Nadere uitwerking verkoop zelfzorggeneesmiddelen
De Voorzitter van de Vaste Commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
GMV-2150895
7 februari 2001
Op 2 november 2000 heb ik met uw commissie in een Algemeen Overleg
gesproken over de verkoop van zelfzorggeneesmiddelen. Zoals u
bekend, ben ik er voorstander van de vigerende wet- en regelgeving
op dit terrein te dereguleren.
Ik heb, gehoord het debat met uw commissie, besloten de aanpassing
van de desbetreffende wettelijke bepalingen mee te nemen bij de
integrale herziening van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening.
Dat heb ik u dan ook bij deze gelegenheid meegedeeld.
Een aspect van verkoop van zelfzorggeneesmiddelen betreft de mogelijkheid om zelfselectie te creëren, waardoor consumenten in staat worden gesteld zelf de geneesmiddelen te pakken, prijzen en produkten te vergelijken en indien nodig, een deskundige te raadplegen.Dit aspect van verkoop van zelfzorggeneesmiddelen is enigszins onderbelicht gebleven bij het Algemeen Overleg. Onderzoek wijst uit dat de consument veel waarde hecht aan deze mogelijkheid. Deze maatregel kan worden gerealiseerd door het verbod op zelfbediening te schrappen dat is vastgelegd in het Besluit Bereiding en Aflevering farmaceutische producten. Dit betreft een aanpassing van een algemene maatregel van bestuur en kan derhalve reeds op korte termijn effect sorteren. Ik ben voornemens op korte termijn deze aanpassing te realiseren.
De overige vereisten die verbonden zijn aan de verkoop van
zelfzorggeneesmiddelen zoals het vergunningvereiste en de
beschikbaarheid van een gediplomeerd drogist blijven vooralsnog -
tot het moment waarop de integrale herziening van de Wet op de
geneesmiddelenvoorziening een feit is - onverkort gehandhaafd.
Genoemde liberalisatie zal zich derhalve beperken tot de reeds
bestaande verkoopkanalen.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. E. Borst-Eilers