European Union

Israel : election of Mr Ariel Sharon for Prime Minister Press Release: Brussels (07-02-2001) - Press: 44 - Nr: 5925/01


Brussel,
7 februari 2001

5925/01 (Presse 44)

P 27/01

PERSMEDEDELING

Onderwerp :

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de verkiezingen in Israël

Het voorzitterschap van de Europese Unie feliciteert de heer Ariel Sharon met zijn verkiezing tot minister-president van Israël, en ziet ernaar uit verdere bijdragen te leveren aan de totstandbrenging van een rechtvaardige, duurzame vrede in de regio.

De Unie hoopt dat de heer Sharon als minister-president de vaart in het vredesproces en de vredesdialoog zal houden, overeenkomstig de wens van alle betrokken partijen. Als teken van haar grote betrokkenheid, als naburige partner, bij het bouwen aan stabiliteit en welvaart voor de hele regio, is de Europese Unie bereid om de partijen bij te staan in hun streven naar een vredesovereenkomst en de uitvoering daarvan.

De Europese Unie beseft dat er aan Israëlisch-Palestijnse zijde reeds veel besproken is in eerlijke en openhartige onderhandelingen tussen de Israëlische regering en de Palestijnse autoriteit. De Europese Unie is ervan overtuigd dat de vooruitgang die in de laatste onderhandelingen op alle belangrijke punten geboekt is, de basis moet vormen voor de toekomstige besprekingen over de definitieve status. De Unie ziet tevens uit naar een snelle hervatting van de onderhandelingen tussen Israël enerzijds en Syrië en Libanon anderzijds.

De Europese Unie bevestigt haar standpunt dat als basis voor onderhandelingen en een rechtvaardige, duurzame vrede de Resoluties 242 en 338 van de VN-Veiligheidsraad behoren te

dienen, met inbegrip van de ontoelaatbaarheid van het met geweld veroveren van grondgebied, de behoefte van elke staat in de regio om in veiligheid te leven en het beginsel van land voor vrede.

De Europese Unie doet een beroep op beide partijen om de basisbeginselen die, in overeenstemming met de Resoluties 242 en 338, in het kader van de Overeenkomsten van Madrid en Oslo en latere overeenkomsten vastgesteld zijn, te blijven onderschrijven.