitaire organisaties hun activiteiten hebben opgeschort in reactie op deze ontvoering.

Het antwoord van President Poetin bestond grotendeels uit bekende elementen: hij benadrukte dat Rusland hier ten behoeve van heel Europa de gemeenschappelijke vijand van het islamitisch fundamentalisme bestreed, waarmee vroeg of laat ook landen als Nederland geconfronteerd zouden worden. Hij erkende de noodzaak van een politieke oplossing maar onderstreepte dat deze slechts gevonden kon worden in een dialoog met vertegenwoordigers van de Tsjetsjeense bevolking en niet met personen die in wezen niets met Tsjetsjenië te maken hadden. Vervolgens kondigde hij - toen nog op vertrouwelijke basis - zijn plannen aan om de federale militaire presentie in de republiek fors te verminderen. Ook zei hij te streven naar verkiezingen in Tsjetsjenië, zonder daarbij echter een termijn te noemen.

Deze discussie over Tsjetsjenië bood de gelegenheid om serieus en behoorlijk gedetailleerd een aantal punten van zorg en kritiek (opnieuw) op tafel te leggen, ditmaal bij de hoogste Russische autoriteiten. Zo kon ook bij de President persoonlijk worden aangegeven dat de Nederlandse zorgen niet zijn verminderd, dat er op een aantal punten waar Rusland internationale verplichtingen is aangegaan onvoldoende overtuigend wordt gewerkt aan het nakomen van die verplichtingen en dat dit de Russische geloofwaardigheid en reputatie aantast. Mede onder verwijzing naar de gedachtenwisseling die inmiddels plaatsvond tussen Uw Kamer en de Minister-President tijdens het vragenuur op 23 januari jl. wil ik u hierbij opnieuw bevestigen dat de ontwikkelingen in en rond Tsjetsjenië mijn speciale aandacht zullen houden.

Bij de afronding van het gesprek sprak President Poetin zijn dank uit voor de Nederlandse medefinanciering van een haalbaarheidsonderzoek over de lichting van de gezonken nucleaire onderzeeër de Koersk.

Van Nederlandse zijde is aandacht gevraagd voor de terugkeer van Nederlandse archieven en de Koenigscollectie.

Tijdens de ontmoeting met premier Kasjanov, die de vorm had van een werklunch, is een aantal van de hierboven genoemde thema's - vooral op economisch terrein - langs dezelfde lijnen als bij de ontmoeting met President Poetin aan de orde geweest.

Al met al paste dit bezoek in het Nederlandse streven te investeren in een goede, maar ook openhartige relatie met de Russische Federatie. De persoonlijke kennismaking en gedachtenwisseling met president Poetin en premier Kasjanov boden gelegenheid om een breed scala aan onderwerpen te bespreken. Op de resultaten van deze ontmoeting zal constructief worden voortgebouwd zowel op ambtelijk als op politiek niveau.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Kenmerk
DEU-050/01
Blad /1

===